EVC ook goed voor WO

Dat stelt promovenda Desirée Joosten-ten Brinke in haar proefschrift ‘Assessment of Prior Learning’ waarop ze vrijdag 10 oktober 2008 aan de Open Universiteit Nederland promoveert. ‘Bij het mbo en hbo is de erkenning van verworven competenties gemeengoed aan het worden, maar bij universiteiten in binnen- en buitenland is er veel koudwatervrees. Mijn onderzoek toont aan dat de angst voor kwaliteitsverlies onterecht is.’

De erkenning van verworven competenties (EVC) is een procedure waarin beoordeeld wordt wat iemand weet en kan in relatie tot de opleiding die hij of zij wil gaan volgen. Daarbij is het niet van belang hoe men aan die kennis en kunde komt. De Nederlandse overheid stimuleert EVC sinds 2000 in alle branches en op alle onderwijsniveaus, dus ook in het hoger onderwijs. De hogescholen hebben dit ook opgepakt, maar bij de universiteiten is de Open Universiteit Nederland de enige EVC-aanbieder. Desirée Joosten-ten Brinke heeft in haar promotieonderzoek onderzocht hoe de EVC-procedure ingericht moet worden in de context van hoger onderwijs.

Een EVC-procedure bestaat uit meerdere onderdelen en een vast onderdeel is de zelfbeoordeling door de kandidaten. Eerdere onderzoeken waren niet eensluidend over de betrouwbaarheid van zelfbeoordelingen en dus heeft Joosten-ten Brinke nieuw onderzoek verricht waaraan zon 500 studenten van de Open Universiteit deelnamen. De studenten moesten vóór ze aan een cursus begonnen hun beheersing van de leerdoelen van de cursus beoordelen. Na afloop van de cursus, zon anderhalf jaar later, kreeg men nogmaals de vragenlijst en de uitkomst van de zelfbeoordeling was hetzelfde. Joosten-ten Brinke: Ik heb ook de tentamenuitslagen er nog naast gelegd en de conclusie is duidelijk: zelfbeoordelingen zijn zeker geschikt voor het gebruik bij EVC.

Verder blijkt uit het promotieonderzoek dat de perceptie van de kandidaten, beoordelaars en begeleiders positief is en dat het portfolio door assessoren als een bruikbaar, eerlijk en relevant beoordelingsinstrument beschouwd wordt. Tot slot is er bestudeerd wat de gewenste efficiënte ondersteuning voor EVC-kandidaten zou moeten zijn, zowel vanuit het perspectief van de instelling als van de kandidaat. De afzonderlijke onderzoeken worden in verschillende wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd