Op weg naar 13 september

Nieuws | de redactie
27 augustus 2012 | Tien jaar na 2002 is het land weer “een beetje in de war.” Terwijl economie en cultuur voor een tweesprong staan, lijkt “elke sense of urgency” te ontbreken in de verkiezingsstrijd, zegt econoom professor Sylvester Eijffinger (UvT). Waar gaat dat toe leiden?

U heeft in een reeks openbare colleges de eurocrisis, destaatsschulden en de kansen en zorgen voor Nederland en Europageanalyseerd. Hoe klinken die mogelijkheden en bedreigingen door inhet politiek debat?

“Dit zijn bizarre tijden. Ik heb af en toe het gevoel in eensurrealistisch toneelstuk te zijn beland. Gratis kraanwater in dehoreca. Deportatie van een kickbokskampioen. Eerlijk gezegd ook dielangstudeerboete. Is dat waar deze politieke keuze om zal en moetgaan?

Ik moest dezer dagen op de radio commentaar geven op de gedachtevan de invoering van een nieuwe binnenlandse munt, de florijn,naast de euro. Je doet zoiets dan ook nog, potsierlijk eigenlijk.Kwam de vraag van een luisteraar of je die munten straks tegelijkuit de pinautomaat zou kunnen ophalen…

Maar ook zo’n €1000,- belastingkorting voor alle werkenden dieMark Rutte belooft, daar moet hij zich als premier toch wat voorschamen. Wat goedkoop. Iedereen is in verwarring, daar houd ik hetmaar op.”

In 2002 was de verwarring er vooral door de combinatie vanhet leeglopen van de ‘paarse ballon’ van snelle welvaart en door’9-11′. Wat is nu de katalysator?

“De combinatie van vijf jaar krediet- en schuldencrisis met deprimair politieke eurocrisis. Daardoor zijn zowel de burgers als depolitici zelf zeer nerveus. Alles is volatiel, electoraal encultureel lijkt het wel. De media jagen dit aan door korte termijnagenda’s voorop te zetten in hun overhaaste berichtgeving.

Zo jagen deze drie elkaar cyclisch op, als een rond spinnendeBermudadriehoek waarin elke grondige vraag of analyse verdwijnt.Media hollen achter korte termijn oprispingen aan, burgers gaanspringerig volatief daarmee aan de haal, politici pogenbloednerveus daar bij aan te haken om gehoor te vinden, daar pakkende media direct hun nieuwste korte termijn puntje uit op en decarrousel draait weer een rondje. Over de florijn, over kraanwater,noem maar op.”

De val van de gedoogcoalitie en de komst van ‘Kunduz’ gevenaan dat men in Den Haag de noodzaak tot krachtig ingrijpen welzag?

“Dat is zo merkwaardig juist. De gedoogfase kende een positiefaspect. Hij liet iedereen zien, dat je geen land kunt regeren doorde omgeving en de realiteit van Europa te negeren, laat staan tebestrijden. Als vijfde economie van de Eurozone is Nederland ookgeen kleine speler meer in de actuele situatie! Na het weglopen enuiteenrafelen van de PVV kon iedereen zien dat Nederland nu helderekeuzes kon en moest maken.

Goede voorbeelden genoeg bovendien. Duitsland onder Merkel isduidelijk. Mario Monti zet met grote moed alles op alles om Italiëna decennia populisme en verlamming weer op de been te krijgen. Zoerg is het bij ons gelukkig niet, maar het spoort aan hier ookhelder en vooruitziend te gaan regeren. 

Zo heeft Monti eind vorige week een groeipakket ingediend alsvervolg op de saneringen. Daarin hervormt hij meteen hetonderwijssysteem van zijn land, omdat bijvoorbeeld een stevigerkwaliteitsevaluaties essentieel zijn voor het herstel van deeconomie en het groeivermogen op de langere termijn. Het zelfdegeldt voor de investeringen in publieke en private R&D. Datschreef ik met collega’s al in 2005 als lid van de REA voor deTweede Kamer. Zeven jaar verder is daar nog niets mee gebeurd.

Sterker nog, die uitgaven zijn in ons land gedaald in die jaren.Wat Monti heel goed begrepen heeft, midden in de crisis die hijaanpakken moet, zien wij hier niet. Nederland drijft zo af naar eenland dat steeds minder toegevoegde waarde kan leveren. Dat leidtertoe dat wij als land gaan verzwakken en verarmen. Die ‘sense ofurgency’ ontbreekt echter nu in de campagne. Ik zei al iets over defiscale belofte van Rutte, als ernstig voorbeeld hiervan. Jeschrikt bijna van zo’n opportunisme.”

Hoe kan het dat die herneming van een besef van urgentie nahet opstappen van Wilders zo snel weer weg spoelde? Het licht’meevallende’ beeld van de recessie en het tekort, maakt dat somslichtzinnig?

“Het is vooral een kwestie van de horizon en competentie vanpolitieke voorlieden, vrees ik. Beide zijn nogal beperkt, lijkthet. Die volatiliteit van meningen, impressies en ‘nieuws’ maaktniet alleen opportunistisch en verward. Het is meer dan ooit eeninteractief opportunisme. Die voortdurende fluctuaties vanoprispingen tussen burgers, media en politici juint elkaar op. Eenreden waarom Wilders niet meer zo ‘scoort’ is dat alle anderen nuook via hun ‘tweets’ hem feitelijk kopiëren. Zijn unique sellingpoint is weg.

Dit drijft alleen wel aan tot het ultieme adhd-gedrag.Proefballonnetjes vervangen bijna volledig het discours. Verwarringwordt zo van een te beheersen affect een gewenste staat vandienst.”

Toch staat ons land, met de Europese partners, voor eentweesprong. De crisis is primair een politieke, zegt u.

“De eurocrisis is een vertrouwenscrisis. Duitsland krijgt geldtoe als het leningen wil aannemen. Nederland ‘profiteert’ doordatons tekort bijna kosteloos ‘gedekt’ kan worden in de financiëlemarkten.

We moeten vertrouwen herwinnen, dat de Europese landen samen deproblemen weten aan te pakken, hun ‘governance’ van de economie oporde brengen. En we moeten de groei weer op peil brengen om deschuldenlast echt weg te werken.

Dat is de reden dat we hervormen moeten, op de arbeidsmarkt, inde woningsector, de zorg, de kenniseconomie, ook hervormen in deEuropese Unie en de afspraken over begroting en banken endergelijke. Dat is nogal een heel pakket, een hele klus. Daarmoeten we nu de keuzes bij maken. Niet omdat het ‘moet vanBrussel’. Omdat wij dat zelf juist nodig hebben om als welvarendland verder te kunnen. De eisen ‘van Brussel’ hebben wij nota benemet onder meer de Duitsers zelf scherp opgeschreven.”

Die heldere keuzes komen in de campagne weinig helder voorhet voetlicht. Hoe zouden ze dan toch gemaakt moetenworden?

“Allereerst staat ‘het midden’ in de nationale politiek hiervoor een opdracht. Die partijen hebben de plicht duidelijk te makendat zij echt ergens voor staan. Flauwekul als florijnen ofanti-Europese stoere taal moeten zij belachelijk durven maken en deeigen, serieuze lijn daar tegenover zetten. Klare wijn schenken inplaats van gratis kraanwater, zal ik maar zeggen.

Bovendien zou de gedoogconstructie als een erg nuttige ervaringmoeten worden opgevoerd, juist door de middengroepen. Met labiele,populistische partijen kun je geen land regeren, daar betaalt juistde burger en het bedrijfsleven een hoge prijs voor. Of het nu deLPF was, of Rita Verdonk met haar avonturiers of nu de PVV, hetmaakt niet uit. Zulke lieden kunnen het niet en willen het ook nietkunnen. Ze vallen ruziënd uit elkaar zodra het op kiezenaankomt.”

U heeft eerder gewaarschuwd voor het effect van zulkepartijen op de reputatie van ons land in economische grootmachtenelders. Hoe ernstig moet je dat nu nemen?

“Ernstig genoeg. In Brussel en in Frankfurt – bij de CentraleBank – heeft onze positie echt geleden. Dat je een regering hebtdie afhankelijk is van een partij die geen ministers levert, maarwel onmogelijke eisen of beweringen doet over andere landen waar jemee samenwerkt, dat blijft echt niet verborgen.

Bij de G20 staan we al buiten de deur. Balkenende drong binnen.Bij het overleg van Merkel en Van Rompuy met de andere grote landenzit de vijfde economie van de Eurozone, het land dat Duitslandsteeds steunt, er gewoon niet bij. Toen Blair zoiets ooitprobeerde, nam Wim Kok het vliegtuig en schoof onuitgenodigd,doodleuk aan bij het hoofdgerecht of dessert. Zoiets laat je jeniet gebeuren, als land.

Nog een paar van zulke situaties en Nederland is in een rijtjegezet tussen Denemarken en Oostenrijk, en duidelijk onder het’boomende’ Polen en onder België dat dankzij de locatie van Brusselaltijd hoger scoort dan zijn gewicht.”

De ochtend van 13 september zal het eigenlijk moetengebeuren. Een versplinterde Kamer maakt regeren zoals u dat schetstbijna onmogelijk. Welke keuzes blijven dan over?

“Of Brabant, of Limburg. Na de laatste verkiezingen – die voorProvinciale Staten – zijn er twee zeer opvallende coalitiesgesloten. Beide een reactie op de versplintering onder de kiezersen op de gedoogcoalitie. In Limburg kwam PVV-CDA-VVD aan het roer,met PVV-ers als bestuurders, niet als gedogers alleen. In Brabantsmeedde formateur Hans Wiegel SP-VVD-CDA, een klassiek’afspiegelingscollege’ van de grote partijen als het ware.

U weet hoe het afliep. In Limburg werd het chaos. De PVV vieluiteen in schandalen, het CDA rechtte zijn rug en de zaak klapte.Wilders liep meteen de volgende dag ook weg uit hetCatshuisoverleg. In Brabant bestuurt het midden-links collegerustig, zakelijk en doelgericht.

Deze strategische les laat meteen zien dat CDA en VVD bereidzijn de populistische kiezer serieus te nemen, maar wel met eenserieus regeerprogram en fatsoenlijk bestuurlijk handelen. En jeziet dat de SP durft te kiezen en tot afspraken te komen die ookstaan. Juist dat was bij LPF-clubs als ook de PVV steeds weer deachilleshiel.

Er zal Roemer en zijn adviseurs met grote ervaring alsMarijnissen veel aan gelegen zijn zich als ‘allesbehalve een LPF’te profileren en bewijzen. Voor je het weet wordt Rutte-II ofRoemer-I het eerste kabinet sinds Kok-I (1994-1998) dat eenvolledige, normale zittingstermijn van vier jaar weet vol temaken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK