Geen sanctie voor wetenschapper die mogelijk plagiaat pleegde in masterscriptie
De Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) hebben recentelijk een kwestie van wetenschappelijke integriteit behandeld. Daarbij stond een voormalige masterstudent, die nu promoveert aan een niet nader genoemde Europese universiteit, centraal. De zaak kwam voort uit een beschuldiging van plagiaat bij een masterscriptie en een daaruit voortvloeiende wetenschappelijke publicatie, en heeft geleid tot een officiële klachtenprocedure, zo blijkt uit een geanonimiseerde uitspraak van het LOWI.
Niet ontvankelijk
In juli 2023 hebben vakgenoten van de betrokken student een formele klacht ingediend. Zij beweerden dat zowel de masterscriptie als een latere publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift plagiaat bevatten. De Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) van de VU nam de zaak aanvankelijk gedeeltelijk in behandeling, maar kwam later tot de conclusie dat de klacht niet inhoudelijk kon worden behandeld. Na overleg met de universiteit waaraan de voormalig VU-student nu promoveert, heeft de CWI aan de klagers en de VU-alumnus laten weten dat de klacht alleen ontvankelijk is in zoverre die de masterscriptie betreft.
Gedurende de behandeling van de klacht door de CWI werd duidelijk dat de masterscriptie niet was gepubliceerd maar alleen vertrouwelijk was gedeeld met een handvol vakgenoten. De oud-student in kwestie wilde hen vragen om bij te dragen aan een wetenschappelijk artikel op basis van de masterscriptie.
Dat wetenschappelijke artikel kwam er overigens ook. De klacht daarover is in behandeling bij de universiteit waaraan de VU-alumnus nu promoveert.
Nieuwsbericht in het magazine van de VU
De CWI adviseerde het College van Bestuur van de VU om de klacht niet-ontvankelijk te verklaren. Dat advies werd opgevolgd. De klagers wilden echter dat hun klacht over plagiaat in de masterscriptie alsnog inhoudelijk zou worden behandeld, en ditmaal door het LOWI. De klagers weerspreken namelijk de overweging van de CWI dat de masterscriptie niet gepubliceerd is. Zij wijzen op een nieuwsbericht in het magazine van de VU en op een nieuwsbericht op de website van de VU dat over de scriptie in kwestie gaat. Ook betogen zij dat de oud-student de scriptie met meer personen en minder vertrouwelijk heeft gedeeld dan hij zelf heeft gesteld.
Het LOWI besloot de zaak in behandeling te nemen en bracht advies uit. De kern van de zaak gaat over de interpretatie van paragraaf 1.3, nummer 11 van de gedragscode wetenschappelijke integriteit. Die bepaalt dat de code weliswaar van toepassing is op wetenschappelijk onderzoek van studenten binnen een educatieve context, maar dat niet-naleving ervan niet kan leiden tot een klachtprocedure of het opleggen van sancties – tenzij het onderzoek resulteert in publicaties buiten een openbaar gemaakte scriptie om. Het College van Bestuur van de VU interpreteerde deze passage zodanig dat de klacht over de masterscriptie en de latere publicatie niet ontvankelijk was, aangezien de scriptie niet als een formele publicatie werd beschouwd.
LOWI kan het CvB goed volgen
Het LOWI steunt deze interpretatie en benadrukt dat een klachtenprocedure alleen van toepassing is op studentenonderzoek dat resulteert in wetenschappelijke publicaties. Daarnaast heeft de universiteit waaraan de voormalige student nu is verbonden het klachtonderdeel over de latere wetenschappelijke publicatie in behandeling. “Daar kan het LOWI de volledige niet-ontvankelijkverklaring van de klacht ofwel voor wat betreft de masterscriptie als voor wat betreft de wetenschappelijke publicatie goed volgen”, luidt de uitspraak.
Het LOWI hecht daarbij ook belang aan het feit dat de VU-alumnus, afgezien van het feit dat hij student bij de VU was, verder geen enkele affiliatie met de VU heeft gehad.
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
‘Wijze van instructie cruciaal voor succes blended onderwijs’