Lijken in de kelder

Nieuws | de redactie
10 november 2008 | 70 jaar na de Kristallnacht -gisteren herdacht- zijn de universiteitsbibliotheken in Duitsland begonnen hun ‘schuldige’ voorraden te ontdekken. “Wie Leichen im Keller,” zoals de koepel van joodse organisaties in Duitsland het formuleert, zijn nog honderdduizenden van Duitse Joden - en uit verzamelingen elders in Europa- geroofde boeken aanwezig. Door ex libris, stempels of akribisch-bureaucratisch als J.A.(‘Juden-Auktion’) nu nog identificeerbaar bovendien.

Als enige universiteit tot nu toe heeft die van Marburg alle boeken die zij tussen 1933 en 1945 aanschafte grondig op herkomst onderzocht. Grote instellingen als die in Heidelberg, Kassel of Frankfurt zijn nog niet eens begonnen aan zulk onderzoek. 14 algemene bibliotheken hebben hun Raubgut inmiddels geregistreerd.

De ontdekkingen door boekhistorici binnen de instellingen zijn soms hartverscheurend. De universiteitsbibliotheek in Göttingen vond leveringen terug door het Beutelager van de Wehrmacht ter plaatste. Daarin waren boeken opgehaald uit Krakow en Poznan in Polen, en van een gymnasium in Enschede. De Weense Goethe-expert Friedrich Friszl raakte zijn boeken zo ook aan Göttingen kwijt. Hij werd naar het ghetto van Lodz in Polen gedeporteerd, waar hij in 1942 omkwam.

Ook had men aan die gereputeerde Duitse universiteit al in maart 1933 bij de boekverbrandingen graantjes weggepikt. 890 exemplaren waren in beslag genomen uit een communistische boekhandel, die geplunderd werd. De jonge onderzoeker die dit aan het licht bracht, kreeg weinig eer van zijn werk. Arno Barnert kreeg zelfs verwijten, omdat hij een onjuiste interne procedure zou hebben gevolgd bij het aanmelden van zijn onderzoekswerk. ‘Der Dienstweg’ blijft heilig, noteert der Spiegel ironisch.

Soms komen toch nog dingen terecht. Zo kregen de kinderen van de wereldberoemde Chopinvertolker Arthur Rubinstein de verdwenen partituren van hun gestorven vader terug. Zijn vaak met speciale opdrachten van componisten vergulde muziekstukken waren in 1940 in Parijs, direct na de bezetting, genaast door Hitlers ideoloog Alfred Rosenberg. Rubinstein was namelijk nog op tijd weggevlucht naar Amerika. Uit Berlijn verdwijnen ze in 1945 naar Moskou. Ze kwamen eind 50-er jaren terug, nu naar de staatsbibliotheek van de DDR. Pas in 2003 werden ze herontdekt, nadat in het Glinka-museum in Moskou vergeefs gezocht was. De stichting ‘Preußischen Kulturbesitz’ schonk de muziekpartijen daarop aan Rubinsteins nakomelingen in New York.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK