De heimweefabriek

Nieuws | de redactie
31 maart 2008 |  Wetenschappelijke artikelen over het geheugen gaan vaak over inprenten en over leren. Wat kan ik onthouden? De invalshoek van de boeken van Douwe Draaisma is een andere. Het gaat over ons, mijn autobiografische geheugen, mijn herinneringen. En in deze bundel speciaal over het geheugen en het ouder worden. Het verhaal over dingen die voorbij zijn, de heimwee naar een tijd die alleen nog in onze herinnering bestaat.





Eén van de hoofdstukken heet De langste etappe. Veel mensen leven immers nog meer dan twintig jaar nadat zij hun werkzame leven hebben afgesloten op het in zijn ogen merkwaardige punt van de 65e verjaardag. Als je ouder wordt doet zich een vreemd fenomeen voor, zoals beschreven in een gesprek met Oliver Sacks. Hij begon met het schrijven van zijn levensverhaal en ervoer dat herinneringen spontaan opkomen. Veel herinneringen komen niet ongerept terug, maar associatief, gekleurd door de tijd waarin ze nu worden opgehaald. Het geheugen is geen ladekast waar herinneringen gemakkelijk uit gehaald kunnen worden. Door je iets te herinneren leg je als het ware een nieuw neuronaal spoor aan. Sommige feiten worden niet herinnerd als de herinnering zelf maar zij zijn een herinnering geworden.

Onderzoek naar het autobiografisch geheugen legt de nadruk op de betrouwbaarheid van herinneringen. Vaders bijvoorbeeld worden in de herinnering strengere opvoeders dan ze in werkelijkheid waren, gekleurd door de invulling van het eigen vaderschap. Het is als met het begrip zwart-wit televisie. Een woord dat alleen bestaat omdat we nu kleuren televisie hebben Indertijd was het niet nodig daar zwart-wit er aan toe te voegen! Met dat zich herinneren is iets merkwaardigs aan de hand. Bijna iedere oudere herinnert zich het meest van de periode rond het twintigste levensjaar. Daarna vlakken de herinneringen af om met een recente hobbel te eindigen. Als proefpersonen gevraagd worden vier uitgesproken levendige herinneringen te beschrijven dan is de kans groot dat het gebeurtenissen betreft uit de periode rondom het twintigste jaar.

Psychologen noemen dit het reminescentie effect. Twee soorten verklaringen worden beschreven. Het kan liggen aan de aard van het geheugen. De biologische mogelijkheid om nieuwe verbindingen te maken is namelijk het grootst in deze levensfase. De tweede verklaring is de inhoud van de herinneringen. Het is de periode waarin de adolescent volwassen wordt, het is de tijd van ingrijpende nieuwe gebeurtenissen. En misschien is het een combinatie van beide theorieën. In ieder geval is er nu een grote groep mensen met oude geheugens om onderzoek te doen. Natuurlijk is er een hoofdstuk gewijd aan het ouder wordende geheugen en vergeetachtigheid. Drie kenmerken springen er uit. Het niet op namen kunnen komen, het niet op woorden kunnen komen en het vergeten van directe handelingen (“waar ligt mijn sleutel, wie moet ik ook al weer opbellen”). De vloer wordt aangeveegd met geheugencursussen die niet anders zijn dan het leren van soms ingewikkelde geheugensteuntjes.

Door het boek heen wemelt het van voorbeelden en verhalen over vroege herinneringen. Tot slot de laatste zin: terugreizend in het geheugen moet je vaststellen dat heel veel alleen nog in je herinnering bestaat….

Marijke Rensink

Dit artikel verscheen eerder in de Lectoraatsnieuwsbrief Verpleegkundige en Paramedische Zorg van de Hogeschool Utrecht.





«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK