BON prijst “sympathiek” PVV-beleid
Wat Verbrugge als fundamentele overeenstemming in visie tussen BON en de partij van Geert Wilders noemt, is “ageren tegen commissies, lobbyclubs, de bureaucratische schil.” Onder die lobbyclubs wordt BON zelf waarschijnlijk niet meegerekend.
De PVV is met BON ook tegen “de positie van raden,” aldus Verbrugge in de NRC. Hij noemt als andere punten waar hij en Wilders tegenzijn: “nadruk op grootschaligheid” en “ondergeschiktheid van de leraar.”
Netelenbos revisited
Interessant is dat dit zonder uitzondering punten zijn die horen bij het ‘hoe’ van het onderwijs, niet het ‘wat’. De politiek zou zich na Dijsselbloem primair onthouden van ingrepen en dictaten ten aanzien van dit ‘hoe’ en haar beleid vooral richten op het borgen van het ‘wat’.
Die lijn is mede aangespoord door BON, om niet voortdurend interventies te plegen in de aanpak in de school en de collegezaal door het veld en de deskundigen in de professie. Nu lijkt Verbrugge met de PVV op een lijn te zitten a la Netelenbos en Van Kemenade:het bepleiten van een onderwijsbeleid van nadrukkelijke interventies in de structuur en de aanpak van het onderwijs van bovenaf.
Sympathieke interventies
BON laat zich niet uit over andere ingrepen die de PVV voornemens is en die in het onderwijs vergaande consequenties zouden kunnen hebben. Zouden de scholen en HO-instellingen moeten meewerken aan ‘sympathieke interventies’ als het opleggen van financiële strafmaatregelen aan studentes die een hoofddoek dragen? Zouden de besturen en de medewerkers in het onderwijs moeten meewerken aan de voorbereiding van de deportatie van moslims onder hun personeel en studenten, zoals PVV-leider Wilders deze in Denemarken als doelstelling van zijn beleid heeft kenbaar gemaakt?
Verbrugge zegt – na de publicatie op ScienceGuide – in een terugtrekkende beweging in een onderwijsblog van de NRC, dat BONeen “politiek neutrale vereniging” is. “Als de PVV standpunten van BON overneemt, is dat prima.” Hij heeft daarbij alleen gesproken over de onderwijsstandpunten van de PVV en noemt “de door Geert Wilders voorgestelde ‘kopvoddentaks’ bespottelijk.” Verbrugge laat hierbij achterwege te melden, dat hij tevens had gezegd “niet rouwig te zijn” van het idee dat de PVV zou gaan regeren. En dan komen genoemde beleidsgedachten voluit op tafel, ook als BON deze minder plezierig zou achten.
En het hoger onderwijs?
Voor het hoger onderwijs betekent de visie van Verbrugge op de onderwijsstandpunten van de PVV ook het een en ander. Zo wil deze partij universiteiten bestraffen als zij -bijvoorbeeld- allochtone studenten stimuleren met assistentschappen en andere impulsen voorextra talentontwikkeling en studiesucces. De VU – waar Verbrugge docent is – profileert zich juist op dit terrein nadrukkelijk.
Die beleidslijn van de PVV heeft overigens met de Islam niets te maken, zo blijkt uit de Kamervragen hierover. Deze richt zich opmerkelijk genoeg op elke allochtone jongere die wil uitblinken in haar studie en waar de hogeschool of universiteit in wil investeren. Zou deze visie op het hoger onderwijs ook behoren tot de ‘sympathieke interventies’ die BON van harte toejuicht?
