‘Keuzes maken en knopen doorhakken’

Nieuws | de redactie
4 juli 2006 | Wanneer in Europa niet op grote schaal in kennis wordt geïnvesteerd, gaat op termijn de concurrentiestrijd met landen als China en de Verenigde Staten verloren. Robert-Jan Smits, directeur van het DG Onderzoek en Technologie hijst daarom de stormvlag. "In Nederland wordt veel gepraat over de kenniseconomie, maar de realisatie moet meer vaart krijgen. De overheid moet meer keuzes maken en knopen doorhakken."

Smits tracht de verschillende Europese topinstituten meer met elkaar te laten
samenwerken, omdat nog te vaak vanuit verschillende landen hetzelfde onderzoek wordt uitgevoerd. Door vanuit Brussel te focussen op gemeenschappelijke onderwerpen, wordt getracht de samenwerking onder instituten te versterken.

Er is volgens Smits maar één aspect waarmee Europa landen als India, China en de Verenigde Staten vooralsnog de baas blijft en dat is onderzoek. Alleen met het leveren van hoogwaardige kennis kan Europa zich mondiaal staande houden. Daarom dient de Unie meer middelen vrij te maken voor kennis en kennisontwikkeling. Tevens is het van belang dat de nationale overheden datzelfde doen. Binnen de begroting van EU is momenteel 7 miljard euro gereserveerd voor onderzoek. Dat is minder dan de 10 miljard waarop Smits had gehoopt, zo erkent hij in ‘Ondernemen door innovatie’, een publicatie  van het ministerie van LNV.

In de EU wordt gemiddeld 1,9% van de begroting gebruikt voor R&D. In Japan en de VS ligt dat aandeel op 3,5%. In China stijgt het onderzoeksbudget elk jaar met 10%. Europa kan hier slechts bijblijven door vooral te investeren in de kwaliteit van het onderzoek, meent Smits. Dat kan door ervoor te zorgen dat topwetenschappers voor Europa behouden blijven en meer mogelijkheden te creëren voor wetenschappers van buiten Europa om in de EU te komen werken.

De Nederlandse onderzoeksinstituten staan in hoog aanzien, meent Smits. Wageningen UR en TNO Voeding zijn echt mondiale spelers die veel gewicht in de schaal leggen. De uitdaging is niet om de kennis op peil te houden, maar om die verder te verbeteren. Bijvoorbeeld door als instituten de krachten te bundelen. Nederland heeft behoefte aan verdere concentratie via Centers of Excellence. In Nederland wordt veel gepraat over de kenniseconomie, maar de realisatie moet meer vaart krijgen. De overheid moet meer keuzes maken en knopen doorhakken, stelt Smits. Qua investeringen in de kennisinfrastructuur blijft Nederland achter bij Spanje, Duitsland en Scandinavië.

De oprichting van een Innovatieplatform is een goed initiatief, maar het geld dat ervoor beschikbaar is wordt naar de mening van Smits te zeer gekoppeld aan financiële meevallers. Een sterke kenniseconomie vereist strúcturele uitgaven. Het ministerie van LNV kan een voorbeeldfunctie vervullen. Traditioneel gezien is er bij LNV een sterke interactie tussen de landbouwuniversiteiten en het departement. Vanuit LNV worden ook veel initiatieven genomen om samen te werken met andere Europese landbouwministeries.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK