Sterker uit de crisis?

Nieuws | de redactie
27 oktober 2010 | "Sterker uit de crisis komen. Dat is het motto dat premier Rutte centraal stelt. De vraag is of het regeerakkoord dat doel helpt realiseren. Vanuit de kennisssector blijft het verdacht stil," analyseert Kennisland-voorman Joeri van den Steenhoven. "Het adagium lijkt te zijn: Stilzitten terwijl anderen geschoren worden."

Sterker uit de crisis komen. Dat is het motto dat Premier Ruttein zijn regeringsverklaring centraal stelt. Met die ambitie kanniemand het oneens zijn. De vraag is of het regeerakkoord dat doelthelpt realiseren. Vanuit de kennisssector blijft het verdacht stil.Geen enthousiaste bijval noch kritische geluiden.

Het adagium lijkt te zijn: Stilzitten terwijl anderen geschorenworden. Het algemene gevoel is dat met de enorme bezuinigingen vandit kabinet de kennissector relatief buiten schot blijft. Tegelijkhoor je in de bestuurlijke wandelgangen het advies om dit kabinet’voorlopig maar even uit te zitten’. Dat lijkt me niet verstandig.Zo komen we niet sterker uit de crisis en in het regeerakkoordstaan maatregelen die een reactie en een debat verdienen.

Het nieuwe kabinet houdt vast aan de ambitie om tot de top vijf vankenniseconomieën te behoren. Het lijkt op het eerste gezicht nietop kennis en innovatie te bezuinigen, maar middelen teverschuiven.  Weg van bureaucratie en bestuur, richtingbedrijven en de werkvloer. Geen subsidies, maar lastenverlichting.Minder overhead, meer prestatiebeloning.

Dat is niet per se een slechte zaak. Er worden van de kennissectormeer prestaties verwacht, en terecht. Bedrijven worden door hetkabinet opgeroepen meer te investeren in R&D. Het onderwijsmoet meer kwaliteit leveren.  Onderzoek moet excellenter ensneller tot nieuwe toepassingen leiden. Allemaal prachtig, maarhelpt dit regeerakkoord dat te realiseren? Daar zie ik nog wel eenpaar problemen.

Ruimte voor vernieuwing

Het regeerakkoord wil ruimte geven aan innovatie enexcellentie. Maar doet het dat ook? Terwijl in andere landen extrawordt geinvesteerd in kennis en innovatie, leert nadere beschouwingvan het regeerakkoord dat hier de kennissector moet inleveren. Watbetreft onderwijs investeert het kabinet precies evenveel als hetbezuinigt. Maar door de lonen van alle leraren voor vier jaar tebevriezen, duikt het onderwijs in de min. Een fnuikendsignaal.

Met het aanstaande lerarentekort wordt het al moeilijk genoegmensen voor de klas te krijgen, laat staan te vernieuwen en dekwaliteitssprong te maken die het kabinet verlangt. Eenloonbevriezing beperkt die ruimte alleen maar, en zal in een krappearbeidsmarkt zelfs irreëel blijken.  

Vele subsidies worden geschrapt, maar vooral de opheffing van hetFES zorgt voor minder ruimte voor excellentie. Deze goed verstoptemaatregel zal oplopen tot honderden miljoenen tot 2015, en wellichtzelfs miljarden tot 2020 minder investeringen. De doelstellingenvan de KIA lijken daarmee ver weg. Met als gevaar dat hiermee deuittocht van R&D uit Nederland een extra zet wordt gegeven.Eens kritisch kijken naar de effectiviteit van subsidies is zeerverstandig. Maar is de opheffing van het FES niet wat te makkelijk?Alle aardgasbaten naar de staatskas laten vloeien, lijkt op eenbedrijf dat uit idee-armoede eigen aandelen inkoopt in plaats vante investeren in nieuwe activiteiten. Dat is meestal een teken vanstilstand, niet vooruitgang. Is de uitdaging niet om, zoals eerderop ScienceGuide is betoogd door werkgeversvoorzitter Wientjes, de resterende aardgasbaten slimmerte investeren?

Het gevaar is dat door deze bezuinigingen de ruimte voorvernieuwing juist wordt beknot en de sector niet wordt uitgedaagdom meer te presteren en te excelleren. De huidige stilte is daarwellicht een voorbode van. Uit een combinatie van angst (het kannog erger worden) en wantrouwen (zie je wel, we weer moetenbezuinigen en meer presteren) blijft men stilzitten. Terwijl als westerker uit de crsisis willen komen, moeten we juist in bewegingkomen. 

Ik zeg niet dat er een blanco cheque aan de kennissector moetworden uitgeschreven. Verre van dat. Maar de huidige combinatie vanmeer vragen en minder geven, kennen we uit het verleden.En deze heeft telkenmale bewezen slecht uit te pakken. Dat hadde voormalig staatssecretaris van hoger onderwijs moetenweten.

Kwaliteit, kwaliteit, kwaliteit

Kwaliteit is voor Rutte-1 het centrale begrip als het gaatom onderwijs. Presteren is geen vies woord meer, zo stelt hetregeerakkoord. Dat geldt voor leraren, leerlingen en studenten. Erkomt meer aandacht voor harde kennis, meer centrale toetsing enprestatiebeloning voor leraren. Ook in het hoger onderwijs moet dekwaliteit omhoog. Het regeerakkoord neemt daarmee de kernboodschapvan de Commissie Veerman over. Meer contacturen, sterkereprofilering en zelf selecteren. Langstudeerders moeten meer betalenen master-studenten moeten gaan lenen maar krijgen beter onderwijs,zo belooft dit kabinet. 

Die focus op kwaliteit is hard nodig en komt niet onverwacht. Hetdebat in de sector gaat hier al jaren over, de noodzaak ervan isrecent nog onderstreept door sommige hogescholen. Premier Ruttebracht dit punt al in toen hij staatssecretaris op OCW was. Eenaantal maatregelen zullen die kwaliteitsslag in de praktijk echterbehoorlijk lastig maken. Leraren krijgen het moeilijker, omdat eenforse bezuiniging op passend onderwijs (300 miljoen) maakt dat zijstraks meer kinderen in de klas hebben die om extra begeleidingschreeuwen maar dat niet krijgen. Dan werken aan meer kwaliteit iseen behoorlijke uitdaging. En wie wil dat überhaupt doen alstegelijk je salaris op nul wordt gezet? Waarschijnlijk niet diehoogopgeleide jonge leraar die we daar zo graag willen hebbenstaan.

Het hoger onderwijs krijgt weliswaar extra middelen vooronderwijsintensiteit en kwaliteit, maar moet tegelijkertijdinleveren. En zeker als blijkt dat de langstudeerders sneller gaanstuderen of stoppen, blijft er weinig over. Er zal straks vaninstellingen veel creativiteit gevraagd worden om met gelijke ofminder middelen meer kwaliteit te leveren. Om maar niet te sprekenwat die kwaliteit precies is.

Focus en massa

Dit kabinet kiest voor meer focus waar het gaat omonderzoek en innovatie. De coordinatie wordt belegd bij het nieuwedepartement Economie, Landbouw & Innovatie (ELI). Maar wat valter nog te coordineren? Het kabinet schaft zo’n beetje alleinnovatiesubsidies af en sluist dit geld naar lastenverlichtingvoor bedrijven. Dit kan echter juist meer versnippering opleverenomdat elk bedrijf een beetje krijgt.

Zeker, de effectiviteit van bepaalde subsidies kan worden betwist.Niks mis om dat eens kritisch te bezien. Maar gekoppeld aan deopheffing van het FES betekent het dat er straks nagenoeg geenmiddelen zijn om te investeren, ook als het wel effectief kan.Bovendien neemt tegelijk binnen de departmenten de ruimte encapaciteit voor innovatie door alle bezuinigingen binnen deoverheid fors af.

Er is een uitzondering: Het kabinet wil een revolverendinnovatiefonds opzetten. Aangezien zo’n fonds begrotingstechnischeen budgetneutrale operatie is, kan Minister Verhagen dit fonds zoin het leven roepen. Middelen die hieruit beschikbaar komen, moetenwel letterlijk weer terugvloeien. De overheid gaat dus echtinvesteren. Om dat te realiseren zal nog een lastige klus zijn. Hetis waarschijnlijk alleen haalbaar voor innovaties dichtbij de markten niet voor lange termijndoorbraken. De vraag is wat daarin de rolvan de overheid is en hoe Minister Verhagen dit wil doen. Ik benbenieuwd waar hij mee komt.

Dit kabinet kiest voor topgebieden van de economie, voorheen desleutelgebieden. Die worden leidend in het nieuwe beleid. In 2011komt Verhagen met een nota hierover, met welke middelen isonbekend. Het regeerakkoord stelt verder dat allerleibedrijfsclusters maximaal zullen worden gefaciliteerd, variërendvan de Zuidas Amsterdam tot GreenPort Venlo. Zonder dat hiervoorgeld is gereserveerd. Tegelijk wordt het regionaal economischebeleid van het Rijk geschrapt en gedecentraliseerd. Aangezien demiddelen hiervoor uit het FES kwamen, betekent dit in de praktijkwaarschijnlijk exit Pieken in de Delta. Provincies en gemeentenmogen het zelf uitzoeken.

Maar ook zij worden gekort, dus hoe dit zal uitpakken is onhelder.Kortom, best goed om eens de knuppel in het innovatiehoenderhok tegooien. Maar door zowat alle middelen weg te halen, is het gevaardat het kabinet staks blijft steken in mooie woorden.

Open deuren en gemiste kansen

Voorts komt dit regeerakkoord nog met een aantal opendeuren. Losse beleidsaankondigingen die niet zijn uitgewerkt nochfinancieel zijn onderbouwd, maar waar nimand echt tegen kan zijn.Zo komt er meer aandacht voor kennisvaloratie bij het MKB, decreatieve industrie draagt bij aan innovatie en economischeontwikkeling, komt er meer ondernemerschap in het MBO, bevorderthet kabinet startups bij universiteiten en een vrij en openinternet. Aan de bewindslieden om hier wat van te maken.

Daarnaast blijft opvallen wat er niet in het regeerakkoord staat.Er staat weinig tot niets in over het lerarentekort en de effectenvan demografische krimp op het onderwijs. Deze week publiceerde het SBO nieuwe cijfers die laten zien dat tot2015 in sommige regio’s het aantal leerlingen met maar liefst 12%gaat dalen. Tegelijk zal de komende jaren het grote uittreden vande huidige generatie leraren echt gevoeld gaan worden.

Al zal dat effect wellicht iets gedempt worden door de crisis,beide ontwikkelingen hebben enorme gevolgen voor de kwaliteit. Erstaat verder geen enkel woord over levenlang leren in het akkoord.Terwijl dit met de vergrijzing een van de belangrijkste uitdagingenwordt. Echte hervormingen ontbreken. En wat wordt de positie vanhet kunstonderwijs nu er buitenproportioneel op kunst en cultuurwordt bezuinigd?

De kern van mijn kritiek richt zich echter op de haalbaarheid vande ambitie. Halen we met dit akkoord een positie in de top vijf?Gezien wat andere landen doen, vrees ik dat we ingehaald gaanworden. Realiseren we op deze manier meer kwaliteit? In de praktijkzal dat erg lastig worden door de fnuikende combinatie van mindermensen en minder geld. Zorgen we voor een beter innovatieklimaat?De ruimte om te experimenteren, te vernieuwen en te excellerenlijkt eerder af dan toe te nemen. Dat kan niet de bedoelingzijn.

Premier Rutte vraagt ons optimistisch naar de toekomst te blijvenkijken. Ik zou het graag met hem doen. Ik deel zijn ambitie omNederland dynamischer en sterker te maken. Want we mogen en kunnenniet accepteren dat toekomstige generaties het straks minderkrijgen dan de huidige. Daar mag je je zelfs -zoals Rutte zelf ingesprek met ScienceGuide al betoogde- boos over maken, en dat doe ik zeker.

Want er staat veel op het spel, zoals we eerder deze maand in de Kenniseconomie Monitor 2010 lieten zien. Juistdaarom is het goed met elkaar kritisch te spreken over de richtingen haalbaarheid van de kabinetsplannen. Dat verdient geen stilte,maar een goed debat en vervolgens een aanpak waar iedereen aanwerkt. Alleen zo komen we sterker uit de crisis.

Joeri van den Steenhoven, voorzitter Kennisland


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK