Science in Transition doet mee
De Wetenschapsvisie pleit voor een sterkere verbinding tussen wetenschap en maatschappij. De dialoog over de op te stellen agenda van zwaartepunten is daar ook op gericht. Prof. dr. Frank Miedema ziet daarbij een wezenlijk aandachtpunt naar voren komen “Valorisatie is in de Wetenschapsvisie niet alleen maar economische benutting maar nadrukkelijk ook maatschappelijke en publieke benutting van onderzoeksresultaten van alle wetenschappelijke disciplines. Dat moet geen verantwoording achteraf zijn, zoals nu veelal gebeurt, maar een continu proces waarbij de interactie met gebruikers doorloopt tot implementatie en gebruik.”
Daarom vindt prof. dr. Wijnand Mijnhardt dat met dit stuk “het discours over de wetenschap de goede kant op gaat. Maar de doorwerking op de werkvloer moet nog gestalte krijgen. Dat vergt experimenten met andere vormen van wetenschapsbesturing en durf van bestuurders.”
Liever eerste geldstroom
Zo wil OCW meer differentiatie, onder meer via een experiment met promotiestudenten en zogenaamde ‘industrial doctorates’. Het moet leiden tot een betere aansluiting tussen promovendi en de arbeidsmarkt. “Een herbezinning op het promotiestelsel is uitermate zinnig. Promovendi moeten zich tijdens hun promotietraject afvragen of ze een loopbaan in de wetenschap of in de samenleving nastreven. Een groot deel krijgt een baan buiten de wetenschap, maar universiteiten bereiden promovendi daar nu onvoldoende op voor.”
Miedema wijst daarbij op een concreet aspect in de HO-bekostiging. “De promotiebonus was een prominent agendapunt van Science in Transition. Wij denken dat het inderdaad een goed idee is om het vrijkomende geld toe te voegen aan de eerste geldstroom. Want net als de VSNU hielden wij een pleidooi voor een stabielere financiering, waardoor de nadruk minder komt te liggen op risicomijdend kortetermijn-onderzoek.”