Gunning maakt gebaar

Nieuws | de redactie
10 maart 2015 | “Niettemin is er naar ons idee wel een gemeenschappelijke noemer: het gevoel gaandeweg het hart van de universiteit kwijt te raken.” Louise Gunning reageert op de onrust bij de UvA en bezettingen van ‘mijn gebouwen’ en komt met toezeggingen van meer openheid en decentralisering.

Mail aan alle medewerkers van het CvB

“Geachte collega’s,

Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen om de verschillende vormen van kritiek die werden geuit een plaats te geven en hebben veel gesprekken gevoerd met studenten, medewerkers en actiegroepen.

Op zoek naar de kern van de kritiek bleken de zorgen divers en van verschillende intensiteit, afhankelijk van faculteit, discipline of functie van de medewerkers en studenten met wie we spraken. Niettemin is er naar ons idee wel een gemeenschappelijke noemer: het gevoel gaandeweg het hart van de universiteit kwijt te raken. Ondanks brede steun voor onderzoeks-intensief onderwijs en aandacht voor verbeteringen van de kwaliteit van het onderwijs, ondanks een internationale onderzoeksagenda en een leidende positie in verschillende wetenschapsdisciplines en ondanks waardering voor de verbeteringen in voorzieningen, raakt dat wel de kern van de organisatie.

Een deel van de zorgen spitst zich daarbij toe op de interne organisatie en de (transparantie van) besluitvorming, een deel ligt ook expliciet in Den Haag, met name waar het de roep om efficiëntie, verantwoording en rendement betreft. Onze gesprekken gingen over schending van professionele trots en ruimte, onvoldoende betrokken worden, soms onvoldoende vertrouwd worden en een gebrek aan solidariteit vanuit het bestuur, tegen sommige door Den Haag opgelegde maatregelen.

De voorbeelden gingen over verlies van energie door te veel administratieve last, het gebrek aan ruimte voor academische vorming van studenten, een stapeling van vernieuwingen die studenten en medewerkers over zich heen voelen komen, onduidelijkheid over de samenwerking binnen Amsterdam, gevolgen van de huisvestingsplannen voor de financiën en vragen over de uitwerking van het verdeelmodel van de universiteit.

Als leiding van de universiteit zijn we per definitie dienend aan de universitaire gemeenschap, maar dit is bij verschillende onderwerpen niet als zodanig ervaren. Ook niet door de medewerkers en studenten die zich naast hun reguliere werkzaamheden inzetten voor de academische gemeenschap, de medezeggenschap. Vandaar ook dat wij afgelopen week met name met hen veel gesprekken hebben gevoerd, en dat verschillende van onderstaande punten ook van hen afkomstig zijn.

Wij zijn tot de conclusie gekomen dat ten aanzien van de organisatie en besluitvorming een moderne koers noodzakelijk is. Passend bij de tijd van breed gedeelde informatie, passend bij een universiteit waar het debat altijd open en actief gevoerd wordt en passend bij een organisatie van betrokken medewerkers en studenten. Daarbij hoort het bij de Universiteit van Amsterdam om voorop te lopen en een koers te bepalen die potentieel het gehele universitaire landschap treft.

 

Dit betekent dat wij enkele traditionele systemen en structuren opnieuw moeten doordenken en vormgeven. Hierbij gelden voor ons de volgende uitgangspunten:

1. Investeren in en versterken van de medezeggenschap, onder andere door (1) leden van de medezeggenschap meer ondersteuning en middelen te geven; en (2) instemmingsrecht te geven op het verdeelmodel (al onderwerp van gesprek met de COR en CSR).

2. Werk maken van democratisering door (1) op een andere manier, vroegtijdig, de gehele academische gemeenschap te betrekken bij cruciale besluiten die iedereen aangaan; en (2) een breed samengestelde werkgroep in te stellen naar vormen van bestuur en directe democratie – het advies zal ter instemming worden voorgelegd aan de COR en CSR.

3. Inzetten op verdere decentralisering van onderwijs en onderzoek door (1) bevoegdheden zo laag mogelijk in de instelling te beleggen; en (2) vertrouwen vooraf en verantwoording achteraf als principe in te voeren.

4. Volledige financiële openheid geven, onder andere door de inrichting van een web-based platform waarop alle relevante informatie voor de gehele academische gemeenschap toegankelijk is.

5. Besluit over de bouw van een nieuwe Universiteitsbibliotheek voorleggen aan de gehele academische gemeenschap en volledige transparantie bieden omtrent huisvesting.

6. Creativiteit en vernieuwing voorop zetten in onderwijs en onderzoek: (1) het nieuwe evaluatieprotocol voor onderzoek biedt de disciplines ruimte voor het vaststellen van de criteria daarvoor; en (2) vernieuwingen in het onderwijs worden op basis van het advies van de werkgroep onderwijsvernieuwing versneld doorgevoerd; de onderwijsevaluaties van studenten worden betrokken bij het monitoren hiervan.

7. Band tussen onderwijs en onderzoek versterken en onderwijs even hoog waarderen als onderzoek, o.a. door het invoeren van een nieuw loopbaanmodel.

8. Paal en perk stellen aan tijdelijke arbeidscontracten, door een nieuw percentage af te spreken met de bonden in overleg met de UCLO en COR.

9. Hal van het Maagdenhuis beschikbaar stellen als plek voor debat (onder voorbehoud van afspraken over beheer en veiligheid).

10. De politiek nadrukkelijk wijzen op haar verantwoordelijkheid: (1) regeldruk drastisch te verlagen; (2) meer autonomie aan de universiteiten te geven; (3) adequate bekostiging op basis van kwaliteit in te voeren. Wij roepen andere universiteiten op hetzelfde te doen en hierin samen op te trekken.

We kunnen dit niet alleen. Deze punten vormen wat ons betreft het startpunt, het is onze collectieve verantwoordelijkheid hier verder vorm aan te geven. Sommige punten zijn omvangrijk, niet alles is direct geregeld. Op andere punten bestaan verschillen van inzicht over de uitvoering. Wij beseffen dat een en ander nader uitgewerkt moet worden, in samenwerking met de academische gemeenschap. Kort gezegd: op sommige punten staat het plan van aanpak nog niet vast, maar op alle punten ons commitment wel.

In de afgelopen dagen hebben wij, als College van Bestuur, over deze punten gesproken met de decanen van de faculteiten, de centrale medezeggenschap en de Raad van Toezicht. Wij willen de gesprekken graag voortzetten, vanaf deze week, op verschillende plekken, met verschillende vertegenwoordigers van de academische gemeenschap. Een deel van die gesprekken zal primair binnen de faculteiten worden gevoerd, geëntameerd door de decanen.

Tot slot: de Universiteit van Amsterdam heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een intellectueel knooppunt in de wereld. Wij – en dan wordt bedoeld de gehele academische gemeenschap – zijn nauw verbonden met vele onderzoekers en instellingen in binnen- en buitenland.

Ons doel – intensief academisch onderwijs verzorgen, baanbrekend (fundamenteel) wetenschappelijk onderzoek verrichten en dit vertalen naar relevante maatschappelijke toepassingen – willen wij vasthouden en verder uitbouwen. Dat vergt een breed en evenwichtig aanbod van disciplines, passend bij een brede klassieke universiteit van internationale allure. Het vergt ook ruimte en faciliteiten voor vernieuwend, vooraanstaand en interdisciplinair onderzoek. En het vergt moderne en flexibele onderwijsvoorzieningen en efficiënte en centrale dienstverlening.

De aangekondigde punten zullen dit versterken, en wij hopen dit samen met u allen te doen.

Met vriendelijke groet,

Namens het College van Bestuur,

Dr. Louise Gunning-Schepers”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK