Watermanagement voor en na Gustav

Nieuws | de redactie
2 september 2008 | De orkaan Gustav kende gelukkig een redelijk goede afloop. HR-lector Piet Dircke adviseerde afgelopen jaren New Orleans over bescherming tegen het water. Op ScienceGuide zet hij zijn visie uiteen.



Sinds Katrina en de daarop volgende overstromingen in New Orleans is “Hansje Brinkers ineens Hot News” (Algemeen dagblad, 2005). Dit meldt het AD een week na de ramp. Met Hansje Brinkers
wordt hier niet zozeer de legendarische jongensfiguur bedoeld die, door zijn vinger in een gaatje de dijk te steken, een dijkdoorbraak voorkwam, maar de hedendaagse Nederlandse watermanager, die met zijn in de Nederlandse Delta opgedane kennis, ineens over een unique selling point blijkt te beschikken.

Hansje Brinkers is een alleraardigst verzinsel van de Amerikaanse auteur Mapes Dodge (1865). Leuk toeval dus dat die term uitgerekend nu in verband met de nieuwe kansen voor de Nederlandse watersector in de Verenigde Staten opduikt. De auteur zelf is overigens nooit in Nederland geweest.

Vrij snel na de overstromingsramp, als gevolg van orkaan Katrina, werd vanuit New Orleans naar Nederland gekeken. Een land dat haar waterhuishouding, vooral de bescherming tegen overstromingen, goed op orde heeft. Geen land op aarde heeft een zodanig groot deel van haar oppervlakte beneden de zeespiegel liggen en leeft al een zo lange periode ogenschijnlijk veilig beschermd tegen overstromingen. Recente uitzonderingen vormden de ramp in Zeeland in 1953 en wat oprispingen in het rivierengebied in 1993 en 1995. In beide gevallen was de Nederlandse reactie adequaat en met overtuiging: eerst het Deltaplan, daarna het Deltaplan Grote rivieren. Met relatieve voortvarendheid werden de zwakke plekken in onze verdediging aangepakt. Met enkele fraaie waterbouwkundige kunstwerken (in de ware zin des woords) zoals de Oosterscheldekering en de Maeslantkering als spectaculaire uitschieters. Nederland vormt zo voor wat betreft waterbouwkundige expertise als het ware een showcase van zichzelf.

Amerikanen op bezoek in Nederland

Al snel verschijnen de eerste delegaties uit Louisiana, onder aanvoering van Senator Mary Landrieu, op zoek naar bruikbare Nederlandse oplossingen voor de problemen in New Orleans. In eerste instantie zoekt men daarbij naar technische oplossingen. De Amerikanen gaan er immers van uit dat de Nederlanders vooral met behulp van innovatieve technologie het water geweld buiten de deur weten te houden.

Ter plekke leert men echter dat de techniek in Nederland niet meer dan het sluitstuk is van ons systeem. Onze relatieve veiligheid berust vooral op een goede organisatie van het waterbeheer (bijvoorbeeld onze waterschappen). Daarnaast speelt het grote publieke, bestuurlijke en politieke draagvlak dat er voor bestrijding van het watergevaar is, een grote rol. Water is weliswaar geen politiek heet hangijzer en staat niet altijd in de spotlights, maar als het er op aankomt, zorgen we er met zijn allen voor dat we onze zaakjes op orde hebben.

Een belangrijke stok achter de deur is daarbij de wettelijke verankering van de beheersmaatregelen. Een voorbeeld hiervan is de wet op de waterkeringen waarin is vastgelegd dat de waterschappen de dagelijkse verantwoordelijkheid hebben voor de aanleg en het onderhoud van de primaire waterkeringen. Tevens

bepaalt de wet de hydraulische normen waaraan de kering voldoen moet en geeft aan hoe versterkingen aan de keringen uitgevoerd moeten worden. Daarnaast zijn waterschappen verplicht om hun waterkeringen elke vijf jaar te toetsen op veiligheid.

In de Verenigde Staten is dit allemaal veel minder goed geregeld. Daarnaast is het beschermingsniveau veel lager, de herhalingstijd voor een overstroming ligt in de VS hooguit op 100 jaar, in Nederland maximaal op 10.000 jaar (in de Randstad). Een opmerkelijk verschil, constateren Imminck en Dircke (2007). Dit leidt namelijk tot verschillen in de aanpak en beleving van het hoogwaterprobleem. In Nederland is de kans op een overstroming zo klein dat we deze onbewust verwaarloosbaar achten. Hierdoor hebben we verzuimd om te leren gaan met de risico’s van een overstroming en de gevolgen van een overstroming zo klein mogelijk te maken. In die zin was New Orleans voor Nederland een leerzame wake up call.


Nederlanders aan de slag in New Orleans

Na de ramp gingen de eerste Nederlanders meteen aan de slag, Rijkswaterstaat assisteerde met pompen en Arcadis met schade-inspecties van gebouwen en infrastructuur. Beide partijen konden daarbij voortbouwen op hun bestaande contacten met het US Army Corps of Engineers (USACE), de Rijkswaterstaat van de Verenigde Staten. Dit bleek later van belang voor voortzetting van de dialoog tussen zowel de publieke als de

private partijen in New Orleans. In april 2006 luidde Staatsecretaris Melanie Schultz met haar bezoek aan New Orleans een nieuwe fase in, van een gezamenlijke publiek-private inspanning om de Nederlandse waterkennis zo goed mogelijk in te zetten. Dit zowel om het getroffen gebied te helpen als om de Nederlandse watersector te stimuleren. Schultz ging in gezelschap van vertegenwoordigers van het NWP (Netherlands Water Partnership). Het NWP is een publiekprivate waternetwerkorganisatie die door het stimuleren van de onderlinge samenwerking en door het ondersteunen van internationale activiteiten probeert om de Nederlandse positie op de internationale watermarkt te versterken. Het NWP ging een steeds grotere rol spelen in de contacten met Amerika. Vele missies volgden over en weer, en de contacten werden steeds verder uitgebreid. Na EZ (Economische Zaken) staatssecretaris Karien van Gennip bezocht ook staatssecretaris Tineke Huizinga onlangs (maart 2008) de stad.

 

Studie naar Nederlandse stormvloedkeringen in New Orleans

Arcadis, dat al voor Katrina over een raamcontract met USACE beschikt, kon in april 2006 aan de slag met het maken van plannen om New Orleans en de staat Louisiana beter te beschermen tegen overstromingen, onder meer door de evaluatie van alternatieven van verschillende stormvloedkeringen en dijktrajecten.

Om New Orleans voor de toekomst te behouden is het uiteraard belangrijk om het waterveiligheidssysteem weer op orde te brengen. Dit betekent onder meer zwaardere en hogere dijken en waar nodig de bouw van stormvloedkeringen die nodig zijn voor het tijdelijk afsluiten van vaarwegen. Arcadis (samen met Deltares en Alkyon) voert daartoe een conceptuele studie uit naar de haalbaarheid van twee stormvloedkeringen

in de belangrijkste vaarwegen van New Orleans (Dircke en Wijsman, 2007). Hierbij moet ook een voorstel gedaan worden voor het meest geschikte type kering, een inschatting van de kosten en een werkschema.

Het gaat om twee kanalen voor het scheepvaartverkeer tussen de Mississippi Rivier en de Golf van Mexico. Het eerste kanaal is de Inner Harbor Navigation Canal en vormt de verbinding tussen de Mississippi Rivier en het Pontchartrain meer. Het tweede kanaal, de Gulf Intracoastal WaterWay vormt de verbinding met de Golf van Mexico en sluit aan op de Mississippi River Gulf Outlet. Nut en noodzaak van openhouden van de

Outlet staat op dit moment ter discussie in New Orleans. De kans is groot dat het kanaal wordt afgesloten. De eerste fase bestond uit een overzicht en vergelijking van alle verschillende typen stormvloedkeringen die in de wereld bekend zijn. Vanuit deze studie zijn vier alternatieven ontwikkeld waarvoor verschillende scenario’s zijn doorberekend. De studie heeft de vier verschillende alternatieven tegen het licht gehouden. Hierbij is er

vooral gekeken naar het beschermingsniveau tegen overstromingen, de grootte van het te beschermen gebied, de kosten, de effecten op het milieu en de omgeving en het gewenste type scheepvaart op de kanalen. De concepten zijn deels vergelijkbaar met de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland ter bescherming van Rotterdam.

 
Opschaling naar grotere opdrachten

Begin januari kreeg Arcadis een raamcontract van het USACE ter waarde van $150 miljoen voor ontwerp, multidisciplinaire adviezen en directievoering voor de bescherming van New Orleans tegen overstromingen. Deze grootste adviesopdracht ooit verstrekt aan een Nederlands ingenieursbureau is gewonnen van 45 Amerikaanse concurrenten. Doorslaggevend voor het verkrijgen van het contract was de combinatie van

Nederlandse waterkennis met lokale Amerikaanse aanwezigheid en bekendheid met de klant. Arcadis is een multinational die in de Verenigde Staten (met 5.000 medewerkers) groter is dan in Nederland (met 2.500 medewerkers).

Kort daarop volgde nog een tweede, vergelijkbare opdracht van $50 miljoen. Ook andere NWP leden haalden hun eerste opdrachten binnen. Dat bleek overigens voor de puur Nederlandse partijen niet zonder slag of stoot te gaan.

De Amerikanen staan weliswaar open voor Nederlandse waterkennis, maar het aanbestedingsbeleid van de overheid staat Nederlands succes in de weg. Daarbij draait het niet om protectionisme (wat wel eens het verwijt vanuit Nederland was) maar om regelzucht van de overheid. Die probeert met talloze regels allerlei nevendoelen te realiseren, zoals lokale werkverschaffing en het stimuleren van kleine of door minderheden gerunde bedrijven. Rechtstreekse opdrachtverlening aan een Nederlands bedrijf is daarmee praktisch gezien onmogelijk. Een Nederlands bedrijf dat kans wil maken moet daarom ofwel zelf een Amerikaanse entiteit vestigen, ofwel aansluiting zoeken bij een Nederlands- Amerikaanse partij, ofwel als subcontractor aansluiting zoeken bij eenAmerikaanse hoofdcontractor.

 

Verbreding in de vorm van Nederlandse waterplannen voor New Orleans

Een voorlopige mijlpaal wat betreft de Nederlandse inbreng in de New Orleans is het onder toeziend oog van RWS en onder aanvoering van het NWP opgestelde Nederlandse integrale waterplan “A Dutch Perspective for Coastal Louisiana for Risk Reduction and Landscape Stabilisation” (Terbruggen, 2007).

Dit plan bevat adviezen om in de toekomst de kustzone en de delta te stabiliseren EN tegelijk New Orleans zo goed mogelijk te beschermen. Interessant is dat het plan niet alleen over waterkeringen rept maar een integrale mix bevat van harde, civieltechnische maatregelen en minder harde, ecomorfologische maatregelen. Bovendien is voor het eerst dat overheid, bedrijfsleven en onderzoeksinstituten een eenheid vormden bij het verwerven en uitvoeren van een opdracht in New Orleans. Het plan, dat is opgesteld voor het USACE, zal naar verwachting onderdeel zijn van het binnenkort te verschijnen Louisiana Coastal Protection and Restoration Plan.

Een andere verbreding van het Nederlandse wateradvies is het bekijken van de mogelijkheden om, naast aandacht voor waterkeringen, het stedelijke waterbeheer te verbeteren. Van den Berg (2006) constateerde al dat New Orleans het water niet alleen als een bedreiging, maar ook als een kans kan zien. Met water in de stad kun je de stad een kwaliteitsimpuls geven en leefbaarder maken.

Meyer (2008) stelde op een recent symposium in New Orleans dat je, rondlopend in deze stad, de beleving mist dat je in een delta bent, en pleit daarom voor het terugbrengen van dat gevoel en een eigen identiteit, onder de noemer “Delta Urbanisme”. Molenaar (2008) vergelijkt New Orleans en Rotterdam, beide grote havensteden midden in een delta, met elkaar en noemt het Waterplan van Rotterdam een prachtig voorbeeld van hoe New Orleans door aanpak van en aandacht voor het stedelijke water weer een aantrekkelijke stad kan worden.

Zelf zou ik hier ook nog aandacht voor “delta design” ofwel “waterstedenbouw” aan toe willen voegen: een combinatie van waterbouw en stedenbouw, gericht op veilig en duurzaam wonen en werken op en aan het water. De Hogeschool Rotterdam werkt momenteel samen met partners zoals woningcorporaties, Gemeente, Havenbedijf en Stadshavens aan uitwerking van dit concept (kenniscentrum Transurban, 2007).

 
Vanuit New Orleans naar andere delta’s in de Verenigde Staten

De meerwaarde van Nederlandse inbreng bleef niet onopgemerkt (zie bijvoorbeeld Talbot, 2007). Al vrij snel bleken er vanuit het bruggenhoofd New Orleans ook andere staten bereikbaar voor Nederlandse watermanagers. Vooral in Californië en in Florida liggen er mogelijkheden. Californië heeft een delta met verrassend Nederlandse kenmerken. De Bay Delta, gelegen tussen San Francisco en Sacramento, loost het water vanuit de Central Valley op zee. Hierdoor kent het net als Nederland overstromingsrisico’s vanuit zee, veendijken, onder de zeespiegel gelegen inklinkende polders en hoge rivierafvoeren. De rivieren liggen ook tussen dijken ingeklemd en zouden eigenlijk meer ruimte moeten krijgen. Het welvarende Californië is veel verder dan Louisiana als het gaat om een visie op klimaatsverandering en omgaan met risico’s. Het is in die zin een interessante partner voor Nederland. Ook hier leidde het beproefde recept van publiek-private samenwerking, NWP inzet en missies weer tot successen voor Nederlandse bedrijven (opdrachten in US-consortia voor herstel van rivierdijken). Een opmerkelijk hoogtepunt was hier recentelijk de Nederlandse inbreng vanuit het NWP in het door Gouverneur Schwarzenegger geaccepteerde, gezaghebbende rapport van Galloway et. al. (2007) dat een visie op de overstromingsproblemen in de Central Valley bevat.

In Florida, waar Staatsecretaris Huizinga onlangs samen met vertegenwoordigers vanuit overheid en NWP ook nog een bezoek aan bracht, liggen de uitdagingen vooral in het beheersen van het ingewikkelde watersysteem van de Everglades. Arcadis heeft via haar Amerikaanse collega’s ook hier alweer de eerste opdrachten, maar de Nederlandse ingenieurs moeten hier nog hun draai zien te vinden en hun toegevoegde waarde aantonen.


Tot slot

Kansen te over in de Verenigde Staten voor de Nederlandse watermanager. En met de opgedane kennis en ervaring kunnen we ook Nederland veiliger maken en beter concurreren op de wereldmarkt voor deltatechnologie; een markt die onder impuls van een stijgende zeespiegel, toenemende urbane bevolkingsdruk en groeiende economieën zal blijven stijgen. Wellicht kan dat samen met nieuwe Amerikaanse partners en met een gecombineerde Nederlands-Amerikaanse aanpak. Hiervoor zijn natuurlijk wel voldoende en goed opgeleide Nederlandse watermanagers nodig, met kennis van de nieuwste deltatechnologie. Daarvoor zijn meer, betere en nieuwe opleidingen nodig en ook daar wordt ondermeer in Rotterdam hard aan gewerkt.

De uitdaging voor deze Nederlandse watermanagers is vervolgens natuurlijk om aan te tonen dat hun legendarische waterkennis, net als de figuur Hansje Brinkers, niet slechts een verzinsel blijkt te zijn waar alleen de inwoners van de Verenigde Staten (nog) in geloven…

Literatuur
Algemeen Dagblad (9 september 2005). Hansje Brinkers ineens Hot News. Rotterdam: AD NieuwsMedia BV
Berg, Kim van den (2006). Hydropolis, Masterplan for New Orleans. Msc thesis TU Delft
Dircke, Piet en Peter Wijsman (2007): Nederlandse Stormvloedkeringen voor New Orleans. Civiele techniek, nr 4
Galloway, Gerald, et al (2008). A California Challenge: Flooding in the Central Valley. A Report to the
Department of Water Resources, State of California. Sacramento: California Department of Water Resources
Hogeschool Rotterdam, Kenniscentrum Transurban (2007) Onderzoeksagenda 2007-2011. Rotterdam
Imminck, Irene en Piet Dircke (2007). Nieuwe impulsen voor de Delta om overstromingsrisico’s te beperken. Landwerk. November 2007, nr 5
Mapes Dodge, Mary (1865). Hans Brinker or the Silver Skates. New York: James O’Kane Meyer, Han (2008) Evolution of Dutch Water Cities: Urban Developments in Vulnerable Delta Areas. Symposium Planning for Water and Infrastructure, Urban Landscapes in Vulnerable Areas: A Dialogue with the Dutch, New Orleans
Molenaar, Arnoud (2008) The Rotterdam Waterplan. Symposium Planning for Water and Infrastructure, Urban Landscapes in Vulnerable Areas: A Dialogue with the Dutch, New Orleans
Talbot, David (2007) “Saving Holland. The Netherlands deals with Climate Change.” MIT Technology Review, July 2007
Terbruggen, Sander (2007). Op zijn Hollands: Nederlandse sector presenteert Deltaplan voor New Orleans. Ingenieur. jrg 119, nr 4

Summary
Since Katrina there is a renewed interest in the “modern Hans Brinker”, or the Dutch water management expertise. This expertise in delta- technology and flood control, based on the century long Dutch battle with the sea, is a unique selling point for the Dutch, with many flood prone deltas around the world now challenged by rising water levels.

Soon after Katrina the knowledge exchange between the USA and the Netherlands intensified, and resulted in a number of large contracts for Dutch consulting engineers with the US Army Corps of Engineers, in New Orleans but also in California and Florida. Though technological excellence is important, the secret of the Dutch water management success is also in the quality of the organization and the public and political support for water management investments, resulting in a very high protection level.

p.t.m.dircke@arcadis.nl
Piet Dircke
Programmadirecteur Water bij Arcadis
Lector Stad en Water aan de Hogeschool
Rotterdam



«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK