Wat heb je aan een welzijnsweek met een bsa van 45 studiepunten?

Nieuws | door Frans van Heest
19 december 2018 | “Instellingen kunnen wel een welzijnsweek organiseren, maar toch word je als student geconfronteerd met een bsa.” ISO-bestuurslid Sirra Alofs vraagt zich af of de rendement gedreven bekostiging van het hoger onderwijs niet op de schop moet, om studenten meer ademruimte te geven tijdens hun studie.
Sirra Alofs bij het VSNU-Café Foto: René de Gilde

De VSNU organiseerde een café over de gezonde student, een onderwerp dat steeds meer onder de aandacht komt. Studenten zouden gebukt gaan onder studiestress, tot burn-out aan toe. Wetenschappers, universiteitsbestuurders, politici, studentendecanen en studenten ging over het onderwerp in gesprek.

Witte Hoogendijk, psychiater en hoogleraar bij het Erasmus MC in Rotterdam, vertelde over een nieuwe interventie om het welzijn bij zijn studenten aan de medische faculteit te verbeteren. “Aanleiding hiervoor is dat 50% van de dokters en 50% van de medische studenten klaagt over overbelasting en het gevoel daarvan. Dat zijn geen diagnoses, maar dat zijn klachten. Daarom kijken we nu of je door weerbaarheidstraining kan voorkomen dat studenten in de problemen komen. Wat wij daarbij gaan doen is een interventie. Daarbij is altijd het probleem dat wat werkt voor de een niet altijd werkt voor de ander.”

Weten jullie daar iets over?

Babs van den Bergh, de directeur van het bureau van de VSNU, wilde weten of studenten nu extra keuzestress kennen omdat hun brein nog niet volgroeid is. “Omdat het hier over studenten gaat, dat zijn nog jonge mensen van gemiddeld 18 tot 24 jaar. Ik heb altijd heb begrepen dat hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Weten jullie daar iets over of dat ook nog uitmaakt in het omgaan met stress?”

Hoogendijk stelde dat hier in de wetenschap nog geen eenduidig antwoord op is. “Dat is een hele intrigerende vraag waar veel onderzoek naar gedaan wordt op dit moment, maar waar nog geen conclusies aan zijn verbonden. Maar wat je wel kunt zeggen is dat op deze leeftijd al die stress mechanismes worden getraind en dat dit niet helemaal doorontwikkeld is. Met name bij de voorste hersenkwab is er nog veel ontwikkelingen op die leeftijd.”

Juist omdat er tegenwoordig zo veel te kiezen valt, ook op het gebied van studie kan dit een trigger zijn, legt Hoogendijk uit. “Dat maakt wel dat deze jongeren extra kwetsbaar zijn voor deze moderne tijd, juist voor al die studiekeuzes die er zijn. Vroeger kon je kiezen voor de studie rechten, geneeskunde, economie en dan waren er ook mensen die een talenstudie kozen. Maar tegenwoordig kun je kiezen uit tientallen studies. Dus de keuzestress is groter terwijl de ontwikkelingen in het brein hetzelfde zijn als 1000 jaar geleden.”

Dit krijgen we echt heel vaak terug van studenten

ISO-bestuurder Sirra Alofs ziet dat dit een onderwerp volop leeft onder haar achterban. “Wij krijgen echt heel erg veel terug van studenten dat dit echt leeft. Wat we ook heel veel horen is de maakbaarheid van het individu. Eigenlijk is het idee dat het individu het zelf moet oplossen. We moeten aan de andere kant ook bekijken op wat voor manier het onderwijssysteem bijdraagt aan die stress. Misschien is dat wel een beetje te veel geworden.”

De volgende spreker was Judith Weerst. Zij is werkzaam bij Heineken als talent and leadership officer. Zij ziet ook dat studenten steeds meer doen en vraagt zich af of studenten nog tijd hebben om een biertje drinken. “Als ik kijk naar de cv’s die zich aandienen dan zijn dat stuk voor stuk mensen met dubbele masters en vrijwilligerswerk, die maatschappelijke dingen, ze hebben vaak gereisd et cetera et cetera. Waarbij wij dan denken: wanneer heb je nog ontspannen of genoten van een biertje met je vrienden en familie? Dat is wel echt iets dat ons opvalt.”

Hester Bijl de vicerector van de Universiteit Leiden ziet ook dat de stress toeneemt onder studenten. “Het is een heel herkenbaar thema dat binnen onze universiteiten speelt. Afgelopen voorjaar hebben studenten uit de medezeggenschap een dag georganiseerd over stressloos studeren om erover te praten en om ervaringen met elkaar te delen. Dat vonden ze ook een enorme opluchting, om het er eens gewoon over te hebben met elkaar.”

Wij moeten niet de geestelijke gezondheidszorg overnemen?

Bijl wilde wel benadrukken dat het niet alleen een zaak van de universiteit is. “Ik denk dat het ook niet alleen een probleem is van de universiteit of van een bepaalde opleiding. Het speelt veel breder. Je hebt aan de andere kant natuurlijk ook de geestelijke gezondheidszorg, die moeten wij ook niet gaan overnemen als universiteit. Wij denken wel dat we iets kunnen doen aan interventies.”

Op de bijeenkomst waren ook veel studentendecanen van verschillende universiteiten afgekomen, zoals een studentendecaan van de Universiteit Maastricht. “Ik ben heel blij dat wij een welzijnsweek hebben. Die wordt ook heel enthousiast ontvangen, daarmee willen we ook de student bereiken, dat is namelijk een groot probleem. Er is best veel aanbod, maar weet de student maar eens te bereiken, In deze week hebben we allemaal activiteiten rondom dit thema georganiseerd, studenten kunnen er niet meer omheen ze weten van ons bestaan en daardoor weten ze ons ook beter te vinden als er problemen zijn.”

Waarom de hele tijd extra- curriculaire activiteiten belonen?

De studentendecaan uit Maastricht had ook wel zo haar zorgen. “Ik zie met lede ogen aan dat wij de hele tijd extra-curriculaire activiteiten willen belonen met certificaten of met studiepunten. Terwijl ik dan denk: je geeft op die manier nog meer het signaal af dat je dit soort dingen moet doen wil je succesvol de universiteit kunnen verlaten.”

Alofs vroeg zich af of een welzijnsweek wel de juiste manier is om de stress bij studenten te verminderen. “Een welzijnsweek is natuurlijk super goed, maar als jij een bsa van 60 studiepunten hebt dan gaat een welzijnsweek dat natuurlijk niet wegnemen. Want je zit nog steeds in je hoofd met dat bsa van 60 studiepunten of veel gebruikelijker 45 studiepunten. Dat moet je dan nog steeds halen. Dit is niet eens zozeer een verwijt aan onderwijsinstellingen. Maar dit is wel het onderwijsbeleid dat we hebben gevoerd om het rendement omhoog te gooien. Zo worden universiteiten ook bekostigd. Daar reageren instellingen vervolgens op, zij moeten het rendement omhoog brengen en de uitval beperken. Dan verhef je nominaal afstuderen tot de norm.”

Ik zie geen correlatie tussen bsa en stress

De vicerector van de Universiteit Leiden betwijfelt of het bsa een relatie heeft met studiestress. “Ik vraag mij of het bindend studieadvies in het eerste jaar van de bachelor leidt tot stress. We hadden vroeger de situatie dat mensen in het derde of vierde jaar nog steeds niet genoeg studiepunten hadden en dan drie of vier jaar hadden gespendeerd aan de studie en toen uitvielen. Ik denk dat dat ook heel stressvol is. Of het bindend studieadvies echt de oorzaak is van stress vraag ik mij af, die correlatie zie ik niet. Ik voel me absoluut verantwoordelijk om de studentenpopulatie gezond door de studie heen te krijgen. Maar dit geloof ik niet.”

Lisa Sipma die gewerkt heeft bij beleidsafdelingen van de Rijksuniversiteit Groningen en bij de TU Delft, hield ook een pleidooi voor het bsa. “Daar heb ik veel mee te maken gehad met het bindend studieadvies en de effecten daarvan bij studenten. Het probleem is dat het bindend studieadvies eigenlijk best een fijn instrument is voor universiteiten om de rendementen een enorme boost geven. Om die reden zou ik het graag willen behouden. Daarmee wordt ook voorkomen dat je een boeggolf krijgt, waarbij je aan het einde van je studie alles moet halen.”

Tinka van Hulzen die studieadviseur is aan de Vrije Universiteit ziet dat het aantal klachten toeneemt onder studenten. “Ik zie enorm veel studenten met allerlei soorten klachten waaronder ook burn-out. Wat ik ook heel veel van studenten hoor, is dat er heel veel peerpressure is. Er is ontzettend veel druk onderling: van heb jij nog een bestuursjaar gedaan, ga je niet nog dat ene vak doen, ga je nog je bachelor halen dit jaar? Men is elkaar aan het opjagen. Je krijgt dan toch veel mensen die uitvallen en uiteindelijk niets meer kunnen.”

“Ik zie ook dat er best veel eenzame studenten zijn waar iets mee is. Die bijvoorbeeld mantelzorger zijn of psychische problemen hebben. Die willen vaak ook niet met andere studenten samen zijn. Het is namelijk heel vermoeiend om de hele tijd net te doen of het goed met je gaat.”

Er worden steeds meer barrièremaatregelen genomen

Ook de politiek was vertegenwoordigd bij het debat. GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld neemt momenteel even de honneurs waar voor Zihni Ozdil die ziek is. Zij ziet dat al op vroege leeftijd de stress wordt opgevoerd. “Ik ben bij GroenLinks woordvoerder primair- en voortgezet onderwijs en je ziet de stress al bij middelbare scholieren. Dat komt omdat ouders steeds hoger willen voor hun kinderen. Dat begint eigenlijk al op de basisschool om een zo hoog mogelijk advies te krijgen. Wat je ook nu in het hoger onderwijs ziet is dat er steeds meer barrièremaatregelen worden genomen. Je hebt bijvoorbeeld ook het bindend studieadvies, maar er zijn ook allerlei overgangsmaatregelen en we bekostigen nominale studieduur.”

Volgens Westerveld moet het hoger onderwijs op een andere manier bekostigd worden om deze maatregelen tegen te gaan. “Eigenlijk spannen we het paard achter de wagen en moeten we eigenlijk stoppen met al die barrièremaatregelen. Ik snap ook wel dat instelling zeggen: ‘ja hallo hoe moeten we dat dan betalen?’ Dus daar ligt dus ook een grote rol voor de overheid weggelegd. Zodat instellingen studenten kunnen motiveren om er dan maar een jaartje langer over te mogen doen. Als je studenten hebt die iets naast hun studie willen doen dan kun je niet verwachten dat ze ook nog nominaal studeren en ook nog een jaar naar het buitenland gaan.”

Lenen is een taboe bij ouders

Een van de laatste onderwerpen dat ook in verband werd gebracht met studiestress was het leenstelsel. Een studentendecaan van de Universiteit van Tilburg bracht dit onderwerp in. “Ik zie ook druk om snel door je studie heen te gaan, omdat het anders te kostbaar wordt. Daar komt ook bij dat mensen heel veel gaan werken, om geld te verdienen om te kunnen studeren. En vervolgens uitlopen omdat ze zoveel moeten werken.”

“Terwijl er toch een leenstelsel is, het is niet meer zo gunstig als vroeger met de basisbeurs, maar er is wel een goed leenstelsel. Ik merk dat er ook zeker een taboe is bij ouders die gewoon niet willen dat er geleend wordt. Om daar een balans in te krijgen dat vind ik wel belangrijk. Dat adviseer ik ook aan studenten: ga nu toch even lenen en snel afstuderen in plaats van 24 uur naast je studie werken.”

Alofs van het ISO had haar bedenkingen hier bij en zij kon dit staven met haar eigen ouders. “Ik heb hier toch wel een kritische noot. Hier wordt gezegd: ‘leen maar wel en het is een goed leenstelsel.’ Ik denk wel dat er een terecht punt wordt gemaakt vanuit studenten. Ik ben zelf een kind van ouders uit de bijstand. Er is één ding dat mijn ouders altijd hebben gezegd: je mag nooit een lening aangaan. Dat zit ook bij veel studenten in het hoofd. Dat is een zorg die niet altijd serieus wordt genomen. En nu komt er ook nog een renteverhoging bij op onze studieschulden. Dat is ook niet echt bemoedigend om toch maar te gaan lenen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK