Meerderheid studenten onverschillig over het bsa 

Nieuws | de redactie
4 juli 2023 | Studenten hebben doorgaans geen uitgesproken opvatting over het bindend studieadvies (bsa), maar zijn in ieder geval niet enthousiast. Uit nieuw onderzoek van ResearchNed blijkt dat studenten steeds minder tevreden zijn naarmate de bsa-norm hoger wordt.
Cotton-bro Studio

Het is inmiddels een jaarlijkse traditie: de monitor beleidsmaatregelen van OCW, ingesteld na de invoering van het leenstelsel in 2014. Deze monitor heeft tot doel om de vinger aan de pols te houden met betrekking tot beleidswijzigingen in het hoger onderwijs die van invloed zijn op studenten. 

Universiteiten massaal tegen 

Elk jaar wordt er gekeken naar een breed scala aan beleidswijzigingen die effect hebben op studenten. Dit jaar wordt er uitgebreid stilgestaan bij het bsa, een actueel onderwerp omdat de minister de norm wil verlagen naar dertig studiepunten in het eerste jaar. De universiteiten zijn echter massaal tegen dit voorstel en zien het als een nieuwe inperking van hun bestuurlijke autonomie. 

Als gevolg van de coronapandemie hebben veel onderwijsinstellingen besloten soepeler om te gaan met het toepassen van het bsa, bijvoorbeeld in het academisch jaar 2021-2022. In het academisch jaar 2022-2023 geldt het bsa weer zonder deze versoepelingen. Ongeveer een derde van de studenten is tevreden over de informatievoorziening met betrekking tot het bsa tijdens de studievoorlichting, terwijl bijna de helft voldoende inzicht heeft in wie kan helpen bij het behalen van de norm. 

Twee jaar geleden was het aantal studenten dat uitviel vanwege een negatief bindend studieadvies aanzienlijk lager als gevolg van aanpassingen in het bsa-beleid tijdens de coronatijd. In het hbo is het aandeel studenten dat vanwege het bsa uitvalt nog steeds laag, namelijk drie procent. In het wetenschappelijk onderwijs geeft veertien procent van de studenten aan dat ze niet doorgaan met dezelfde opleiding vanwege het bsa. Het uitvalpercentage als gevolg van het bsa is al jaren hoger in het wetenschappelijk onderwijs dan in het hbo. 

Studenten met een functiebeperking maken zich meer zorgen 

Van alle studenten voor wie een bsa-norm geldt, ervaren studenten met een functiebeperking de invloed van deze norm op hun studiegedrag negatiever dan studenten zonder functiebeperking. 

Studenten die een opleiding volgen waarbij geen sprake is van een bsa, maar hooguit van een doorstroomnorm, zien dit eerder als een voordeel dan als een nadeel. Onder studenten voor wie wel een bsa-norm geldt, is de groep die dit als nadeel ervaart ongeveer even groot als de groep die dit als voordeel ervaart. Met name wanneer de bsa-norm 60 studiepunten betreft, zijn studenten minder positief ten opzichte van alle andere situaties. Deze groep studenten geeft ook het vaakst aan dat ze de bsa-norm als een nadeel ervaren. 

Studenten in het hbo beter bestand tegen hogere eisen 

Studenten waarbij de bsa-norm tussen de 50 en 59 studiepunten ligt, zijn significant minder positief dan studenten zonder bsa-norm en studenten met een doorstroomnorm. Daarnaast is er een verschil tussen hbo-studenten en wo-studenten. Studenten in het wetenschappelijk onderwijs die te maken hebben met een bsa-norm van 60 studiepunten zijn daar minder positief over dan hbo-studenten met eenzelfde norm. 

Voor alle groepen met verschillende bsa-normen geldt dat studenten tijdens hun studie vaker een positieve invloed ervaren van de norm op hun eigen studiegedrag (32 tot 38 procent in 2022) dan een negatieve invloed (zeven tot tien procent in 2022), bijvoorbeeld door stress. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Meer dan de helft van de studenten ervaart daarnaast helemaal geen invloed of staat er neutraal tegenover, ongeacht de bsa-norm. Studenten voor wie hogere normen gelden, waren in 2022 over het geheel positiever dan studenten voor wie lagere normen gelden (1 tot 45 studiepunten). Bovendien blijkt uit het onderzoek dat studenten uit alle bsa-normgroepen in het afgelopen jaar even positief zijn gebleven of iets positiever zijn geworden ten opzichte van het voorgaande jaar. 

Demografische verschillen 

Desalniettemin zijn er wel verschillen te zien binnen de demografie. Vrouwen, studenten met hoogopgeleide ouders, studenten met een functiebeperking en studenten van ouders met een inkomen onder modaal ervaren de invloed van de norm op hun studiegedrag in elke bsa-normgroep negatiever dan hun tegenhangers. 

Minder dan de helft van de studenten is positief over de informatievoorziening met betrekking tot het bsa bij de start van hun opleiding en over het inzicht in wie kan helpen bij het behalen van de norm. Dit blijkt vergelijkbaar met vorig jaar volgens de onderzoekers van ResearchNed. Studenten in opleidingen met een hogere bsa-norm zien die norm vaker als een nadeel bij het maken van hun studiekeuze dan studenten in opleidingen met een lagere bsa-norm. Eenmaal begonnen aan hun studie vinden studenten vaker dat het bsa vooral een positieve invloed heeft op hun studiegedrag als een stimulans dan dat het een negatieve invloed heeft, bijvoorbeeld door stress. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK