Leenstelsel veroorzaakt tweefrontenoorlog in de Kamer

Nieuws | door Frans van Heest
17 mei 2019 | Zowel de coalitie van Rutte III als de leenstelselcoalitie uit 2015 gingen in de Kamer de confrontatie met elkaar aan over het leenstelsel. Ook vraagt de Kamer zich af of het nog wel raadzaam is om met de VSNU en VH bestuurlijke afspraken te maken, aangezien individuele instellingen zich hier toch niet aanhouden.

Aanleiding voor het Kameroverleg waren de mislukte voorinvesteringen, maar aangezien GroenLinks afgelopen weekend openlijk afstand had genomen van het leenstelsel – waar zij in 2015 medearchitect van waren – domineerde dit onderwerp het debat.

Bij VVD en D66 was er veel verontwaardiging over de in hun oog opportunistische en onbetrouwbare move van GroenLinks. Bij CDA en ChristenUnie was er juist instemming over het feit dat GroenLinks zich had afgekeerd van het leenstelsel. Dit leidde vervolgens weer tot irritatie binnen de coalitie. De vertrouwensvraag werd zelfs door het CDA op tafel gelegd: hoeveel is een handtekening van D66 in het regeerakkoord nog waard?

Aan het begin van het debat mocht Zihni Özdil zijn steen in de vijver van afgelopen weekend toelichten. “De voorinvesteringen voor de huidige studenten zijn niet waargemaakt. Uit alle onderzoeken blijkt dat door dit leenstelsel de doorstroom zwaar onder druk staat. De doorstroom van mbo naar hbo, van havo naar het hbo, van eerstegeneratiestudenten, de doorstroom van studenten met een migratieachtergrond en voor studenten met een functiebeperking. De belofte van een betere toegankelijkheid is daarmee gebroken, samen met de belofte van de voorinvesteringen in onderwijskwaliteit.”

Tegenstanders doen feiten geweld aan

Paul van Meenen (D66) diende zijn oude leenstelsel-coalitiegenoot meteen van repliek. “Dit zie ik vaker als mensen eenmaal in het kamp van de tegenstander van het leenstelsel terecht zijn gekomen. Dan redden ze het niet zonder de feiten geweld aan te doen. Het valt mij ongelofelijk tegen van de heer Özdil dat hij een enorme hoeveelheid aan onjuistheden, onwaarheden en insinuaties de wereld inslingert, die studenten ontzettend gaan hinderen.”

Maar Özdil bleef vasthouden aan zijn eerste uitleg. “Dit leenstelsel heeft geen draagvlak meer onder studenten, ook niet meer in de samenleving. Dit systeem werkt niet daarom is mijn fractie van mening dat wij opzoek moeten gaan naar alternatieven.”

Ook Judith Tielen (VVD) was verbaasd over de standpuntwijziging van GroenLinks. “Welk feit heeft er nu voor gezorgd dat GroenLinks afgelopen weekend in de krant 180° gedraaid is en het vertrouwen in de partij voor het landsbestuur volledig op zijn kop heeft gezet?”

Op basis van koppigheid kun je geen land besturen

Het verweer van Özdil was dat zijn partij tot een voortschrijdend inzicht was gekomen. “Op basis van koppigheid kun je geen land besturen. Op basis van voortschrijdend inzicht terugkomen op een eerdere beslissing dat vergt moed. Dat heeft mijn partijleider getoond, dat heeft mijn partij getoond. Wij hebben de afgelopen jaren als GroenLinks constant gestreden voor herstel van de beloftes van het leenstelsel. En nu vijf jaar later blijkt dat die beloftes niet worden nagekomen. Dan vraagt het politieke moed om als partij te zeggen: weet je wat, we gaan iets anders doen.”

Van Meenen bleef erbij dat het buitengewoon onbetrouwbaar was van GroenLinks en waarschuwde dat dit ook tot veel onrust zou leiden in de sector. “De onrust in het hoger onderwijs is compleet. Eerst kwamen de instellingen een afspraak al niet na over de voorinvesteringen, maar nu komt ook de architect van het leenstelsel de afspraken niet na. De afspraak die wij samen zijn aangegaan. GroenLinks heeft niet nagedacht over een alternatief. Je zou kunnen zeggen dat GroenLinks een ideeënpartij was opzoek naar macht, maar is nu verworden tot een machtspartij opzoek naar ideeën.”

Door de herziening van het standpunt van GroenLinks zouden alleen de studenten de dupe zijn volgens Van Meenen. “Het is werkelijk onverantwoord. Dit is precies de reden waarom jongeren het vertrouwen in de politiek verliezen, door dit ondoordachte en wispelturige beleid. En dat precies op het moment dat het hoger onderwijs de eerste honderden miljoenen uit het leenstelsel aan het inzetten is voor beter onderwijs, voor meer docenten, voor meer begeleiding en voor minder werkdruk. En nu wil GroenLinks dit weer terugdraaien en wat gebeurt er dan? Dan gaan instellingen dat geld opsparen, omdat ze bang zijn dat het beleid gaat veranderen. Uw drijfveer is angst, angst, angst.”

Spanningen in de coalitie

Tot zover het conflict tussen GroenLinks de leenstelsel coalitie. Maar ook de coalitie van Rutte III kreeg het ongemeen hard met elkaar aan de stok in de Kamer. Van Meenen kon het niet laten om de renteverhoging op de studieschuld in de schoenen te schuiven van de CU en het CDA. “Deze partijen zijn ook tegen het leenstelsel, maar zadelen studenten wel op met een tienjaarsrente.”

Eppo Bruins (ChristenUnie) liet dit niet over zijn kant gaan. “De heer Van Meenen zegt dat het CDA en de ChristenUnie studenten opzadelen met een verhoging van de rente, maar ik dacht dat wij een regeerakkoord hadden gesloten met vier handtekeningen?”

Van Meenen erkende dat wel, maar met een kanttekening. “Wat mij stoort is dat mijn eigen coalitiepartners de stap van GroenLinks omarmen. Ik hoop dat de heer Bruins toegeeft dat hij gezegd heeft dat die rente omhoog moet. Ik heb dat niet gezegd, maar de CU en het CDA. Wij zijn daarmee akkoord gegaan, net zoals jullie akkoord zijn gegaan met het behouden van het leenstelsel, maar dat hoor ik niet.”

Slechtste voorbeeld van collegialiteit van Rutte III

Het verweer van D66 schoot Harry van der Molen (CDA)  in het verkeerde keelgat. “Dit is het slechtste voorbeeld van collegialiteit binnen een coalitie dat ik heb meegemaakt. Als ik een handtekening onder het regeerakkoord zet, dan zet ik ook een handtekening onder dingen die voor mij heel lastig zijn. Er zitten ook aspecten in het regeerakkoord van D66 waar ik grote bedenkingen bij heb.”

“Laat ik daar heel helder over zijn, ik wil geen discussie in de coalitie over handtekeningen. Want ik sta ook voor de maatregelen die ik niet steun. Als u elke keer in dit soort debatten naar een ander gaat wijzen dan bent u even weinig waard als Jesse Klaver die zijn handtekening onder het leenstelsel intrekt. Ik hoop dat Van Meenen zijn afspraken terugneemt in de richting van de CU en dat hij heel helder uitspreekt dat hij staat achter de afspraken van het regeerakkoord.”  Dat laatste was Van Meenen niet van plan.

GroenLinks heeft laten zien hoe onbetrouwbaar ze zijn

Wie ook heel geharnast in dit leenstelsel debat stond was minister Van Engelshoven. “Het staat natuurlijk iedere partij vrij om out of the blue terug te komen op afspraken. Om op die manier te laten zien wat voor onbetrouwbare partner je bent. Maar in het bewuste interview werden een aantal beweringen gedaan die bezijden de waarheid zijn. Er werden zoveel dingen beweerd over de ruggen van studenten dat ik daar wel iets van moet zeggen.”

Een bewering die de minister absoluut wilde rechtzetten ging over het terugbetalen van de studieschuld. “Er werd bijvoorbeeld beweerd dat oud-studenten die net boven het minimumloon verdienen al snel maandlasten zouden hebben van honderden euro’s. Ik hoop dat de heer Özdil daarop terugkomt, want ik heb alle mogelijke tabellen erop nagezocht. Als je modaal verdient betaal je nooit meer dan €47. Je moet twee keer modaal verdienen wil je boven de honderd euro uitkomen en ook een forse studieschuld hebben. Als je een ander standpunt inneemt prima, maar ga studenten niet onnodig angst aanjagen voor het lenen met onjuiste feiten. Dat is fact free politics over de ruggen van toekomstige studenten waar ik echt bezwaar tegen maak.”

Heeft het wel zin om afspraken te maken met de VSNU en VH?

Later in het debat kwamen ook de de mislukte voorinvesteringen aan de orde. Het onderwerp waar het debat eigenlijk over had moeten gaan. Compensatie voor mislukte voorinvesteringen was eigenlijk al een gepasseerd station zo erkende de Kamer.

Harm Beertema (PVV) vond toch dat de minister onvoldoende regie had genomen op dit dossier. “Er is hier sprake van gebrek aan regie, niet alleen van de VSNU en de Vereniging Hogescholen maar vooral in de eerste plaats van de minister zelf. Dat vind ik onbegrijpelijk zeker op een dossier dat een politiek mijnenveld is. Het leenstelsel dat kwam er niet zomaar, het was een politiek zeer beladen wens en was maatschappelijk ook zeer omstreden. Studenten zouden gecompenseerd worden door een voorinvestering in kwaliteit maar die belofte heeft de minister over de schutting geworpen. Ik ben benieuwd wat zij gaat doen om gedupeerde studenten alsnog tegemoet te komen?”

Ook Paul van Meenen hekelde de rol van de koepels bij de beloofde voorinvesteringen. “Er zijn in het verleden verkeerde afspraken gemaakt met de sectorraden. Waar de meeste instellingen zich niet aan gebonden hebben gevoeld. Dat staat natuurlijk helemaal niet op zichzelf. We zien dit ook bij andere sectoren in het onderwijs gebeuren. Bijvoorbeeld de functiemix in het basis- en voortgezet onderwijs en bij het extra geld voor het vasthouden van leraren. Wat moeten wij met deze les in het algemeen? Heeft het wel zin om überhaupt afspraken te maken met sectorraden? Kunnen we niet beter gewoon afspraken maken met instellingen? Dan kunnen we die partij ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid.”

De minister wilde de bestuurlijke afspraken met de VH en VSNU voor in de toekomst graag behouden gaf zij aan. “Het is ook belangrijk om op sectorniveau afspraak te maken. Bij de voorinvesteringen hebben we gezien dat er eigenlijk een verzoek lag van de toenmalige minister met de vraag wilt u alstublieft bedragen uit eigen middelen investeren terwijl dat niet gespecificeerd was naar individuele instellingen. Probleem is ook dat niet iedere instelling de mogelijkheid had om geld naar voren te halen omdat de financiële positie van per instelling ook kan verschillen, maar ik vind afspraken met de sector nog steeds goed. Het is altijd een kwestie van goede maatvoering.”

Van Meenen bleef bij zijn standpunt dat sectorafspraken eigenlijk onwerkbaar zijn omdat individuele leden er zich niet aanhouden. “Het patroon is altijd hetzelfde. Je denkt dat je een afspraak gemaakt hebt met de sector, maar je ziet elke keer opnieuw dat individuele leden van die sector zich er op geen enkele manier aan verbonden voelen. Moeten wij daar niet meer structureler naar kijken? In plaats van te zeggen zulke afspraken zoals met de voorinvesteringen moeten we niet meer doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK