‘Gum topsectoren niet weg’

Nieuws | de redactie
17 januari 2013 | Hebben de topsectoren wel zin als stimulans van innovatie en kennisvernieuwing? Jazeker, zegt het topteam van de sector Creatieve Industrie. Juist zo komt er echt aandacht voor de integrale, interdisciplinaire kracht van deze innovatieve sector, "een broodnodige vernieuwingsimpuls."

Victor van der Chijs, de voorzitter van het Topteam Creatieve Industrie en van de Dutch Creative Industries Council) en Valerie Frissen, de directeur van CLICKNL, het topinstituut voor de creatieve industrie, gaan in op de discussie over de waarde en inovatieve impulsen die vanuit het beleid van de topsectoren aan ons land worden gegeven. Hun analyse leest u hier: 

‘Deze week discussieert de Tweede Kamer over het topsectorenbeleid. Zeven op de tien economen concluderen dat Nederland op een doodlopende weg zit met dat beleid. We herkennen een aantal van de economische trends waarop de economen hun conclusie over het beleid baseren.

Maar de conclusie zelf delen we niet. De topsectorenaanpak is juist zeer geschikt om de punten aan te pakken die de critici naar voren brengen, en de topsector creatieve industrie maakt daar werk van.

Winnaars en geen uitdagers?

De kritiek van economen Eijffinger, Garretsen en Den Butter in het Financieele Dagblad van 15 januari is in drie punten samen te vatten. Eén, het topsectorenbeleid beschermt winnaars in plaats van uitdagers een kans te geven. Twee, landen specialiseren zich steeds meer op bepaalde onderdelen van de keten. Richt je in beleid liever op de onderdelen waar je goed in bent, dan op sectoren (en daarmee op volledige waardeketens). Drie, in de sectorale aanpak komen geen cross-sectorale verbindingen tot stand.

Het zijn drie punten die het topteam Creatieve Industrie al geruime tijd op het netvlies heeft, simpelweg omdat de creatieve sector er dagelijks mee te maken heeft. Van alle topsectoren is de creatieve industrie het minst homogeen. Design en mode vallen er onder, maar ook media en ict, reclame en cultureel erfgoed. Onlangs nam de Tweede Kamer een motie aan waarna ook de muzieksector expliciet is toegevoegd.

De creatieve industrie is verder een sector die als geen ander wordt gedomineerd door MKB. Grote winnaars als Unilever of DSM kent de sector niet. Wel veel uitdagers, die op allerlei punten in de waardeketen innoveren. Iconen van de sector, zoals Rem Koolhaas, Joop van den Ende of Droog Design zijn de grenzen van hun oorspronkelijke discipline al lang ontgroeid en werken per definitie cross-sectoraal.

Oog voor integrale waarde 

Juist de topsectorenaanpak heeft de creatieve industrie in de gelegenheid gesteld om in Den Haag aandacht te vragen voor de punten waarmee de economen het beleid onder kritiek stellen. De creatieve industrie heeft daarin inmiddels het nodige bereikt. Hoewel nog altijd sterk op technologische innovatie gericht, is er oog gekomen voor de integrale waarde van andere vormen van innovatie.

Dat is winst, want Nederland doet het internationaal uitstekend met meer conceptuele, design-gedreven innovatie. De creatieve industrie staat daarmee niet slechts voor een bepaalde sector, maar voor vormen van waardecreatie die in een sterk op technologische R&D-gerichte aanpak gemakkelijk worden vergeten.

Daarnaast lukt het de creatieve industrie om in Den Haag vragen te agenderen die ingaan op de dynamiek van de netwerkeconomie. Creatieve bedrijven opereren steeds in risicovolle en snel veranderende omgevingen, werken veel in voortdurend veranderende netwerkverbanden, en lopen als geen ander aan tegen bestaande kaders en regels die (nog) niet zijn afgestemd op zulke manieren van innoveren en produceren.

Tijd voor maatwerk

Daarbij gaat het niet alleen om de regels die overheden hanteren bij bijvoorbeeld grote aanbestedingen (weinig kansen voor het MKB) of bij fiscale voordelen bij R&D-inspanningen (vooral voor technologische innovatie). Private partijen als banken en de (on)mogelijkheden voor uitdagers om financiering te krijgen staan net zo goed op onze radar. De Dutch Creative Industries Council, strategische adviesraad van de sector, komt binnenkort met een gedetailleerde actie-agenda over die financiële vraagstukken.

Daar waar de huidige beleidskaders beginnen te knellen, wordt het meest de noodzaak gevoeld om het topsectorenbeleid aan te scherpen. Hoewel het beleid gestoeld is op het gericht stimuleren van een beperkt aantal sectoren, gebeurt dat met generieke maatregelen. Daarmee is een goede basis gelegd.

Nu is het tijd voor maatwerk en een volgende fase in de topsectorenaanpak, waarin cross-sectorale waardecreatie en nieuwe kansen, uitdagers en vormen van innovatie centraal staan. Niet door een nieuwe start met een tabula rasa, zoals veel economen lijken voor te staan, maar voortbouwend op de fundamenten van ruim twee jaar topsectorenbeleid.

Broodnodig 

Negen sectoren staan inmiddels uitstekend opgelijnd, met tal van nieuwe onderlinge verbindingen onder handbereik. Niet eerder heeft het Nederlandse bedrijfsleven zo intensief en op zo’n uitgebreide schaal met overheid en kennisinstellingen aan tafel gezeten. Die sectoren vertegenwoordigen volgens het CBS bijna een kwart van alle bedrijven in Nederland, en ruim een vijfde van alle werkzame personen.

Die sectoren samen kunnen een geweldige en broodnodige vernieuwingsimpuls geven aan de Nederlandse economie door cross-sectorale samenwerking en R&D te stimuleren. Door samen die punten in de waardeketen te benoemen waar Nederland echt kan excelleren. Maar dan moet iedereen over zijn eigen schaduw heen durven stappen.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK