Inspectie krijgt meer ruimte bij toezicht

Nieuws | de redactie
2 november 2012 | De Onderwijsinspectie krijgt meer bevoegdheid om ook op grond van eigen analyse onderzoek bij HO-instellingen in te stellen. Dat schrijft ex -staatssecretaris van OCW Halbe Zijlstra vandaag aan de Kamer. Wie goed presteert, krijgt zo te maken met minder toezichtlast.

In de Kamerbrief die voortkomt uit het Wetsvoorstel Kwaliteits-waarborgen hoger onderwijs, schrijft Zijlstra dat “Inspectie niet alleen op grond van externe signalen, maar straks ook op grond van eigen analyses in de periode tussen twee accreditaties in, na overleg met het instellingsbestuur en onder door de minister te stellen voorwaarden, onderzoek kan instellen.”

Goed presteren, minder toezichtlast

Die bevoegdheid zorgt mogelijk voor overlap met de NVAO dat zich richt specifiek richt op de kwaliteit van het geboden onderwijs. Zijlstra erkent dit en stelt dat de Inspectie ‘proportioneel’ en ‘risicogericht’ te werk zal moeten gaan. Dit “betekent dat instellingen die goed presteren met minder toezichtlast worden geconfronteerd dan instellingen die niet goed presteren en dat het toezicht van de Inspectie te allen tijde complementair is aan het accreditatiestelsel.”

Zijlstra benadrukt dat de Onderwijsinspectie en de NVAO complementair aan elkaar zullen blijven werken. “Ook bij het risicogericht toezicht door de Inspectie geldt als uitgangspunt dat, daar waar de kwaliteit van de opleidingen of de effectiviteit van de kwaliteitsborging van een instelling in het kader van incidenteel onderzoek moet worden beoordeeld, deze taak blijft voorbehouden aan de NVAO.”

Samenwerking geïntensiveerd

Om niet in elkaars vaarwater te komen  hebben beide partijen deze week een nieuwe samenwerkingsprotocol ondertekend waarin de verschillende taken en bevoegdheden zijn afgestemd.

“De Inspectie en de NVAO hanteren de volgende principes bij hun samenwerking:

1. De externe kwaliteitsborging van onderwijs, het toezicht op naleving van wet- en regelgeving en het toezicht op financiële deugdelijkheid bij instellingen worden complementair uitgevoerd;

2. Het accreditatiestelsel is leidend bij het externe toezicht op de kwaliteit van opleidingen en de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs;

3. Instellingen ervaren geen dubbele of overlappende toezichtlast;

4. Het toezicht wordt proportioneel uitgevoerd, licht waar het kan, zwaar waar nodig;

5. Het toezicht van de Inspectie en de accreditatie door de NVAO is niet alleen gericht op beoordeling, maar levert ook een stimulans tot verbetering.

Het protocol vervangt het samenwerkingsprotocol uit 2007 en heeft een werkingsduur tot en met 2014”

Het 

U leest het nieuwe samenwerkingsprotocol van NVAO en HO-Inspectie hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK