Taalachterstand en voorlezen

Nieuws | de redactie
14 juni 2010 | Ondanks gelijke leervermogens hebben Turkse en Marokkaanse kinderen in hun eerste taal en het Nederlands een taalachterstand. Of er thuis meer Turks, Marokkaans of Nederlands gesproken wordt, speelt verrassend genoeg geen rol bij hun schooltaalvaardigheid. Wel veel voorlezen en praten thuis, blijkt uit UU-onderzoek.

Praten en voorlezen

NWO-onderzoeker Anna Scheele promoveerde op 11 juni hieroverin Utrecht. Hoe meer kinderen thuis worden voorgelezen enbijvoorbeeld gesprekken voeren met de ouders over meegemaaktegebeurtenissen, hoe beter de schooltaalvaardigheid van de kinderen,zo blijkt uit het onderzoek van Anna Scheele.

Hier ontstaat onderscheid tussen de verschillende nationaliteiten.Marokkaans-Nederlandse ouders kunnen hun kinderen niet in huneerste taal, het Tarifit-Berber, voorlezen omdat de taal geenwijdverbreid schrift heeft. Turkse ouders kunnen dit wel. Opvallendis verder dat in de Turkse gezinnen meer Turks gesproken wordt, dandat er Tarifit-Berber gesproken wordt in de Marokkaanse gezinnen.Verder was er geen belemmering in de verwerving van Nederlandseschooltaal waarneembaar in de Turkse en Marokkaanse gezinnen waarinrelatief veel in de oorspronkelijke eigen taal werdgesproken.

Tweetaligheid heeft voors en tegens

Scheele concludeert dat er twee tegengestelde mechanismenaan het werk lijken te zijn bij de taalverwerving van tweetaligekinderen: enerzijds kampen ze met minder aanbod per taal doorverdeling van het taalaanbod over twee talen (nadelig effect),anderzijds kunnen ze bij het verwerven van de tweede taal gebruikmaken van kennis die ze in de eerste taal hebben opgebouwd(voordelig effect).

Door de wereldwijd toenemende migratie groeien steeds meerkinderen tweetalig op. Dit stelt hoge eisen aan huntaalontwikkeling: om zowel op school als thuis goed te kunnenfunctioneren moeten ze twee talen beheersen. Vooral de schoolvraagt veel van hun taalvaardigheid, omdat kinderen daar kennisverwerven over abstracte onderwerpen, zoals aardrijkskunde,biologie en geschiedenis.

Anna Scheele onderzocht de (tweetalige) ontwikkeling vanschooltaalvaardigheid van 58 Nederlandse, 46 Marokkaans-Berberse en55 Turkse kinderen in de leeftijd van drie tot zes. Ze vergeleekhet taalaanbod in de gezinnen, de taalontwikkeling in de eerste entweede taal en de cognitieve vaardigheden (het geheugen en denon-verbale intelligentie) van de kinderen.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK