‘Professionals opleiden vanuit hbo maakt of breekt energietransitie’ 

Nieuws | de redactie
9 april 2024 | Van een fixatie op kwantitatieve groei naar denken over kwalitatieve groei, en met bescheidenheid en ongeduld werken aan de energietransitie. Op het jaarlijkse congres van de Vereniging Hogescholen werd vaak benadrukt dat het anders moet, en snel ook.
VH congres hbo
VH-voorzitter Maurice Limmen opende het congres.

Van winst naar welzijn: het is die verschuiving van aandacht waarop het begrip ‘brede welvaart’ slaat. Brede welvaart vindt ingang in steeds meer hbo-curricula en vormde zelfs het thema van het jaarlijkse congres van de Vereniging Hogescholen (VH) in Den Bosch. Daar nam VH-voorzitter Maurice Limmen de gelegenheid te baat om aan de politiek voor te houden dat juist het hbo in staat is om de mensen op te leiden die kunnen bijdragen en vormgeven aan brede welvaart. Daaraan verbond hij de traditionele rol van het hbo als emancipatie-machine – een rol die het hbo nog beter kan vervullen als het masteronderwijs aan hogescholen kan worden uitgebouwd.  

Hbo moet, net als vroeger, weer emancipator zijn 

“Door de uitbouw van het masteronderwijs in het hbo zullen hogescholen makkelijker vwo-scholieren aantrekken, wat zorgt voor een gevarieerdere studentpopulatie en daarmee grotere netwerken van hbo-studenten. Daarnaast gaat het een fenomeen tegen dat we allemaal kennen: het leven in een eigen bubbel. Het hbo zou, net als vroeger, een plek moeten zijn waar dat wordt doorbroken”, betoogde Limmen.  

Voor het opleiden van precies die professionals waaraan de arbeidsmarkt behoefte heeft, is ook het praktijkgericht onderzoek onontbeerlijk, aldus de VH-voorzitter. “Er zijn veel nieuwe technieken die de arbeidsmarkt heel snel en voortdurend veranderen. Als hbo moeten we alles op alles zetten om daarin mee te bewegen. De politiek moet ons in staat stellen om dat te blijven doen. Houd daarom de structurele financiering voor het praktijkgericht onderzoek in stand; dat zullen we hard nodig hebben.”  

Bescheidenheid en ongeduld 

Er is echter meer nodig dan alleen geld voor praktijkgericht onderzoek, bleek uit de keynote van Kees Vendrik, voorzitter van het Nationaal Klimaat Platform. “Ik sta hier met een gemengd gevoel van bescheidenheid en ongeduld”, aldus Vendrik. Hij vertelde dat hij in 1988 tijdens een hoorzitting in het Amerikaanse congres een bekende NASA-wetenschapper hoorde vertellen dat het code rood was voor het klimaat, wat grote gevolgen zou hebben voor de bronnen waarop onze welvaart rust.  

“Mijzelf en mijn generatiegenoten past vooral bescheidenheid; we hebben er sindsdien niet veel van gebakken”, zei Vendrik. “Het beste dat wij kunnen doen is een grote mate van ongeduld aan de dag leggen om nu alsnog iets te maken van de aanpak van de klimaatcrisis. Ik beschouw dat als een plicht van mijn generatie.” 

We moeten druk zetten 

In 1989 probeerde toenmalig VROM-minister Ed Nijpels een internationaal klimaatakkoord te sluiten – wat mislukte. Vierentwintig jaar later werd wel het Akkoord van Parijs gesloten, maar landen houden zich niet aan de daar gemaakte afspraak dat de mondiale temperatuurstijging niet boven de 1,5 graad Celsius mag komen, schetste Vendrik. “In Zuid-Europa merkt men al wat de gevolgen daarvan zijn; vraag het maar aan de Italiaanse boeren.”  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Telkens blijkt de impact van de stijgende temperatuur groter te zijn dan was voorgesteld, en telkens zijn we niet goed voorbereid en niet in staat om ons tijdig aan te passen, benadrukte de NKP-voorzitter. “Dat is niet een toekomst die je wilt doorgeven.” Inmiddels lukt het met hangen en wurgen wel enigszins om het mondiale klimaatvraagstuk gezamenlijk aan te pakken. “Dat kost echter enorm veel moeite. De beste manier om ervoor te zorgen dat politici druk voelen om zich aan de afspraken van Parijs te houden, is ervoor te zorgen dat we hier nationaal laten zien dat het kan: dat de emissie naar beneden gaat, dat we progressie boeken, en dat bedrijven, steden, dorpen, wijken en sectoren meegaan in die transitie. Zulk momentum hebben we de komende jaren ontzettend hard nodig.” 

Gigantische vraag voor het hbo 

Eén van de voornaamste taken van het hbo hierin is het opleiden van de professionals waaraan een schreeuwend tekort is, zei Vendrik. “Toen ik 36 jaar geleden van de universiteit kwam, ging het maar over twee dingen: groei en banen. Beiden waren schaars. Nu leven we in een heel andere tijd. We zien nu dat er in Den Haag heel veel geld voor energieprojecten op de plank blijft liggen omdat er gewoon geen mensen zijn die de projecten kunnen uitvoeren. In de energiesector barst het van de tekorten aan werknemers.” 

In tijden van schaarste aan ruimte, tijd en arbeidskrachten zijn er knappe koppen nodig die efficiënte en optimale oplossingen kunnen verzinnen. “Er ligt dus een gigantische vraag aan goed opgeleide mensen die kunnen helpen om deze problemen het hoofd te bieden”, betoogde Vendrik. “Dat maakt of breekt de energietransitie.” 

Denken na de groei 

De klimaatcrisis vergt echter meer dan een energietransitie, legde NHL Stenden-lector Matthias Olthaar uit in één van de deelsessies. De reductie van de CO2-uitstoot gaat vaak gepaard met andere vormen van vervuiling of sociaal onrecht, bijvoorbeeld bij de winning van grondstoffen of de productie van zonnepanelen. Een toekomstbestendige leefwijze vergt volgens Olthaar een denken over economie dat verder gaat dan blindstaren op het bruto binnenlands product (bbp) en juist ruimte geeft voor kwaliteit in plaats van kwantiteit.  

‘Postgroei’, heet het paradigma dat hij voorstaat. Daarin is niet de groei van het bbp het doel, maar de groei in kwaliteit van leven. Dat kan uitstekend met een economie die zelf niet groeit, schetste Olthaar. Wordt de levensduur van producten langer en kunnen ze beter worden gerepareerd, dan beïnvloedt dat het bbp weliswaar negatief, maar hoeft er ook minder vaak iets te worden aangeschaft, dus kan men toe met een kleinere beurs.  

Laat hbo-studenten eens echt nadenken over economie 

Daarnaast bepleiten Olthaar en geestverwanten een vorm van milieubelasting voor consumenten. Dat moet consumenten stimuleren om betere, eerlijkere producten te kopen en zal producenten daarmee een prikkel geven om aan die vraag te voldoen. Dat werkt beter dan het paradigma van ‘groene groei’, een strategie die de Europese Commissie voorstaat maar volgens Olthaar elk theoretisch en empirisch bewijs ontbeert en daarom niets meer is dan wensdenken.  

De eerste opdracht voor het hoger onderwijs ligt erin studenten werkelijk te laten nadenken over de economie. “Wat is de economie precies? Zijn landen met een hoger bbp gelukkiger? Is groei altijd goed? Hoe groeit een economie? En belangrijker nog: hoe reguleren we de economie en de markt? Elke economie- of bedrijfskundestudent zou hiermee iets moeten doen. Als we dat niet doen, blijven we hangen in onze aannames en blijven we blind voor alles wat we nu niet zien.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK