Energietransitie vraagt meer jonge studenten
Op het symposium wordt duidelijk dat de discussie over het nut van de energietransitie achter de rug is. De vraagstukken die door de sector nu worden bekeken gaan over hoe bestaande en nieuwe initiatieven elkaar kunnen vinden. “Olie- en gas is en blijft een belangrijke sector in de energietransitie. En ik denk niet dat dat een populaire uitspraak is in Nederland”, aldus Marjan van Loon, directeur van Shell Nederland.
Shell: we gaan meer doen
Het Shell Energy Transition Report leverde in de afgelopen maand veel aandacht op. Voor Marjan van Loon, President-directeur van Shell Nederland, reden om op het symposium de doelstelling uit dit rapport nogmaals te herhalen. “We gaan onze CO2-reductie verlagen met 50 procent in 2050. Deze cijfers zijn wellicht anders dan andere cijfers die bekend zijn, maar dat komt doordat het gaat om verschillende startpunten.”
In het rapport schetst Shell hoe weerbaar het bedrijf is in de huidige overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie. Het bedrijf zal ongeveer 80% van alle olie- en gasreserves vóór 2030 produceren, de overige 20% na dat jaar. Milieudefensie is van mening dat met deze doelstellingen de afspraken van het Parijsakkoord niet zullen worden gehaald.
Van Loon: “Ik begrijp dat er vragen zijn in de media over het gedrag van Shell en of wij handelen in lijn met de Parijs-afspraken. Het is namelijk een complex verhaal. Het gaat namelijk ook over de producten die wij kopen en verhandelen en niet alleen over de eigen productie.”
Van Loon is van mening dat het tempo waarin de ambities van Shell zich zullen vormen afhankelijk zijn van het tempo waarin de rest van de wereld handelt. “De transitie kan niet harder gaan dan de samenleving. Want we hebben de markt nodig, we hebben mensen nodig die onze producten kopen. We hebben mensen nodig die onze stappen waarderen.”
“We proberen nieuwe initiatieven op te starten en op te schalen in Nederland. En als je kijkt naar de bestaande economie en de bestaande industrie en naar wat zij nodig hebben om naar de doelstelling van 2030 te komen, dan kunnen de bestaande assets een springplank zijn voor de nieuwe markten die zich willen vestigen.”
Is er nu wel of niet een tekort aan technische studenten?
Hans Winters verwoordt de zorgen als volgt. “Het geld is er. Ik ben er ook van overtuigd dat we de samenleving zo ver krijgen. Maar we hebben ook echt de wetenschappers nodig om deze verandering mogelijk te maken. En als we naar de cijfers kijken rondom de instroom van technische studenten dan zijn de wetenschappers er dus straks niet.” Winters verwijst naar de cijfers van het OECD.
“Ik ben ook erg bezorgd over de aantallen studenten die kiezen voor een studie in STEM STEM is een Amerikaanse afkorting die wordt gebruikt om de technische opleidingen aan te duiden waarbinnen tekorten bestaan. STEM staat voor science, technology, engineering and mathematics (bron: topuniversities.com). . We hebben in de afgelopen twintig jaar veel programma’s gehad die studenten moeten stimuleren. En deze programma’s lijken niet te werken,” aldus hoogleraar Paulien Herder (TU Delft).
Herder ziet een relatie tussen economische veranderingen en keuze voor technologische studies. “Wellicht dat we daarom nu in de laatste jaren weer iets meer een stijgende lijn te zien in de aanmeldingen mechanical engineering in Delft. Maar als ik een lange termijn oplossing had, dan zou ik het nu meteen delen. Maar die heb ik niet.”
In april werd in Nieuwspoort, in aanwezigheid van Kamerleden en onder andere Hans de Jong van Philips, nog een andere discussie gevoerd. Het probleem zou niet bij het aantal aanmeldingen liggen, maar bij de capaciteiten van de vier technische universiteiten om de grote toestroom van studenten een plek te kunnen bieden.
Kiezen voor techniek is niet genoeg
Haagse Hogeschool start lectoraat
Ook Marjan van Loon ziet een grote rol voor onderwijs en onderzoek voor de energietransitie. “We moeten beginnen met kleine innovatieve oplossingen. En daarna kijken of we kunnen opschalen. Bij Shell investeren we ongeveer een miljard per jaar in R&D. We willen streven naar de doelstellingen in lijn met de Parijs agenda en we willen meer doen dan elke andere olie- en gasbedrijf tot nu toe heeft gedaan.”
Er zijn nog een hoop zaken rondom de energietransitie waar het onderwijs voor nieuwe studenten en voor werkende ingenieurs nodig is. Nellie van de Griend, directeur van de faculteit Technologie, Innovatie en Samenleving van de Haagse Hogeschool maakte op het symposium bekend dat ze start met een lectoraat rond energietransitie.
Van de Griend kwam met de aankondiging op het symposium van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) bij de Haagse Hogeschool. Gerald Schotman, president-directeur van KIVI, gaat zich ook verbinden aan het lectoraat en geeft aan hiermee een impuls te willen geven aan onderwijs op het gebied van de energietransitie.
