Studenten, stress en het studiesysteem

Analyse | door Hans Lekkerkerk & Robert Kok
11 juli 2023 | Een 'slimmer collegejaar' om de stress onder studenten te verminderen is geen slecht idee. Bij het zoeken naar oorzaken van die stress wordt het studiesysteem zelf echter vaak over het hoofd gezien, schrijven Hans Lekkerkerk en Robert Kok van de Radboud Universiteit. Zij vergelijken de huidige situatie met de studielast in 2008/2009 en leggen tevens de papieren werkelijkheid naast de uiteindelijke studiedruk van studenten. Die maken per week namelijk lang niet zo veel uren als ze volgens het papieren ontwerp zouden moeten doen.
Beeld: Jeswin Thomas

Er is terecht nogal wat aandacht voor de stress onder studenten. Minister Dijkgraaf wil zelfs bekijken of die stress kan worden tegengegaan door een ‘slimmer collegejaar’ met meer vakantie.

Tussen alle mogelijke oorzaken voor de stress die de revue passeren in de discussie daarover, missen wij de ervaren studielast die het studiesysteem veroorzaakt. Dat systeem bestaat uit het jaarlijks moeten behalen van 60 ECTS (equivalent aan de wettelijk verplichte 1.680 studie-uren), uit het studierooster van de opleiding dat de besteding van die wettelijke uren bepaalt, en het studieprogramma van de opleiding met de vakken waar docenten de studenten feitelijk aan het werk zetten.

Hoe dat op papier staat en vervolgens in de werkelijkheid kan vormkrijgen, doen we hieronder uit de doeken. We besluiten met enkele suggesties voor dat ‘slimmere collegejaar’. Gemakshalve nemen we onze eigen praktijk, een bacheloropleiding, als anoniem voorbeeld. We weten dat n=1 geen hard bewijs oplevert voor de stelling dat studenten in te weinig weken te veel moeten doen, maar we hopen wel duidelijk te maken dat de studeerbaarheid van opleidingen voldoende aandacht moet krijgen bij het bedenken van een ‘slimmer collegejaar’.

Studiestress op papier

Bij het wettelijke aantal studie-uren zou je een studierooster met 42 weken verwachten waarin onderwijs, zelfstudie en tentamens of andere toetsvormen hun plek krijgen. Dan moet een gemiddeld geschikte student 40 uur per week studeren – evenveel tijd als een voltijdsbaan kost.

Het huidige jaarrooster van onze instelling, maar ook dat van veel andere instellingen, werkt met vier blokken van zeven weken onderwijs. Elk blok besluit met een tentamenweek of -weken. Wie geen herkansingen hoeft te doen, is de week erna vrij. Ons rooster telt dus 28 weken onderwijs en ongeveer 6 weken tentamens; samen 34 weken. Onze gemiddeld geschikte student zou daarin 49,4 uur per week aan de bak moeten om herkansingen te voorkomen.

Een oud rooster uit academisch jaar 2008/2009 telt nog 4 blokken met 32 weken onderwijs en 4 tentamenweken die worden voorafgegaan door een week voor zelfstudie. Dat komt neer op 40 studieweken per jaar en 42 uur studiebelasting per week.

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

De papieren werkelijkheid leidt dus al tot enkele deelconclusies:

  • 1) In 2008/2009 werden studenten al vijf procent per week overvraagd.
  • 2) Studenten moeten door het rooster voor 2022/2023-rooster per week 9,4 uur meer studeren dan een voltijds baan kost.
  • 3) Studenten moeten per studieweek 7,4 uur meer studeren dan veertien jaar geleden
  • 4) Studenten moeten in de studieweken van 2022/2023 gemiddeld 23,5 procent meer uren maken dan iemand met een voltijds baan.

Als het arbeiders en hun werktijden zou betreffen, zouden vakbonden er schande van spreken en zou de Arbeidsinspectie oordelen dat structureel 9,4 uur overwerk niet aan de Arbeidstijdenwet voldoet.

Belasting per vak

In de onderwijsblokken volgen studenten de vakken, de bouwstenen van het studiesysteem. Onze faculteit geeft per studiejaar tien standaardvakken van 6 EC oftewel 168 studie-uren per stuk. Docenten zijn doorgaans enthousiast over hun vak en eerder geneigd studenten te veel te laten doen dan te weinig. Zelden lazen we in studentenevaluaties dat onze vakken te licht of te makkelijk waren. Het is dus denkbaar dat het totaal van het werk dat die enthousiaste docenten hun studenten bezorgen zelfs nog boven de 1.680 uur per jaar uitkomt.

Alweer enige tijd geleden kregen we van hogerhand opgelegd dat er meer contacturen en ‘studentactiverend’ onderwijs moesten komen. Dat leidde tot meer opdrachten en werkcolleges en verklaart ook een deel van de toename van de ervaren studielast.

Deze ‘papieren’ uren gelden uiteraard voor een gemiddeld voor de studie geschikte student die door het leveren van deze inspanningen nominaal en vrijwel zonder herkansingen de studie afrondt. Sommige slimmeriken kunnen het vast in minder tijd en degenen die op doorzettingsvermogen zijn aangewezen komen er met wat meer inspanning ook wel.

Stress in het echte studentenleven

Tegenover het papieren construct dat studenten wel 49,4 uur per week aan de studie zet, staat de realiteit. In die realiteit werkt 70 procent van de studenten (mannen gemiddeld 18 uur per week, vrouwen gemiddeld 15 – Nibud, 2021), hebben ze schermpjes (waarvan vooral de smartphone ook tijdens colleges afleiding biedt) en vragen reizen, ‘chillen’, eten, sporten en slapen ook de nodige uren.

De feitelijk bestede studietijd verschilt per studie, maar van onze studenten rapporteert in de studentenenquête 55,6 procent hooguit 25 uur per week aan de studie te besteden. In 2008/2009 gaf 74 procent van de studenten nog maximaal 34 uur op.

In de Nationale Studenten Enquête 2023 wordt daarover gerapporteerd: 

“In de enquête is ook gevraagd naar studiedruk. Zowel in het hbo als in het wo vindt 55 procent van de studenten die ‘precies goed’, terwijl een flink deel de druk te hoog noemt: ruim 37 procent. Op de Universiteit is met name nog verbetering mogelijk als het gaat om de spreiding van de studielast over het studiejaar en de mate waarin de studiepunten (EC) overeenkomen met hoeveel tijd studenten er werkelijk in stoppen. Ook dit jaar is de beoordeling hierop weer verder gedaald.”

De spreiding over het studiejaar is hiervoor al besproken. De studielast per vak kan voor het gevoel van studenten wel lager moeten, maar hun zelf geschatte tijdsbesteding ligt ver onder de papieren 49,4 uur. Dat brengt ons bij de volgende deelconclusie:

  • 5) De kans dat studenten de op papier noodzakelijke 49,4 uur per week besteden is zeer gering,

Langer studeren als ‘overdrukventiel’

Hoewel onze studenten minder dan het op papier uitgedachte aantal uren per week aan studeren besteden, ronden velen hun studie uiteindelijk wel af. Ze doen er alleen langer over: van de eerstejaars gaat 78 procent door naar het 2e jaar, en slechts 51 procent van de studenten haalt in vier jaar (in plaats van drie) de bachelor Bedrijfskunde.

In vier jaren bacheloropleiding van elk 34 weken van hooguit 25 uur maakt meer dan de helft van de studenten uiteindelijk slechts 3.400 uur, terwijl ze nominaal 3 jaar à 1.680 = 5.040 uur zouden moeten maken. Ten opzichte van de papieren tijger besteden studenten dus 1.640 uur minder. Dat kan betekenen dat ze reuze efficiënt studeren, als groep gemiddeld slimmer zijn dan de gemiddeld geschikte student, dat het studieprogramma minder uren bevat, dat de normering verlaagd is, of … .

Als aanwijzing voor efficiënt studeren zien we bij onze vakken meer studenten met een uittreksel dan met het ‘veel te dikke’ studieboek; dat scheelt heel wat tijd. In ieder geval:

  • 6) De studiedruk ‘ontsnapt’ deels via het langer dan nominaal studeren,

Verder klaagt men ook over de ‘zesjescultuur’. Die bestaat echt, want het vlak voor het tentamen ‘stampen van de stof’ voor een zes is cultuur geworden. Een zes wordt zelfs aangeduid als een ‘studenten-tien’: die levert maximaal rendement in ECTS bij net genoeg inspanning. Een kleine steekproef bij tentamen en herkansing van één vak leerde dat respectievelijk 38 en 66 procent van de geslaagden zo’n studenten-tien scoorde (onafgerond tussen 5,50 en 6,24). Kortom:

  • 7) Het lijkt redelijk om te concluderen dat er een zesjescultuur heerst. Ook langs deze weg ontsnapt enige studiedruk.

Als een cohort studenten een tentamen minder goed maakt, zijn docenten eerder geneigd om te denken dat het tentamen aan de moeilijke kant is geweest. Om vervolgens toch nog een redelijk slagingspercentage te verkrijgen, ontstaat er druk op docenten om de norm voor het behalen van een 5,5 aan te passen. Gezien de werkdruk voor de staf is dat ook begrijpelijk; het helpt om het aantal herkansingen en het daaruit voortkomende nakijkwerk te verminderen. Dus:

  • 8) Het is redelijk te veronderstellen dat docenten de normering sluipenderwijs wat aanpassen om een redelijk slagingspercentage te halen.

Stress door studie is systeemeffect

Ons voorbeeld (met excuus voor de vele cijfers) laat zien dat het studiesysteem ervoor kan zorgen dat onze studenten stress ervaren en waarom die stress is toegenomen.

Om studeren minder stressvol te maken, kunnen instellingen het onderwijsjaar weer verlengen tot 42 weken. Als alle studenten een rooster zouden krijgen dat hen verplicht elke dag om 8:30 op de campus te zijn, vergroot dat de kans dat ze elke studiedag aan 8 uur studie komen. 

Het verdient daarnaast aanbeveling om eens naar de kengetallen te kijken die men toepast om de studielast per vak te berekenen. Vervolgens moet men die bijgestelde kengetallen consequent toepassen en waar nodig vakken op hun vereiste studielast brengen (28 uur per EC).

Als de studie daardoor op papier te doen is voor die gemiddelde student, moeten studenten vervolgens wel flink wat meer werk maken van hun studie dan de genoemde hooguit 25 uur per week die ze nu aan studie besteden. Meer studeren betekent wel minder werken, wat vraagt om betere studiefinanciering of het actief tegengaan van leenangst. Ook het bevorderen van de zelfdiscipline van studenten en hen stimuleren om de afleidende schermpjes en notificaties uit te zetten tijdens studie-uren, zal hen zeker helpen. Trek het ‘geen smartphone in de klas’-advies aan middelbare scholen maar door naar alle onderwijsvormen.

Een ‘slimmer collegejaar’

Gezien de werkdruk aan universiteiten (zie bijvoorbeeld WOinActie) moet een ‘slimmer collegejaar’ niet ook weer een langer studiejaar voor de staf betekenen. Met docent-extensieve vormen van onderwijs is het mogelijk dat te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan een verplichte jaarlijkse stage in het werkveld (acht weken in de zomerperiode) met de opdracht het geleerde toe te passen en daarover een beknopt maar gedegen stageverslag te maken. Als werkgevers hun stagestudenten dan ook nog als vakantiekrachten betalen, hoeven ze tijdens het campusdeel van het studiejaar niet meer of tenminste veel minder te werken.

Tot slot willen we nog opmerken dat het volwassen leven nu eenmaal stressvolle perioden kent en dat ook studenten moeten leren omgaan met stress. Wat ze tijdens hun studie meemaken is ‘peanuts’ vergeleken met hetgeen hen een jaar of vijftien later aan stress te wachten staat als ze met een partner anderhalf-verdiener zijn en er nog een volle baan bijhebben aan een huishouden met jonge kinderen. Dat ontslaat onderwijsinstellingen echter niet van de plicht om een studeerbaar collegejaar te bieden.

Hans Lekkerkerk : 

Senior docent Organisatieontwerp & Innovatiemanagement bij de Radboud Universiteit.

Robert Kok : 

Universitair Hoofddocent Innovatie bij het Responsible Innovation & Entrepreneurship centrum, Instituut voor Managementonderzoek van de Radboud Universiteit.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK