De student als consument maakt vrouwelijke docenten extra kwetsbaar 

Nieuws | door Frans van Heest
13 september 2023 | Vrouwelijke docenten worden aantoonbaar gediscrimineerd door studentenevaluaties, maar toch blijft het instrument voor veel universiteiten belangrijk om medewerkers te beoordelen. Cursusevaluaties moedigen echter middelmatig onderwijs aan en zijn extra nadelig voor vrouwen.

Bovendien spelen deze enquêtes een steeds grotere rol in loopbaanontwikkeling. Dit betoogt Michelle Ronksley-Pavia in de bundel ‘Academic Women: Voicing Narratives of Gendered Experiences.‘ Zij is als onderzoeker verbonden aan Griffith University in Australië. 

Al meer dan vijftig jaar tonen tal van wetenschappelijke onderzoeken aan dat docentbeoordelingen vooringenomen zijn tegen vrouwelijke academici. Studentenevaluaties, ook wel cursusevaluaties genoemd in Nederland, vertonen intrinsieke vooringenomenheid door seksisme, homofobie, racisme, leeftijdsdiscriminatie en validisme. Toch blijven universiteiten over de hele wereld vertrouwen op deze gebrekkige gegevens om de zogenaamde onderwijskwaliteit van hun academici te beoordelen en te controleren of ze aan de vereisten voldoen. 

Het moedigt middelmatig onderwijs aan 

Vooringenomenheid tegen vrouwelijke academici komt met name vaak voor wanneer studenten de neiging hebben om de persoon te beoordelen in plaats van diens daadwerkelijke onderwijsprestaties, zegt Ronksley-Pavia. Bovendien laat de bestaande literatuur keer op keer zien dat het wijdverbreide gebruik van deze ineffectieve maatregelen door universiteiten middelmatig onderwijs aanmoedigt en de inflatie van studentencijfers vergroot. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het feit dat studentenevaluaties worden gebruikt op manieren die cijferinflatie aanmoedigen, betekent dat studenten in feite de macht hebben over het onderwijs van academici. Hierdoor kunnen studenten de onderwijspraktijk van academici op schadelijke manieren beïnvloeden. Studenten hebben namelijk goede cijfers nodig, maar docenten op hun beurt goede beoordelingen. De cijfers die docenten geven, hebben dus invloed op de vakevaluaties door studenten. 

De student als consument  

Interessant genoeg hebben de commercialisering en de marktgerichte aanpak van het hoger onderwijs ertoe geleid dat studenten vergelijkbaar gedrag zijn gaan vertonen als klanten in een winkel. Studenten komen naar het hoger onderwijs om het product in de vorm van een diploma te kopen, in plaats van om te leren, schetst Ronksley-Pavia. 

Deze systematische verschuiving van studenten als leerlingen naar studenten als klanten zal de geslachtsbias tegen vrouwen alleen maar versterken, met name via studentenevaluaties. Als van vrouwelijke docenten wordt verwacht dat ze hun studenten moeten behagen in plaats van onderwijzen, zal hun carrièreontwikkeling waarschijnlijk in grotere mate dan voorheen worden bepaald door hun beoordelingen door diezelfde ’klantenservice’-evaluaties. Op deze manier worden de docentevaluaties gereduceerd tot louter beoordelingen door ‘klanten’, waardoor het proces alleen nog maar zinlozer wordt. 

Desondanks blijft het hoger onderwijs om de een of andere reden gebruikmaken van docentbeoordelingen. 

Academici worden aan hun lot overgelaten 

Er is een rijke verzameling wetenschappelijk bewijs dat er aanzienlijke geslachtsbias is in deze studentenevaluaties, met aanzienlijke gevolgen voor de mentale gezondheid en de carrièreontwikkeling van vrouwelijke academici. Vaak worden academici aan hun lot overgelaten om de resultaten van studentenevaluaties en denigrerende opmerkingen het hoofd te bieden. 

In de literatuur worden verschillende redenen genoemd voor geslachtsbias in de evaluaties. Voorbeelden zijn bewuste en onbewuste vooringenomenheid van studenten, twijfels van studenten over de onderwijscompetentie van vrouwelijke academici en hun ogenschijnlijke ‘gebrek aan zelfvertrouwen’, of de indruk dat ze ‘meer verlegen of nerveus zijn’. Deze eigenschappen worden volgens sommige studenten eerder geassocieerd met vrouwelijke academici. 

Vrouwen scoren in Nederland 37 procent lager 

Een onderzoek in Nederland naar ongeveer 20.000 studentenevaluaties over een periode van vier jaar (2009-2013) ontdekte dat vrouwelijke docenten scores ontvingen die zevenendertig procent lager waren dan die van mannelijke docenten. 

Aangezien de academische wereld een zeer competitieve omgeving is, waarin academici zowel binnen als tussen instellingen concurreren om financiering, prijzen, vaste aanstellingen en promoties, spelen studentenevaluaties een grote rol in deze competitie. 

Het gebrek aan carrièrebeleid  

Hoewel het belang van studentenevaluaties varieert van instelling tot instelling, is in het algemeen enige vorm van studentenevaluatie vereist om promotie te maken binnen de wetenschap. Dit betekent dat studentenevaluaties een grote invloed hebben op carrièreontwikkeling, of beter gezegd, het gebrek daaraan. Bovendien vereisen veronderstelde lage scores op enquêtevragen reacties van de academici die de betreffende lage-scorende cursussen geven. 

Discriminerende studentenevaluaties zouden volgens Ronksley-Pavia niet door instellingen gebruikt moeten worden om beslissingen te nemen over wie ze moeten aannemen, ontslaan of promotie geven. Dit draagt namelijk bij aan geïnstitutionaliseerde praktijken die vrouwelijke academici marginaliseren. Hoewel onderzoek heeft aangetoond dat geslachtsgerelateerde vooroordelen in studentenevaluaties variëren van cursus tot cursus en van universiteit tot universiteit, ligt de verantwoordelijkheid bij universiteiten om aan te tonen dat het gebruik van deze evaluaties geen schadelijke en onrechtvaardige invloed heeft op vrouwelijke academici en andere ondervertegenwoordigde groepen. 

Geslachtsblinde implementatie 

Universiteiten moeten beleid invoeren dat ingebakken vooroordelen tegen vrouwen in studentenevaluaties en beoordelingen van het onderwijs aanpakt. Geslachtsongelijkheden die inherent zijn aan studentenevaluaties, kunnen worden verminderd door een systematisch geslachtsblinde implementatie van deze enquêtes. Hoe dat er in de praktijk precies uit moet zien, legt Ronksley-Pavia niet uit. 

Transformatie en structurele veranderingen in het gebruik van studentenevaluaties zijn van vitaal belang om vrouwelijke academici te ondersteunen zodat ze goede docenten kunnen zijn, en ze moeten volledig en hartgrondig worden ondersteund door hun instellingen, zonder tolerantie voor misogyne onderwijsevaluaties. 

De zichtbare geslachtsbias in studentenevaluaties is al meer dan vijftig jaar aanwezig. Vrouwen in de academische wereld moeten al genoeg onzichtbare barrières overwinnen om gelijkheid op de werkplek te bereiken. Het is hoog tijd om te stoppen met deze zichtbare, maar institutioneel niet erkende barrière, concludeert Ronksley-Pavia. Hoger-onderwijsinstellingen kunnen zo werken aan meer geslachtsgelijkheid in de academische wereld. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK