‘Maak internationaal HO concreet’

Nieuws | de redactie
5 maart 2008 | Wat vonden studenten van de discussie over een meer internationaal HO, zoals de VSNU in gang zette tijdens hun debatcafé in het Haagse Dudok? Fabienne Hendricks van het ISO geeft haar reflectie. “Nederlandse studenten moeten de kans krijgen/nemen om een buitenlandverblijf aan te gaan, Nederland kan het zich niet permitteren dat onze studenten achterblijven in internationaal perspectief ten opzichte van hun internationale collegae.

Het ISO ziet er alleen niets in om een buitenlandverblijf verplicht te stellen voor al onze studenten. Er zijn natuurlijk altijd studenten die niet kunnen of willen (echt geen financiële middelen of sociale omstandigheden). En er zijn er vast ook waarvoor een buitenlandverblijf niet heel relevant is. Wat we wel moeten doen is studenten bewust maken van het feit dat ze een keuze hebben om naar het buitenland te gaan.

Vaak zit zo’n buitenland verlijf niet in een curriculum. Wat wij graag zouden willen zien is dat er een soort ‘free semester’ wordt ingeroosterd in bijvoorbeeld het eerste deel van het derde jaar van de BA. In dit semester leg je de studenten vier opties voor: i) student blijft op eigen instelling, eigen opleiding en er verandert niets voor de student of instelling, ii) student kan studeren aan een andere Nederlandse HO instelling, iii) student kan studeren aan een buitenlandse HO instelling, en iv) student kan nationale of internationale stage lopen.

Door het onderwijs op deze manier in te richten dwing je studenten na te denken over de keuzes die ze hebben, ze gaan zich verdiepen in deze keuzes, wegen voors- en tegens tegen elkaar af, maken het onderwerp bespreekbaar bij medestudenten/ vrienden etc etc. Dit zorgt ervoor dat het een belangrijk onderwerp wordt. In de Strategische Agenda van OCW staat dat 60% van de studenten plannen heeft om naar het buitenland gaan maar dat slechts 15% daadwerkelijk gaat. Volgens mij is 15% een erg positief berekend percentage maar goed, stel dat het klopt… Dan moeten we samen na denken om studenten naar het buitenland te krijgen en deze 15% te verhogen. Het ISO is ervan overtuigd dat er een stijging kan plaatsvinden door de invoering van een ‘free semester’, zeker gezien het feit dat het studenten geen studievertraging hoeft op te leveren. Het ministerie vindt dit idee erg interessant en wil het overnemen als punt voor het beleid, zo hebben wij vernomen.

Natuurlijk is naast uitgaande mobiliteit, inkomende mobiliteit belangrijk. Het creëren van een ‘international classroom’ is belangrijk. Buitenlandse studenten zijn vaak erg ijverig, harde werkers die niet genoeg nemen met een 6. Als Nederlandse studenten omgeven zijn door zulke collegastudenten zorgt dat er wel voor dat deze een ‘sense of competition’ gaan voelen. Waar je mee omgaat, wordt je mee besmet! Die vlieger gaat hier ook op. Ik kijk naar mijn eigen ervaring in Maastricht, waar ik me als student niet een buitenbeentje wilde voelen tussen al die goede, internationale studenten. Dus ging ik ook harder werken en ditzelfde geluid horen wij steeds vaker uit onze achterban in de universiteiten en hogescholen.

Daar kunnen we nog  wel dingen verbeteren in ons land: zorg voor internationale docenten met voldoende kennis van Engels, zorg voor voldoende huisvesting voor internationale studenten. Werk aan de ontwikkeling van een internationaal studiekeuze systeem, waarin het inzichtelijk wordt waarom een BA economie verschilt in Maastricht, Amsterdam, Berlijn, of Parijs. Differentieer in de studieloopbanen van mensen  tussen BA, MA en Research programmes –zoals dit als idee door Frans van Vught in het debat naar voren werd gebracht- en maak duidelijk aan welke instellingen welk type opleiding wordt aangeboden . Economie aan de hogeschool van Rotterdam is iets anders dan in Oxford.

Verder denken wij binnen het ISO wel eens, dat instellingen eigenlijk bang zijn om hun studenten te verliezen aan andere instellingen, zowel nationaal als internationaal. Vaak kiezen Nederlandse studenten ervoor om een bepaalde BA te doen en als deze eenmaal goed gaat dan komen ze niet meer terug op hun beslissing en wordt de BA gewoon afgemaakt met dezelfde MA. Trude Maas zei dit terecht ook als punt waar zij vrij kritisch over is.

Veel studenten maken geen andere keuze, behalve als zij in aanraking zijn gekomen met ‘het andere’. Het andere zou een buitenlandverblijf kunnen zijn waarin studenten hun horizon verbreden wat invloed zou kunnen hebben op hun MA keuze. Instellingen zouden daar wel eens bang voor kunnen zijn: bang hun BA studenten te verliezen in de MA keuze. Instellingen zouden de moed moeten hebben studenten te stimuleren ergens anders -zowel aan andere Nederlandse instellingen als aan buitenlandse instellingen- vakken te gaan doen of misschien wel het gehele MA programma.

Het is goed dat VSNU de discussie gecontinueerd heeft rond dit onderwerp. Het is belangrijk, maar wat wij wel vaak merken is dat iedereen het belang onderschrijft en er verder weinig actie ondernomen wordt. Het VSNU-café is natuurlijk niet de plaats om allerlei beleid te ontwikkelen, maar het ISO zou wel graag zien dat het onderwijsveld de koppen eens bij elkaar steekt en op sommige punten samen een kar probeert te trekken. Internationalisering is een groot speelveld, en we moeten niet altijd op onze eigen eilandjes met het onderwerp bezig zijn. Met andere woorden: gaan met die banaan.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK