‘Online leergemeenschappen hinderen integratie eerstejaarsstudenten’
Leergemeenschappen voor coronacohort
De UU-onderzoekers hebben veertien bachelorstudenten Farmacie uit het coronacohort 2020-21 via interviews bevraagd over hun ervaringen met fysieke en digitale leergemeenschappen. Bij de UU is er sprake van een leergemeenschap voor eerstejaars (first-year learning community, FLC), waarin twaalf tot veertien studenten van hetzelfde cohort grotendeels in dezelfde cursussen en werkgroepen plaatsnemen. Daarbij hebben zo’n 100 studenten een vragenlijst ingevuld over ditzelfde onderwerp.
In het studiejaar 2020-21 verplaatsten de FLC’s zich noodgedwongen naar de digitale wereld. Deze situatie bemoeilijkte het organiseren van curriculaire en vooral buitencurriculaire activiteiten voor de eerstejaars. Onderzoek wijst niettemin uit dat de ervaringen in het eerste jaar cruciaal zijn voor het behoud van studenten, hun academische prestaties, de kans op afstuderen en het algemene gevoel van thuishoren (sense of belonging). Het is de vraag hoe de coronatijd dit heeft beïnvloed.
Sociaal-emotionele ondersteuning online
Hiertoe onderscheidden de onderzoekers diverse dimensies van interactie met en tussen studenten. Onder de dimensie saamhorigheid vallen de sociaal-emotionele steun en de academische steun die studenten elkaar bezorgen. Bij de dimensie betrokkenheid hoort de mate dat studenten participeren in activiteiten. Tot de dimensie personalisering rekent men de sociaal-emotionele en academische steun van docenten aan studenten. Hierbij helpt ook iets elementairs als het leren van hun namen.
De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.
In het algemeen bleek de sociaal-emotionele component van de leergemeenschap een belangrijke bijdrage te leveren aan de academische participatie. Bij sociale interacties in het klaslokaal waren studenten vooral geneigd om zelf te participeren en elkaar te helpen als zij elkaar wat beter kenden. Ook ten opzichte van hun docenten maakten studenten een duidelijk onderscheid tussen emotionele en academische behoeften. Een persoonlijke behandeling door docenten hielp studenten om beter te werken.
Weinig interactie in online leergemeenschappen
Gevraagd naar hun perceptie van de leergemeenschap zagen studenten veel meer heil in hun docent dan in hun medestudent. Ook al leerden zij elkaar gedurende het jaar beter kennen en ondersteunen, evenwel ervoeren zij aan het einde van hun eerste studiejaar weinig warmte en interactie onderling. Ook hun eigen participatie in leeractiviteiten taande aanzienlijk in de loop van het academische jaar. In dit verband zien de onderzoekers een oorzaak in de online modus van deze leergemeenschappen.
Met de docenten ervoeren de studenten eveneens weinig interactie binnen hun leergemeenschappen, waarbij de participatie tijdens het jaar daalde. Daarentegen waren de studenten wel tevreden over de academische steun door de docent, terwijl de mate van sociale steun zelfs toenam in het digitale domein. Toch oordeelden studenten negatief over alle dimensies van online leergemeenschappen in sociaal, academisch en participatoir opzicht. Om zelf deel te nemen en elkaar te helpen was het nodig eerst elkaar te leren kennen, hetgeen door de digitale interacties tussen studenten en docenten wordt bemoeilijkt.
Klaslokaal blijft centraal
De onderzoekers concluderen dat voor een positieve interactie tussen studenten en docenten de drie dimensies van saamhorigheid, betrokkenheid en personalisering onontbeerlijk zijn. Door de online omgeving is er minder contact en connectie voor studenten, wat hun sociale steun tijdens de coronacrisis verminderde. Afgezien van het sociaal-emotionele domein was de steun en betrokkenheid van docenten in deze digitale periode juist wel een positievere ervaring. Toch zijn online leergemeenschappen niet bevordelijk voor het leerproces.
Voor de integratie en geborgenheid van eerstejaars doen de onderzoekers nog enige aanbevelingen. Docenten moeten moeite doen om de interactie tussen en participatie onder studenten te stimuleren. Hiertoe behoren zij zich van pedagogische strategieën te bedienen. Daarnaast moeten instituten het aanbieden van langere cursussen en doorlopende werkgroepen aanmoedigen om de integratie van studenten te bevorderen. Tot slot dient het klaslokaal de basis te blijven voor kwantiteit en kwaliteit van sociale en academische steun aan studenten, hetgeen de online omgeving nooit kan vervangen.
Meest Gelezen
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport