Diversiteitsbeleid in hoger onderwijs leidt tot institutionele traagheid en weerstand 

Nieuws | de redactie
28 november 2023 | Weinig steun van de koepels en het ministerie van OCW, politieke en maatschappelijke polarisatie, en onduidelijkheid over doel en missie. Het Actieplan Diversiteit kent weinig vooruitgang, blijkt uit een tussentijdse beoordeling. Een oplossing kan zijn om diversiteitsbeleid te verankeren in de accreditaties van de NVAO.
Vinod Subramaniam, voorzitter van de adviescommissie Diversiteit en Inclusie

Overkoepelend blijkt dat het Actieplan Diversiteit, dat in 2020 werd gelanceerd, tot nu toe in beperkte mate effectief is geweest, zo luidt het oordeel uit een tussenevaluatie. Het kostte de adviescommissie veel moeite om de vele gevoeligheden op dit terrein in kaart te brengen. Ook vergde het de nodige inspanning om bij de partners draagvlak te creëren en hen te motiveren om voortvarend aan de slag te gaan. Bovendien is het actieplan niet efficiënt uitgevoerd, onder meer door onduidelijkheid over wie waarvoor verantwoordelijk is, schrijft de evaluerende commissie. 

In reactie op kolonialisme en Black Lives Matter 

“In 2020, te midden van wereldwijde sociale bewegingen en een groeiend besef van raciale en sociale onrechtvaardigheden, lanceerde Nederland het Nationaal Actieplan voor meer diversiteit en inclusie in het hoger onderwijs en onderzoek. Het actieplan werd gelanceerd in reactie op een wereldwijde onrust rond kwesties als Black Lives Matter en de discussie over het koloniale verleden en slavernij”, aldus de commissie.  

Het plan stelde vijf hoofddoelen, waaronder het integreren van diversiteit in bestaande instrumenten, het verbeteren van de monitoring van diversiteit, en het opzetten van een nationaal kenniscentrum, staat in het rapport. De adviescommissie die dit hele project begeleid wordt voorgezeten door Vinod Subramaniam, bestuursvoorzitter van de Universiteit Twente. 

De adviescommissie heeft de taak om de minister en partijen in het hoger onderwijs ‘te adviseren over de uitvoering en monitoring van diversiteitsbeleid en bijbehorende instrumenten, met het oog op het bereiken van de doelstellingen’ die worden genoemd in het actieplan. 

Vragen over rol commissie, stuur- en werkgroepen 

De precieze rol van de commissie is echter voor de commissie zelf ook nog niet helder en werd een terugkerend onderwerp tijdens commissievergaderingen. Naast deze commissie staan een werkgroep en een stuurgroep die eveneens kampen met onduidelijkheid over hun rol en verantwoordelijkheden. 

Uit de interviews met betrokkenen komt naar voren dat deze onduidelijkheid ervoor zorgt dat er niet systematisch aan de uitvoering van het actieplan wordt gewerkt, schrijft de commissie. De samenwerking verloopt daarom niet naar tevredenheid. 

Polarisatie in de samenleving 

Verschillende factoren belemmeren de effectiviteit van het plan: “De complexiteit van het vraagstuk en van de opgave om op nationaal niveau hieraan samen te werken, en de polarisatie in de samenleving en politiek”, aldus de commissie.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

De wekelijkse nieuwsbrief is nog korte tijd gratis te ontvangen. De voorwaarden vindt u hier.

Een heet politiek en maatschappelijk hangijzer was het verzamelen van data om zo de voortgang van meer diversiteit te meten. Dat leidde eerder tot stevige debatten in de Tweede Kamer. De adviescommissie heeft pogingen ondernomen om betere en bredere gegevensverzameling te bevorderen en zodoende longitudinaal te kunnen monitoren op meer dan alleen man-vrouwverhouding. De voortgang is echter zeer beperkt. De adviescommissie kan alleen adviseren; de uitwerking en uitvoering hangt af van besluiten en acties van de partners, vooral de koepelorganisaties en het ministerie van OCW. Ook de rol van het ministerie is echter onduidelijk. 

De Tweede Kamer werkt ook niet bepaald mee 

Daarnaast heeft de Tweede Kamer verdere obstakels opgeworpen. In een aangenomen motie, ingediend tijdens het debat van 25 november 2020, wordt de regering verzocht “de invulling, uitrol en instelling van een nationaal kenniscentrum op te schorten”. Ook monitoring kreeg bij aanvang van het actieplan meteen al een beperking opgelegd door de Tweede Kamer. Die nam een motie aan met het verzoek “om binnen het Nationaal actieplan voor meer diversiteit en inclusie geen cijfers c.q. barometer bij te houden met betrekking tot de etnische of migratieachtergrond van studenten en medewerkers”. 

Een van de belangrijkste ontwikkelingen die relevant zijn voor het actieplan, is de polarisatie van het maatschappelijke en politieke debat over diversiteit en inclusie. Deze polarisatie komt naar voren in de aandacht in de politiek en media voor het nationaal actieplan. Ten behoeve van dit evaluatieonderzoek heeft het ministerie OCW zelfs een ‘omgevingsbeeld’ laten opstellen van berichtgeving, opiniestukken en columns waarin verwezen wordt naar het nationaal actieplan.  

Met name in 2020 en 2021, ten tijde van de presentatie van het actieplan en het debat erover in de Tweede Kamer, was hier aandacht voor. Anderzijds wordt het actieplan bekritiseerd omdat het ten koste zou gaan van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek en tot discriminatie zou leiden. Zo wordt het in reacties van enkele politieke partijen op sociale media en in reguliere media bestempeld als een voorbeeld van ‘wokeness’ en ‘betuttelracisme’, is in de evaluatie te lezen. 

Medezeggenschap kwam met bezwaren tegen barometer 

Vijf universiteiten hebben in 2020 niettemin getracht de culturele diversiteit van hun medewerkers via de Barometer Culturele Diversiteit van het CBS in kaart te brengen. Toen de universiteiten in 2021 hun intentie om een aanvraag in te dienen bij het CBS kenbaar maakten, riep dit veel negatieve reacties op. Medezeggenschapsraden kwamen met bezwaren, de media pikten de discussie op en er werden Kamervragen over gesteld. 

Koepels maken geen tijd en budget vrij 

“De vraag naar effectiviteit is weinig zinvol als de doelen niet nader zijn ingevuld, geprioriteerd, geoperationaliseerd en meetbaar zijn gemaakt (het zijn geen SMARTdoelen), en er niet planmatig en gecoördineerd aan de doelen wordt (samen-) gewerkt”, luidt het harde oordeel van de evaluerende commissie.  

Een andere belemmerende factor betreft de beperkte inzet van middelen. De partners (waaronder de koepelorganisaties) hebben over het algemeen weinig tijd en budget vrijgemaakt voor het actieplan.  Hoewel er vooruitgang is geboekt, blijven er significante hindernissen. De grootste uitdagingen liggen in het realiseren van echte diversiteit en inclusie, waarbij institutionele traagheid en weerstand vaak in de weg staan.  

Meer actie en een aanpassing van het actieplan zijn noodzakelijk, schrijft de commissie. Zo kan het nodig zijn “diversiteit en inclusie beter te verankeren in bestaande accreditatie van de NVAO-, visitatie- en kwalificatieinstrumenten; en ook sterker als competentie- en selectiecriterium mee te nemen in vacatures, benoemingen, leiderschaps- en managementfuncties.” 

Schep een duidelijke structuur 

De evaluatie sluit af met een reeks aanbevelingen. Belangrijk is de oproep om het actieplan voort te zetten met urgentie, de doelen te herijken en te concretiseren, en een duidelijke structuur te scheppen voor verantwoordelijkheden.  

Er wordt ook gewaarschuwd: op de korte termijn vormen de afgelopen verkiezingen en de daaropvolgende periode van de formatie van het nieuwe kabinet een uitdaging. Bij de vorige verkiezingen en kabinetsformatie zorgde dat op sommige punten voor een afwachtende houding. Het is in dit opzicht van belang dat de partners zich ervan bewust zijn dat het actieplan van alle partners is, en niet louter een plan van het ministerie van OCW, benadrukt de commissie. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK