Krimp in Rotterdam, arrogantie in Amsterdam

Nieuws | de redactie
4 maart 2010 | Demografie en studiekeuze blijven de toestroom naar technische opleidingen ondermijnen. Nederland is er bepaald nog niet. Dat blijkt uit een analyse van de patronen op dit terrein in de Rijnmond-regio. Tegelijk moet Amsterdam juist vrezen voor de hoofdstedelijke arrogantie, als het gaat om de rol als kennisstad.

Onderwijs in techiniek in de regio Rotterdam

Het aantal lager en middelbaar opgeleide techniekstudentenin de regio Rotterdam neemt in de komende jaren af. Dit blijkt uitde recent verschenen uitgave ‘Techniek in de regio Rotterdam’ vanhet Platform Bèta Techniek. Tegelijk is OECD bezig met eenvergelijkende analyse van de rollen en effectiviteit vanverschillende wereldsteden als kenniscentra. Daarin worden ‘010’ en’020′ ook met elkaar vergeleken.

Minder dan 30% van alle vmbo’ers in de regio Rotterdam kiest voortechniek. Dit percentage ligt enkele procenten onder het nationaalgemiddelde. Dit lage percentage geldt binnen alle leerwegen. Bredetechnische opleidingen, zoals grafische techniek en ICT zijnrelatief populair in de regio. Binnen de ICT-opleidingen ligt hetaandeel vrouwen hoger dan het nationaal gemiddelde.

Het aandeel mbo’ers dat een technische richting volgt, wijkt nietaf van het nationaal gemiddelde. Het aandeel vrouwen dat voor eentechnische mbo-studie heeft gekozen, ligt een fractie hoger dan hetnationaal gemiddelde. Met name de sectoren grafische- en nieuwemedia en transport en logistiek trekken veel studenten. Deaanwezigheid van de haven is een verklaring voor de populariteitvan de opleiding transport en logistiek en dit is gunstig voor deregionale arbeidsmarkt.

Het aantal mensen met een technisch beroep en/of een technischeopleiding en/of in een technische sector werkzaam, uitgedrukt perduizend inwoners van 15 tot 65 jaar ligt in de regio Rotterdamongeveer op het nationaal gemiddelde en is hoger dan in anderesterk verstedelijkte gebieden, zoals de regio Amsterdam.

Amsterdam loopt niet alleen maar voorop

Dat Amsterdam hier achter loopt, past in het patroon dat deOECD-onderzoekers nu al naar buiten hebben gebracht in hun eersteanalyses. De concentratie aan hoger onderwijsinstellingen enkennisinstituten is geweldig in de hoofdstad. Maar het ontbreektaan een gemeenschappelijke visie, er zijn te weinig banden met hetbedrijfsleven, er is een gebrek aan geaccepteerd leiderschap en eengevoel van urgentie lijkt te ontbreken, somt onderzoeker RichardYelland droogjes op.

De afgelopen maanden hebben onderzoekers van de OECD een review vanAmsterdam als kennisstad voorbereid. Daarbij maakten ze dankbaargebruik van een zelfstudie, gemaakt door een team onder leidingvan Peter Nijkamp. Ook waren ze gedurende het onderzoek een week inAmsterdam voor het voeren van allerhande gesprekken.

Het gebrek aan geaccepteerd leiderschap wordt door de bestuurders erkend. Zo zei Karel van der Toorn namens UvA,HvA en VU: “We hebben winnende kaarten op tafel liggen, maar tochwinnen we niet. Daar moeten we echt iets mee.” En ook financieelbestuurder van de VU, Kees Rutten, vond dat er gesneden moestworden in commissies en dat er meer ‘uitvoerende macht’ moestkomen. Maar wie dat op zich zou moeten nemen, liet hij in hetmidden.

Het idee, dat Amsterdam een geweldig potentieel heeft, deedwethouder Asscher eigenlijk sidderen. Hij vindt dat een gevaarlijkeboodschap. “Zeg je dat tegen Amsterdammers, dan gaan ze achteroverleunen.”

Demografie in de Rijnmond

Uitgaande van demografische ontwikkelingen kan wordenvoorspeld dat in de regio Rotterdam het aantal vmbo leerlingen datkiest voor een technische opleiding geleidelijk aan af zal nemen.Het aantal inschrijvingen in het mbo is sterk conjunctuurgevoelig.In tijden van economische crisis daalt het aantalberoepspraktijkvorming plekken, maar stijgt de bereidheid vandeelnemers om in het onderwijs te blijven.

Het totale aantal techniekstudenten zal de komende jaren door zulkeontwikkelingen en trends licht afnemen, zo laat de studie van hetPBT zien. Dit zal consequenties hebben voor de instroom vanstudenten techniek aan hbo-instellingen die in de regio actiefzijn, zoals de Hogeschool Rotterdam en INHolland.

Het belang van dit soort verkenningen en vergelijkende studies,zoals die van de OECD en het Platform, blijkt uit de reflectiedaarop van INHolland voorzitter Geert Dales. Hij meldde dat hij alsbeginnend collegevoorzitter van INHolland veel had gehad aande interviews van ScienceGuide over de OECD-review van hethoger onderwijs in 2007 met Simon Marginson. “Het leerde mij dat hetNederlandse hoger onderwijs het slecht doet op de aspecten vandiversiteit, vroege selectie en leven lang leren en dat er eenrelatief laag budget per student is. Die lessen zijn bepalendgeweest voor mijn hogeschoolbeleid.”

Half maart wordt de OECD-review van Rotterdam gepresenteerd.Naar verluidt zal die voor de zomer leiden tot een concreetactieplan.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK