Jorrit de Jong aan Harvard
“Wie denkt dat iederéén graag zou willen afrekenen met disfunctionele bureaucratie heeft het mis.” Vanuit dat ontnuchterend inzicht heeft De Jong – onder meer in onderzoek bij de Kennedy School of Government – bij de VU zijn promotie opgebouwd. Recent publiceerde hij ook het boek Agents of Change, samen met HAN-lector Frans Nauta.
Jorrit de Jong wijst er onder meer in zijn proefschrift op dat wat voor de een overbodige rompslomp is, voor de ander “een comfortabele bescherming van zijn belang” kan zijn. Ambtelijke molens malen vaak langzaam, maar wel grondig en hardnekkig. Zeker in het uitoefenen van ‘the power to say no’.
Waardeverlies voor iedereen
Dr. Jorrit de Jong onderzocht daarom hoe we effectief met dit probleem kunnen omgaan. Waarom schiet de aanpak van disfunctionele bureaucratie zo vaak tekort? Omdat al bij het vaststellen van het probleem voorbij wordt gegaan aan de gelaagdheid van het verschijnsel waar de bureaucratie omheen is gegroeid en aan de diverse belangen die meestal onvermijdelijk daarmee in het spel zijn.
Een echt disfunctioneel werkende bureaucratie leidt niet alleen tot ergernis en verlies van tijd en geld bij individuele burgers, hoe akelig op zich ook. Zij leidt ook tot waardeverlies voor de samenleving als geheel. Want als overheidsorganisaties niet efficiënt en effectief opereren krijgen de burgers als belastingbetalers en deelgenoten in de samenleving collectief geen ‘waar voor hun geld’.
Hiermee kan er bovendien een structurele onrechtvaardigheid ontstaan in de maatschappelijke verhoudingen, maar bijvoorbeeld ook binnen een HO-instelling als complexe organisatie. Mensen die het meest afhankelijk zijn van ambtelijke dienstverlening – ook van die van een overheid – zijn vaak het minst in staat om hun recht te halen als het misgaat.
Zoek de oorsprong eerst
Om effectief te kunnen ingrijpen, moet je eerst de oorzaken en belangen van de problematiek van de betrokken bureaucratie doorgronden. Regels schrappen heeft bijvoorbeeld geen zin als het eigenlijk mankeert aan de uitvoering. En investeren in beter contact met de klant levert weinig op als het beleid op verkeerde veronderstellingen rust.
De Jong stelt dat je burgers, ondernemers, professionals, managers en beleidsmakers systematisch moet betrekken bij het signaleren, doorgronden en oplossen van zulke problemen en hun oorsprong. Ook moeten er betere protocollen komen voor het vaststellen van bureaucratie, zodat je soorten disfunctie kunt onderscheiden en ontleden. Ombudsmannen, rekenkamers, en andere waakhonden kunnen vergaand samenwerken met elkaar en met het publiek.
Overheidsorganisaties moeten leerprocessen niet alleen intern, maar ook tussen organisaties vormgeven. Ook hier dus een punt van aandacht voor het hoger onderwijs en andere comlexe kennisorganisaties. De Jong concludeert in dit verband bovendien, dat het veelal verstandiger is om breed te investeren in kleine verbeteringen van onderop dan in dereguleringsinitiatieven van bovenaf. Zo’n aanpak levert meer inzicht, minder weerstand en sneller resultaten op.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap