President van de Kikker Contest

Nieuws | de redactie
1 juni 2015 | “Het conceptualiseren van duurzaamheid is wel gedaan. We zitten nu in de fase ‘en wat er gebeurt er écht?’ Dat zit dus dicht bij het HBO,” zegt Jan Peter Balkenende bij de Hogeschool Leiden.

Op de Dag van Duurzaam Hoger Onderwijs van SURF en zijn partners bij de Leidse hogeschool hield Balkenende een gloedvol betoog in zijn bekende stijl. Hoe enthousiaster, hoe haastiger de zinnen, zodat hij de zaal al snel vroeg: “Ga ik te snel? Daar heb ik soms last van als het leuk wordt.”

Globaal probleem, lokale oplossingen

De oud-premier begon met felicitaties aan Agnita Mur, voorzitter van het CvB, aan wie hij het certificaat had overhandigd van ‘Eerste klimaatneutrale hogeschool’ in Nederland. Het was deze praktische, concrete insteek die hem niet alleen aansprak, maar ook de kern van zijn betoog vormde.

Duurzaamheid noemt Balkenende “een global issue dat lokale actie vergt. Glocality is hier cruciaal. We zien dat de technologie om grote slagen te maken op dit punt er inmiddels wel is, maar de governance ontbreekt om door te pakken. Dat vereist beslissingen en implementatie. Dat vereist dus praktisch zijn. En daarmee is praktisch willen handelen tegelijk een morele opdracht.”

Balkenende noemde een reeks concrete voorbeelden vanuit bedrijven en initiatieven die deze praktische insteek met succes tonen. Die gebeuren niet meer vanuit een liefdadigheidsperspectief. “Duurzaamheid is een business case en het is werk dat rendeert.”

Zorg voor bewijzen

Daarom is een zakelijke, concrete benadering zowel mogelijk als behulpzaam geworden. “Maak het meetbaar hoe duurzaamheid van je processen en producten economisch effect heeft. Zorg daarmee voor evidence en maak prestatieafspraken bij de verbetering van die processen en producten. Dat moet uitmonden in een zowel financiele als maatschappelijke rapportage van wat je als bedrijf en organisatie presteert.”

ScienceGuide vroeg Balkenende hoe dit ‘true price’-concept van producten bij zijn eigen onderneming EY toegepast wordt. “Het is niet zo dat er een true price voor heel Ernst & Young zou zijn. Waar het om gaat, is dat je de kosten van dingen als de Carbon Footprint van je diensten en processen integreert in de getallen waar je als bedrijf op stuurt. Maar het is meer dan dat. Zo hebben wij hierbij ook targets ten aanzien van diversiteit in het personeelsbeleid en de duurzaamheid van onze gebouwen meegenomen.”

“Dit gaat snel. Tien jaar geleden bestond dit soort rapportage van je performance als bedrijf nog niet eens. De Rotterdamse haven was de eerste die hier echt werk van maakte.”

U maakt van duurzaamheid zo wel een heel erg holistisch begrip. Het is mensenrechten, diversiteit, schone auto’s, integer bestuur, glocalization. Daarmee raakt de greep op het concrete doen al snel verloren…

“Niks daarvan. Het is geen vaag iets! Duurzaamheid heeft verbindingen met al die terreinen, maar die brede benadering wordt juist concreet in de organisatie waar je voor staat. Dat is voor Ernst & Young als internationaal bedrijf dan weer anders dan voor de Hogeschool Leiden. Concreet moet je maken wat je doet, waar jouw bedrijf of club verantwoordelijk is voor betere, duurzamere oplossingen.”

“Ik hoor van de studenten die bij ons komen werken, dat zij als accountants in opleiding maar weinig meekregen over de nieuwe vormen van verantwoording, zulke integrale rapportages. Vind ik onbegrijpelijk. Verkokerd, klassiek denken betekent dat je als accountant gaat tekortschieten in je vak. Het hoger onderwijs heeft in zijn curricula op dit soort terreinen dus nog een hele opdracht.”

In uw speech zei u tegen te de studenten, dat uw meest inspirerende moment maart 2009 was, de G20 in Londen. Dat is een wat opmerkelijke keuze, want dat was ongeveer het dieptepunt van de kredietcrisis na Lehman Brothers?

“Dat was het zeker. Juist dat maakte het inspirerend, omdat toen alle wereldleiders bij elkaar zaten en het besef heel sterk was dat we samen moesten optrekken. “Wij hebben de opdracht om er nu samen uit te komen en de zaak ten goede te keren”.”

“Die spirit was essentieel. Men keek naar het geheel: de WTO-onderhandelingen over de wereldhandel zitten maar vast en die moeten we nu afronden, zei Sarkozy bijvoorbeeld. De klimaattop in Kopenhagen kwam er aan en daar moesten echte resultaten komen, enzovoorts. Je kon zien dat in crisistijd je met elkaar de focus op ‘wat echt moet gebeuren’ wel voorop móet zetten.”

“Een jaar later was ik opnieuw en voor het laatst bij de G20. Toen heb ik wel gevraagd: “En hoever zijn we nu? Hebben we het waargemaakt met de WTO, met Kopenhagen?” Die zelfkritiek is ook nodig, wil je met elkaar echt stappen kunnen zetten.”
 
Concreet maken, implementeren, kritisch monitoren en checken en oog op lange termijn houden. Dat klinkt heel erg ‘HBO’. Is dat uw les sindsdien?

“Daar zit wat in zeg. Het conceptualiseren van duurzaamheid is wel gedaan, denk ik. We zitten nu in de fase ‘en wat gebeurt er nu echt?’ Dat zal vooral diep in de organisatie moeten gebeuren, in de afdelingen waar de professionals werken. Dat zit dus dicht op het HBO.”

“Het is belangrijk dat de top van bedrijven, universiteiten en hogescholen dit uitstralen. De ‘toon aan de top’ op een thema als duurzaamheid is belangrijk om de richting te geven. Ook de bestuursraden, de non-executive leiding als Raden van Toezicht moeten hier heel duidelijk over zijn. Maar het gebeurt in de afdelingen, het zijn de curricula en kennisprocessen in de opleidingen waar de inhoudelijke omslag en innovaties plaatsvinden.”

Zouden daarom mensen als u en collega’s met analoge opdrachten in bedrijven niet veel vaker ook lector moeten willen zijn in het HBO?

“Het gaat nu niet om mijzelf als persoon, maar als bedrijfsmensen moeten wij daar ja op zeggen. Het praktisch maken van onze ideeën is iets waar je in het HBO heel goed voor terecht kan. Hogescholen hebben hier een groot voordeel.”

U vertelde over de praktische kant die in uw werk van nu soms verrassende kantjes kent vergeleken met uw vorige baan…

“Ik ben nu voorzitter van de jury van de Groene Kikker Contest en was vroeger premier van dit land. Dank voor uw medeleven!”

De studenten die een duurzaamheidsmanifest met targets voor het HBO en WO hadden opgesteld enkele jaren geleden vertelden u hier, dat dit nu volop steun heeft gekregen in politiek Den Haag, maar niet van het CDA. Is dat niet jammer?

“Ik was er op 10 oktober 2012 bij toen ze dit initiatief naar buiten brachten. Geweldig wat ze doen! Voor de reactie van het CDA is misschien wel een verklaring te vinden. De mens is immers geneigd tot alle kwaad, dus er gaat ook wel eens iets niet helemaal zoals het zou moeten.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK