Start-up Nederland

Nieuws | de redactie
26 september 2012 | Een mix van VVD en PvdA ideologie vraagt om bijsturing van het Topsectorenbeleid, stelt HAN-lector Frans Nauta. “In start-ups vinden ‘sterk en sociaal’ én ‘zelfontplooiing’ elkaar. En laat die opbloeien in een regelvrije zones.”

“Het is maar weinig kabinetten gegeven dat het vorige kabinet jeeen nieuw beleidsgebouw levert dat nog amper is ingericht. Dat iswat het nieuwe kabinet aantreft op EL&I. Rutte 1 heeft deverbouwing voor zijn rekening genomen, maar implodeerde voordat deinrichting geregeld was. Aan Rutte 2 de schone taak om het gebouwinrichten én met de eer strijken.

Topsectoren

Voor de nieuwkomers, nog even kort het Topsectorenbeleid. Eenbeweging naar meer toegepast onderzoek, aangestuurd door vragen uitde markt. Dit met de bedoeling om die vermaledijde ‘kenniskloof’van Balkenende en het Innovatieplatform nou eindelijk eens teoverbruggen. De regie ligt bij Topteams, de uitvoering viaTopconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s).

Het ministerie heeft drie doelen met dit nieuwe beleid: Nederlandmoet in 2020 in de top 5 van kenniseconomieën van de wereld zitten;de uitgaven voor R&D moeten in 2015 meer dan € 500 miljoenbedragen (via de publiek-private TKI’s, waarbij ten minste 40% doorhet bedrijfsleven wordt gefinancierd); de gezamenlijke publieke enprivate Nederlandse R&D-inspanningen moeten naar 2,5% van hetBBP in 2020.

Het grappige nieuws is dat Nederland volgens een paar recentebenchmarks dit jaar al in de top 5 van de wereld zit. En die € 500miljoen, dat is geen enkel probleem. Dus de échte opgave wordt omde R&D inspanningen naar 2,5% van ons BBP te krijgen. Eendoelstelling die ook voor Rutte 2 relevant blijft, want op dat vlakblijft Nederland bleek afsteken tegen de rest van deOECD-landen.

Ideologische mix

Wat is de ideologische kern in een VVD-PvdA kabinet? De VVD is departij van de ‘zelfontplooiing’, de PvdA wil ‘sterk en sociaal’. Eris een mooie politieke agenda te bouwen op het snijvlak van dietwee: ‘Sterk en sociaal via zelfontplooiing’. Rutte 2 gaatinnovatief ondernemerschap stimuleren om economische enmaatschappelijke waarde te creëren.

Vertaald naar een inhoudelijke agenda dan kom je uit op thema’salsclean tech(groene energie, groene grondstoffen, waterzuivering),watermanagement (een prachtig thema voor een meer zakelijk ensociaal OS-beleid) en op de zorg. Leg je dat naast de bestaandetopsectoren, dan kun je daar heel behoorlijk mee uit devoeten.

Niettemin vergt de ideologische mix van PvdA en VVD wel nieuweaccenten in de aanpak van de Topsectoren. Laat ik er tweenoemen:

1. Ondernemerschap

Wat tot nu toe amper aandacht heeft gekregen in hettopsectorenbeleid is de rol van start-ups in eeninnovatie-ecosysteem. Tot nu toe ging het alleen over grotebedrijven en de kennisinstellingen. Dat is niet vreemd, de motorachter de topsectoren was en is VNO-NCW.

Er niks mis mee dat er veel aandacht is voor de grote jongens,ze zijn cruciaal voor de Nederlandse economie, maarinnovatie-hotspots drijven op de synergie tussen grote bestaandespelers en snel groeiende start-ups. Het gaat niet zonder diestart-ups. Dat zijn de broedplaatsen voor ideeën die voor de grotejongens te risicovol en te wild zijn.

Die start-ups lossen ook het probleem van de lageR&D-indicator op. Tot het begin van de jaren zeventig hadNederland een van de hoogste R&D-cijfers van de hele wereld.Sindsdien zijn we langzaam maar zeker weggezakt. De reden daarvooris het succes van onze multinationals. Hun internationale succesmaakte echter dat ze in andere landen gingen produceren. Met deproductie volgden de laboratoria.

En dus dalen de Nederlandse R&D-bestedingen van Philips,Shell, DSM, AkzoNobel en Unilever al dertig jaar. Vandaar die lageR&D-score van Nederland gemeten in percentage van het BBP. Deenige manier waarop daar verandering in komt is als er veel nieuwebedrijven opkomen, die voor hun productie en R&D gebonden zijnaan Nederland.

Wat gaan we er aan doen? Een goede eerst stap is dat iederetopsector 5% van het budget besteedt aanondernemerschapsactiviteiten. Daarnaast is er een ‘ondernemendondernemerschapsbeleid’ nodig. Er is erg veel bereikt sinds 2003,maar het kan nog steeds beter. Een nieuwe impuls voorondernemerschapsonderwijs, het starten van een bedrijf nogmakkelijker maken, de Israëlische belastingmaatregelen voor venturecapital ‘copy-pasten’ en tot slot de faillissementswetgevingaanpassen (duurt écht te lang!).

Maak een publiek-privaat platform om het maatschappelijk belangvan ondernemerschap en investeren zichtbaar te maken. We noemen het’Start-up Nederland’, en kijken de kunst af van Obama’s ‘Start-upAmerica’. En geef, als klap op de vuurpijl, iedere universiteit eenregelvrije zone, waar start-ups de eerste drie jaar van hun bestaangeen last hebben van loonbelasting & ontslagrecht.

2 De NL-Prize

Innovatie is politiek een lastig onderwerp. Je kunt er niet goedmee scoren, zo gaat het verhaal in Den Haag. Omdat het zoingewikkeld is. Omdat het zo abstract is. Omdat het niet aanspreektbij ‘de mensen’. Het staat om die reden ook niet erg in aanzien inde Tweede Kamer.

Dat gaat er bij mij niet in. Natuurlijk, scheidingstechnologie isingewikkeld. Maar iemand zien prutsen aan een proefopstelling isleuk, helemaal als de onderzoeker in gewoon Nederlands kanvertellen waar hij op zit te puzzelen.

Biobased production klinkt ingewikkeld. Ooit gehoord vanbiologisch geproduceerd barnsteenzuur? Ja, dat is inderdaadingewikkeld. Maar als iemand van DSM kan uitleggen dat ze degrootste producent van bio-barnsteenzuur in de wereld zijn, danluisteren mensen wel. Vooral als de mensen die aan het projectgewerkt hebben kunnen uitleggen hoe ze zaten te prutsen om diefabriek aan de praat te krijgen.

Twee voorbeelden, twee keer dezelfde conclusie. Het gaat om hetvermogen om in gewoon Nederlands uit te kunnen leggen wat dezoektocht is. Qua TV-format verschilt het niet wezenlijk vanExpeditie Robinson. Net zoals een start-up eindeloos traint omzijnelevator pitchgoed te krijgen, moeten de topsectoren ook hunpitch trainen.

Dus de vraag is: hoe leren de topsectoren om in gewoon Nederlandste laten zien wat ze doen. Dat is eigenlijk heel eenvoudig. Kijk dekunst af bij competities zoals de X-prize. We organiseren iederetwee jaar een nationale competitie voor de topsectoren, deNL-Prize.

Iedere topsector komt met een plan dat de belofte in zich draagtom een groot maatschappelijk vraagstuk in Nederland aan te pakken.We zoeken grote dromen die passen in het rijtje ‘Man on the moon,Oosterscheldedam, 25% duurzame energie Denemarken’. De winnaarkrijgt maximaal 100 miljoen euro, naar rato van de investeringenvan het bedrijfsleven.

Dat gebeurt in een fraai media-format, waar de topsector CreatieveIndustrie zich op uit kan leven. De Tweede Kamer functioneert alsjury, en er komt uiteraard een publieksprijs.

Makerspaces in het onderwijs

En er is ‘one more thing’. Mark Rutte geeft al jarenMaatschappijleer op een VMBO school in Den Haag, iedere donderdagweer. Zelfs de dag na de verkiezingen stond hij gewoon voor deklas. Als staatssecretaris Onderwijs was Rutte de man die werkmaakte van ondernemers voor de klas en meer aandacht voortechniek.

Een paar weken geleden mocht Diederik Samsom in Buitenhof eenonderwerp kiezen. Het werd ‘innovatie’. Vanuit zijn achtergrond alsingenieur, milieuactivist en Kamerlid kwam Samsom tot de logischeconclusie dat Nederland moet werken aan een nieuwe maakindustrie.Een maakindustrie die keihard de internationale concurrentie aankan, met producten die schoon en slim zijn.

Zijn betoog bracht Samsom logischerwijs bij meer aandacht voortechniek in het onderwijs. In het middelbaar en hogerberoepsonderwijs en op de universiteiten.

We zijn innovatiever dan we denken

De twee partijleiders hebben dus een zwak voor technischonderwijs. De beste plek om daar interesse in te kweken is op delagere en middelbare school (wie het niet gelooft: lees debiografie van Steve Jobs en het levensverhaal van BillGates).

Daarom gaat Rutte 2 het ‘Makerspaces’-project uit Amerikaadopteren. Een Makerspace is een mix van een knutselruimte, eenbiologie-practicum, een ‘art class’ en een computerlab met een 3Dprinter. Wat je er kunt doen: dingen maken. Want we gaan inNederland (weer) dingen leren maken.

Het zijn maar een paar – misschien voor Haagse begrippenavontuurlijke – suggesties. Aan de andere kant bouwen ze voort opeen goed fundament. Het is mijn stellige overtuiging dat Nederlandom dit soort avontuurlijkheid zit te springen. We zijn het op 5 narijkste land van de wereld, en tegelijkertijd is de stemming in hetland somber. Er is behoefte aan een kabinet dat laat zien dat eralle reden is tot optimisme. Dat laat zien dat Nederland echt eenstuk spannender er innovatiever is dan we zijn gaan denken.

Dat gaat niet via Postbus 51-spotjes, het gaat via actie. En ja,dat is een politiek avontuur. Maar was dat ook alweer niet hoepolitiek bedoeld was? Ik voorspel een glorieuze toekomst voor denieuwe minister en staatssecretaris van EL&I die het aandurven.Richt het gebouw van de Topsectoren niet saai, maar avontuurlijkin. Dat is dé manier om met de eer strijken.

Frans Nauta (@fnauta) is lector Innovatie Publieke Sector aande Hogeschool Arnhem Nijmegen. Hij is als adviseur betrokken bijhet TKI Institute for Sustainable Process Technology, het TKI Windop Zee en bij het EU clean tech programma Climate-KIC


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK