Kamer doet dringend beroep op universiteiten om dit jaar het bsa af te schaffen

Nieuws | door Frans van Heest
25 november 2020 | De minister wil niet in overleg gaan met universiteiten om het bsa al voor dit jaar af te schaffen. Wel moet zij van de Kamer het gesprek voeren over selectie, nu het bsa op termijn wordt afgeschaft.

Eerder deze maand werd duidelijk dat hogescholen in verband met corona afzien van het bindend studieadvies. Universiteiten vinden dat niet nodig, naar eigen zeggen mede vanwege de weinige studievertraging. In de Tweede Kamer is er afgelopen week twee keer vergaderd over wat er nu precies moet gebeuren rondom het vraagstuk van het bsa.

Onwenselijk dat universiteiten vasthouden aan het bsa

Frank Futselaar (SP) zei tijdens het debat over corona en het hoger onderwijs te betreuren dat hogescholen wel afzien van het bsa maar universiteiten niet. “Universiteiten hebben besloten om toch het bsa toe te passen, en hogescholen niet. Dat vinden wij onwenselijk. Vanwege de coronacrisis lopen studenten mogelijk vertraging op, en het is niet eerlijk dat studenten op universiteiten in deze moeilijke omstandigheden wel een bindend studieadvies krijgen en studenten aan hogescholen niet.”

Hij verzocht de minister dan ook in een Kamermotie om een “zwaar beroep te doen op universiteiten om het bindend studieadvies te schrappen voor het collegejaar 2020 en 2021.”

Ook Paul van Meenen, partijgenoot van de minister, deed een dringend verzoek, in het bijzonder op universiteiten zelf. Volgens Van Meenen is de studie nu anders opgezet vanwege corona, en dat vraagt veel meer zelfredzaamheid van studenten. “Sommige studenten komen in deze omstandigheden niet goed tot hun recht, terwijl ze normaliter wel geschikt zijn voor de opleiding. Desondanks houden universiteiten zonder aanpassingen vast aan het bsa.”

‘Dit door corona getekende studiejaar’

Volgens Van Meenen hebben vrijwel alle universiteiten het bsa in het vorige studiejaar wél vanwege bijzondere omstandigheden uitgesteld. Hij deed in zijn motie dan ook de oproep om “het bsa niet onverkort toe te passen in dit door corona getekende studiejaar, maar aan een aangepaste vorm te werken die recht doet aan deze uitzonderlijke omstandigheden.”

In haar reactie was de minister niet enthousiast over de motie van Futselaar, die de minister verzocht om nogmaals met universiteiten in gesprek te gaan over het bsa. “Ik heb u zeer onlangs het Servicedocument hoger onderwijs gestuurd, wat de resultante is van het overleg met de instellingen. Ik zie niet in dat een hernieuwd overleg daarin nog verandering gaat brengen. Het is wel zo dat universiteiten ook hebben aangegeven dat studievertraging vanwege corona een reden is om geen bsa te geven.”

Universiteiten willen wel coulance bieden

De minister zei dat universiteiten wel degelijk bereid zijn tot maatwerk. “Universiteiten hebben aangeven dat zij het bsa niet zullen toepassen bij opleidingen waarvan in januari eigenlijk al kan worden gezegd dat daar vertraging vanwege corona zal optreden.”

Wat betreft de motie van haar partijgenoot Van Meenen was de minister milder. Ze noemde het een ‘spreek-uit-motie’, en zei dat zij daarover geen oordeel heeft. Het expliciete verzoek om het bsa aan te passen vanwege de bijzondere omstandigheden, was dan ook niet aan de minister, maar aan de instellingen gericht.

Met betrekking tot het bsa zijn er deze week nog andere ontwikkelingen geweest. De VVD heeft namelijk een meerderheid gekregen voor een motie die vraagt om met instellingen ook het gesprek te voeren over selectie aan de poort. De onderwijswoordvoerder van de VVD, Dennis Wiersma, had deze motie ingediend in reactie op de onlangs aangenomen Kamermotie om het BSA op termijn helemaal af te schaffen. GroenLinks kreeg daar recentelijk, met behulp van veel kleine partijen, een nipte meerderheid voor. De minister heeft in haar reactie al toegezegd om met instellingen het gesprek te voeren over het afschaffen van het bsa.

Verbreed het gesprek

De VVD is geen voorstander van het afschaffen van het bsa. Wiersma wil dat het reeds aangekondigde gesprek met onderwijsinstellingen over het bindend studieadvies wordt verbreed naar een gesprek over adequate instrumenten waarmee onderwijsinstellingen kunnen sturen op toelating en selectie voor en tijdens de opleiding. De voorgenoemde motie vloeide daaruit voort.

Jan Paternotte (D66) was niet zo gelukkig met dit voorstel van de VVD. “Het lijkt mij dat je op deze manier twee totaal verschillende instrumenten met elkaar gaat verknopen. De VVD zegt nu: als je het bsa verandert, dan moet je meer selectie doen.”

Veel docenten maken zich zorgen over werkdruk

In zijn respons daarop zei Wiersma dat hij veel bezorgde reacties krijgt op het bsa-besluit van de Kamer. “Die hele nauwe discussie over het bsa heeft best wat teweeggebracht in het hoger onderwijs. Veel docenten maken zich zorgen over de gevolgen hiervan, en wat betekent dit voor hun werkdruk?”

“Dat gesprek moet niet alleen over het bsa gaan,” zei Wiersma. “Je zou dat een breder kader moeten geven, zodat het een beter gesprek wordt. Dan komen daar elementen uit voort die ook werken voor studenten en docenten.”

De minister wil beide gesprekken apart voeren

De minister was ook niet gelukkig met dit voorstel van de VVD. Zij is namelijk ook geen voorstander van het bsa. “Ik zie nu geen aanleiding om het gesprek over het bsa te verbreden naar selectie. Ik vind dat echt twee andere onderwerpen. Aan de ene kant gaat het erom hoe je aan de voorkant regelt dat studenten op de goede plek terecht komen. Het BSA is echter een instrument dat bedoeld is om studenten op een goede manier te begeleiden, en als het nodig is te begeleiden richting een andere studie. Dat is echt iets anders dan sturingsinstrumenten bij toelating en selectie. Ik zou beide gesprekken apart voeren.” Toch wist de VVD een Kamermeerderheid te krijgen voor deze motie.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK