Geen master Noord-Zuidlijn
In debat bij de ASVA met studenten schetste Bussemaker dat dehogeschool met de UvA samenging “in een heel ander tijdsgewrichtdan nu.” Bestuurlijk moet men nu dus anders werken. De trend isniet meer de groei naar één geheel, maar naar profilering op watuniversiteit en hogeschool goed doen en onderscheidt. “Richt je opje kracht dat is wat we nu moeten doen.”
Geen Calimero-houding
Dit betekent voor Bussemaker ook een andere mentaliteit in haarorganisatie. “De HvA moet ophouden met een soort Calimero-houding.De UvA moet ophouden met een zekere neerbuigendheid naar het HBO.We hebben beide de opdracht onze studenten te laten gaan waar zijhet beste tot hun recht komen. Dat betekent niet per definitiedoorstroom van HBO naar universiteit, maar ook dat VWO’ers naarniet-universitaire opleidingen moeten kunnen die heel goed bij henpassen. Denk aan fysiotherapie en pedagogische vakken.”
De hogeschool gaat om deze reden bewust niet alles aanbieden wateen brede HBO-instelling aan varianten zou kunnen ontwikkelen. Dekeuzes moeten gemaakt worden met als motivatie de grootstedelijkeomgeving van HvA en UvA. Dat raakt ook de doorstroom van HBO naarWO. “Schakelprogramma’s zijn daar niet de toekomst. De HBO-studentwordt dan namelijk niet adequaat voorbereid op het academischestuderen in de master.”
Ingedaalde programma’s
De HvA ziet meer in “ingedaalde programma’s” binnenHBO-opleidingen voor studenten die duidelijk door kunnen groeien endan al in eerdere jaren ook op universitaire vervolgstudies kunnenworden voorbereid. Sommigen honours-trajecten in hetSirius-programma laten zien dat dit met extra accent oponderzoeksvaardigheden in de HBO-studie goed kan werken.
Han van Dissel, decaan van Faculteit Economie en Bedrijfskundevan de UvA, had op dit punt wel een kritische kanttekening.Feitelijk is het zo dat hij van vele HBO-studenten ook buitenAmsterdam de vraag krijgt of zij met een schakelprogramma aan deuniversiteit verder kunnen. Hij stelde vast dat het aantalHvA-studenten vanuit zulke ingedaalde programma’s nog een zeerkleine groep blijkt te zijn. De samenwerking tussen HvA en UvA moetwat hem betreft dan ook vooral bottom-up gebeuren.
Profileren met Schiphol
De masters in het HBO ziet Bussemaker niet als eenvanzelfsprekend alternatief voor de universitaire master. “EenHBO-master moet de professionele kant van de HBO-opleiding verderverdiepen. Bijvoorbeeld op thema’s die in de grootstedelijkeomgeving van belang zijn en waar de beroepspraktijk hier omvraagt.”
Op de plagerige vraag of men dan een Noord-Zuidlijn master gaataanbieden wees de HvA-rector liever op de profilering met eenopleiding als Aviation gekoppeld aan Schiphol, terwijl de collega’sin Rotterdam zich meer richten op de haven. Ook wordt met Utrechtingespeeld op de vraag uit de creative industries. “We doen dusbewust niet alles en nog wat. We gaan niet aanbieden wat denkbaaris alleen omdat het mogelijk is.”