Banken vallen om, kennis brokkelt af

Nieuws | de redactie
2 maart 2009 | Overheidsinvesteringen in het HO dalen op langere termijn zozeer, dat dit de uitvoering van de Kennisinvesteringsagenda (KIA) ondermijnt. De private investeringen gaan wel omhoog. Maar dat is voornamelijk dankzij de collegegeldverhoging voor hogere lerarensalarissen. De ‘foto van de KIA heeft meer pixels dan voorheen’ zei Robbert Dijkgraaf op een bijeenkomst van het Innovatieplatform.

“Ons land behoort niet tot de kopgroep in Europa en in de wereld. We scoren nog wel boven het Europees gemiddelde, maar we zijn volgend en niet leidend.” Vooraanstaande kennisnaties als de VS, Duitsland, Finland, Zweden en Canada investeren juist nu in tijden van crisis fors extra in kennis en innovatie. Soms gaat dit om extra’s van 1% van het BBP. “Het beeld is onverminderd urgent voor ons land”, zegt Alexander Rinnooy Kan. “Nederland blijft achter bij de kenniseconomie die het moet zijn. Onze achterstand is niet verdwenen, ook als hier en daar enige, maar onvoldoende vooruitgang is geboekt.”

Zij lopen uit, dus wij zakken

De aansluiting met de top-kennislanden in Europa is Nederland aan het kwijt raken, ondanks positieve scores in ‘global competitiveness’ rankings, bij de kwaliteit van het HO, tech-openheid en de output van impactrijke publicaties in HO en R&D.

Topman Kleisterlee (Philips) rekende bij de presentatie van de KIA-foto 2009 voor hoe Nederland zichzelf hiermee versterkt op achterstand zet. “Juist nu zetten deze landen in hun crisispakketten extra in op kennis. Dat is dus bovenop de 9 à 10% die Scandinavische landen bijvoorbeeld nu als kennisinvesteringsquote kennen. Omdat ons land nu blijft steken op 7,6% en de inhaalactie dus stokt, halen wij hen zo niet meer bij. Zij lopen uit, terwijl bij ons het gevaar is dat wij gaan beknibbelen in plaats van de fundamenten voor de kenniseconomie te versterken. We moeten ons realiseren waar in de toekomst de groei zit en het geld wordt verdiend!”

Nederland heeft wel een goede uitgangspositie: een goede strategische ligging, een goed opleidingsniveau, een goede wetenschapscultuur en een aantal sterke economische sleutelgebieden. Kleisterlee: “Als we dit kunnen ondersteunen met een samenhangend industrie- en wetenschapsbeleid, kunnen we grote stappen maken. In de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum zijn we van de 10e naar de 8ste positie gestegen. We leggen wel een tweede Maasvlakte aan maar voor de kennisinfrastructuur moeten we ook investeren in high-tech campussen met top faciliteiten en goede bereikbaarheid. Dat is goed voor je concurrentiekracht en je werkgelegenheid.”

Diversiteit gevangen door Dijsselbloem

Het IP wees er nog eens op dat de wetenschappelijke kwaliteit in Nederland van hoog niveau is, tot in de mondiale kopgroep. De citatie-impact van de wetenschappelijke publicaties is 34% hoger dan gemiddeld in de wereld. Nederland staat wereldwijd op de 3de positie achter Zwitserland en de VS. Wat aantallen publicaties betreft zijn Nederlandse onderzoekers zelfs nummer twee. Zorgelijk in de KIA evaluatie 2009 is echter wel de score op innovatie en ondernemerschap. Het aantal mensen dat ondernemer wil zijn behoort tot de laagste van Europa. Alle andere Europese landen weten hun R&D groei wel te verbeteren. Ook is de aansluiting van wetenschap bij de praktijk onvoldoende.

De teruggang in het HO noemt Dijkgraaf tegen deze achtergrond zeer zorgelijk. De juist opvallend positief geworden score bij de instroom en resultaten van de HO-Bèta/Tech opleidingen acht hij een signaal, dat in het HO wel degelijk zeer goede prestaties mogelijk zijn als aan zo’n thema met kracht en gerichte investeringen gewerkt wordt.

Maar de bereidheid tot innovatie in het onderwijs is politiek verder onder druk gekomen. “Het is gevangen in de houdgreep van Dijsselbloem. We durven niet meer.” En dit terwijl in het hoger onderwijs geïnnoveerd zou moeten worden om te komen tot een grotere diversiteit van het aanbod aan opleidingen en routes. “Banken vallen om, zo weten we inmiddels. Maar kennis brokkelt af. Dat gaat steentje voor steentje door erosie.”

Grootste urgentie bij LLL

Dijkgraaf wees er op dat het halen van de ‘50% deelname’ Lissabon-doelstelling zeer moeilijk wordt. Juist daarvoor zou zo’n grotere diversiteit noodzakelijk zijn. Een bijzondere taak ligt hier voor het HBO en ook de top van het MBO, omdat met hen veel meer vormen van studentenstromen in het hoger onderwijs mogelijk kunnen worden gemaakt om alle talenten te trekken.

Het Innovatieplatform was in dit opzicht bijna gefrustreerd over de gebrekkige aanpak en voortgang bij de realisaties van LevenLangLeren. “De urgentie is daar nu juist het grootst!”, zei Kees Tetteroo en verwees naar de publicatie van OU-voorzitter Bovens op ScienceGuide, waarin deze LevenLangLeuteren gispte. “De partijen in dit veld houden elkaar in een houdgreep, maar ik voorspel u: hier gaat iets gebeuren en ook Alexander Rinnooy Kan laat dit niet los.” OU-voorzitter Bovens schreef op ScienceGuide een Open Brief aan de bestuurlijke top van Nederland, om een doorbraak als die door het IP gewenst aan te moedigen.

U vindt het Rapport Kennisinvesteringsagenda 2009 van het Innovatieplatform hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK