Geneeskundestudent van buiten Europa wordt in Nederland gediscrimineerd 

Nieuws | de redactie
31 oktober 2023 | Internationale studenten van kleur die niet uit de Europese Unie komen, ervaren discriminatie bij medische opleidingen aan een universiteit die zich juist richt op internationalisering. Die internationalisering is vooral op de EU gericht, blijkt uit recent onderzoek naar het welzijn van geneeskundestudenten uit etnische minderheidsgroepen bij de Universiteit Maastricht. De discriminatie wordt versterkt tijdens de klinische stages, waar studenten in ziekenhuizen te maken krijgen met racistisch gedrag van zowel artsen als patiënten.
Beeld: Brett Sayles

Ondanks de groeiende aandacht voor diversiteit en inclusie blijft discriminatie een hardnekkig probleem, vooral in het onderwijs. Een recente studie, getiteld “Exploring the Effect of Discrimination on Ethnic Minority Medical Students’ Mental Well-Being in the Netherlands”, werpt licht op dit onderwerp. Het onderzoek, uitgevoerd door een team van academici, biedt diepgaande inzichten in de negatieve impact van discriminatie op de mentale gezondheid van etnische minderheidsstudenten bij medische opleidingen in Nederland. 

Om de ervaringen van studenten te verkennen, werden interviews afgenomen en focusgroepen georganiseerd. Daarnaast werden vragenlijsten gebruikt om kwantitatieve gegevens te verzamelen, die vervolgens werden geanalyseerd in combinatie met kwalitatieve onderzoeksgegevens. 

Lachen om racistische grappen 

De studie bevat aangrijpende persoonlijke ervaringen die de ernst van het probleem illustreren. Een student deelde bijvoorbeeld dat artsen denigrerende opmerkingen maakten en lachten om racistische grappen. Deze en andere studenten voelden zich vaak “gemakkelijke doelwitten” voor pesten en racisme vanwege hun etnische achtergrond. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het onderzoek benadrukt dat etnische minderheidsstudenten (EMS) het gevoel hebben dat ze worden buitengesloten door hun Nederlandse leeftijdsgenoten. Deze uitsluiting wordt toegeschreven aan stereotypen zoals ‘luiheid’. Dit zet hen aan om nog harder te werken om hun competentie te bewijzen en als gelijken te worden beschouwd door hun klasgenoten. 

Waarschijnlijk vanwege mijn huidskleur 

Een deelnemer deelde zijn ervaring als volgt: “In mijn eerste jaar had ik geen vrienden. Letterlijk iedereen maakte zijn eigen groep en sloot me uit, vooral als we projectgroepen hadden. Niemand wilde met mij samenwerken. Ik weet niet waarom. Ik denk misschien omdat ze me niet kenden, waarschijnlijk vanwege mijn huidskleur of omdat ik anders ben.” 

Studenten merken op dat de universiteit zichzelf profileert als een internationale instelling die diversiteit omarmt. Naarmate hun studie vorderde, ontdekten de studenten echter dat de internationaliseringsinspanningen voornamelijk gericht waren op Europa en geen echte wereldwijde focus omvatten. Dit leidde bij hen tot gevoelens van verwaarlozing binnen een overwegend Europese studentenpopulatie. 

Zoals een geïnterviewde student het formuleert: “Toen ik begon, was het een beetje teleurstellend omdat het voor mij gewoon een Engelse versie van het Nederlandse track leek. We hadden het niet echt over culturele verschillen tussen landen of landen met hoge en lage inkomens.” 

De meeste studenten komen uit België en Duitsland 

Een andere deelnemer was eveneens teleurgesteld in het internationale karakter van de Limburgse universiteit. “Het is ook wel grappig omdat deze universiteit zichzelf profileert als de meest internationale en meest diverse universiteit. Maar het zijn vooral nog steeds Duitse of Belgische studenten”, tekenen de onderzoekers op. 

Tijdens de gesprekken met leeftijdsgenoten voelden EMS-studenten zich vaak betutteld vanwege vooroordelen over hun land van herkomst. Ze kregen vaak vragen gebaseerd op stereotypen, zoals ‘geen wifi hebben’ of een associatie van hun land van herkomst met ‘criminele activiteiten’. Dit werd ervaren als micro-agressies, wat hun gevoel van uitsluiting en isolatie versterkte. 

De meest schrijnende vormen van discriminatie deden zich voor tijdens de masterfase en de klinische praktijk in het ziekenhuis. Sommige artsen maakten denigrerende opmerkingen en lachten om racistische grappen, rapporteren de onderzoekers. EMS-deelnemers beschouwden deze periode als bijzonder rijk aan racisme en discriminerende ervaringen. 

“Toen ik begon met mijn master, voelde ik me nooit echt een van de Nederlandse studenten. Het was een heel andere wereld met subtiele verschillen in werkwijze, etiquette en gespreksonderwerpen. Ik had echt het gevoel dat ik er niet bij hoorde. Ook kreeg ik zeer racistische opmerkingen over mijn land van herkomst.” 

Weggezet als minder intelligent  

De klinische fase bleek een bijzonder uitdagende periode voor veel studenten, aldus de onderzoekers. Met name hun taalvaardigheid leidde ertoe dat de buitenlandse studenten van kleur onterecht als minder intelligent werden beschouwd dan hun medestudenten. Dat had een aanzienlijke impact op hun welzijn, zelfvertrouwen en uiteindelijke academische prestaties. 

Om deze vormen van discriminatie in geneeskundeopleidingen en breder in het Europese hoger onderwijs aan te pakken, is zowel anti-discriminatiebeleid als een effectief systeem van monitoring daarvan nodig, aldus de onderzoekers. Dit moet volgens hen worden uitgevoerd door een onafhankelijke instantie om objectiviteit te waarborgen. 

Bondgenoten zoeken 

Het onderzoek benadrukt ook de rol die medestudenten en docenten kunnen spelen in de strijd tegen discriminatie. Het creëren van een inclusieve omgeving is een collectieve verantwoordelijkheid, benadrukken de onderzoekers. Docenten moet worden geleerd om tekenen van discriminatie te herkennen en effectief te handelen. Medestudenten kunnen intussen fungeren als bondgenoten en een ondersteunend netwerk bieden aan degenen die gediscrimineerd worden. 

EMS-studenten vonden het gemakkelijker om vrienden te maken met andere internationale studenten omdat ze een gemeenschappelijke band hadden in de overgang en gedeelde ervaringen met raciale discriminatie, blijkt uit het onderzoek. Het delen van ervaringen met vrienden en het melden van ongemakkelijke situaties aan begeleiders maakte de omgang met die ervaringen tijdens de masterjaren gemakkelijker, wat hun mentale welzijn verbeterde. 

De auteurs van de studie suggereren dat er meer onderzoek nodig is om de complexiteit van dit probleem volledig te begrijpen. Ze bevelen longitudinale studies aan om de langetermijneffecten van discriminatie op de geestelijke gezondheid te onderzoeken. Ook suggereren ze dat toekomstig onderzoek zich moet richten op het ontwikkelen van effectieve interventiestrategieën. 

Systemen en individuen die discriminatie in stand houden 

Instellingen moeten in de eerste plaats een omgeving creëren waarin studenten uit etnische minderheden negatieve ervaringen kunnen melden, in de wetenschap dat de universiteit dergelijke incidenten onmiddellijk zal aanpakken en alle systemen of individuen zal aanpakken die discriminatie in stand houden, aldus de onderzoekers. 

Het erkennen van het bestaan van discriminatie en het aannemen van beleid, personeel en onderwijs om de voortzetting ervan te voorkomen, zijn de weg voorwaarts, schrijven de onderzoekers aan het slot van hun onderzoek. Gezien de langdurige lagere opleidings- en beroepsniveaus onder Nederlandse minderheden is beleid dat de integratie van immigranten mogelijk maakt, onderwijsdiscriminatie bestrijdt en raciale spanningen tegengaat, van cruciaal belang. Racisme moet in het Nederlandse hoger onderwijs niet passief worden geaccepteerd, maar actief worden afgewezen.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK