TU/e leidend in EU-kernfusie

Nieuws | de redactie
12 oktober 2009 | Nederland trekt het hoger onderwijs in heel Europa over kernfusie. De faculteit Technische Natuurkunde van de TU/e voert de regie over ‘FuseNet’ daarvoor.

Duurzame energie

 

In het kernfusieonderzoek werken Europa, Rusland, de VerenigdeStaten, Japan, China, India en Zuid-Korea sinds 2006 samen aanITER”, zo schetst drs. Paul Bezembinder, wetenschappelijksecretaris van de capaciteitsgroep Science and Technology ofNuclear Fusion. “Deze fusiereactor moet gaan aantonen dat kernfusieop termijn een technisch en economisch levensvatbareenergiecentrale kan opleveren. ITER moet uiteindelijk tien keermeer vermogen opleveren dan nodig is om de reactor te bedrijven.”In dit kader wordt ook het onderwijs over kernfusiegeïnternationaliseerd.

De noodzaak van duurzame energie heeft het ITER-project in eenstroomversnelling gebracht. Een generatie ervaren fusiespecialistennadert haar pensioen, zodat een nijpend tekort aan fusie-expertsontstaat, constateert Bezembinder. “Dat is een tweede reden omFuseNet te starten, omdat het bijdraagt aan de ontwikkeling vankernfusie als schone energiebron.”

Dat de capaciteitsgroep Science and Technology of Nuclear Fusion,onder leiding van prof. Lopes Cardozo, nu is opgericht, is geentoeval. Bezembinder: “De TU/e heeft kernfusie, een toepassing vanplasmafysica, geselecteerd als strategisch speerpunt. Eindhoven kanzich hiermee profileren. Lopes Cardozo was hier aldeeltijdhoogleraar en plasmafysica is al jaren één van de sterktesvan de faculteit Technische Natuurkunde. Kernfusie alsonderzoeksonderwerp past daar goed bij. FuseNet gaf natuurlijk weleen extra stimulans aan de nieuwe capaciteitsgroep en het projectbetekent ook een grote internationale uitstraling.”

Experimenten

FuseNet verkeert nu in de opstartfase. Er doen zesendertigpartijen uit achttien Europese landen mee, waarvan tweeëntwintiguniversiteiten en veertien Euratom Associations, waaronder grotenamen als het Max Planck Instituut. Voor de coördinatie stelde deEuropese Unie twee miljoen euro beschikbaar, vertelt hoogleraarLopes Cardozo. “Eén van de eerste dingen die het coördinatiepuntdoet, is het oprichten van de FuseNet Association. Er moet namelijkeen echte organisatie ontstaan die deze activiteiten opzet envoortzet als de subsidie van FuseNet stopt. De TU/e wordt de zetelvan deze organisatie.”

“Je wordt door iedereen gezien, ook door de Europese Commissie enalle deelnemers. Je hebt het overzicht, je kunt bijsturen, iedereenweet jou te vinden en iedereen komt hierheen. Terwijl Nederlandmaar twee procent van het fusieonderzoek in Europa doet, veelminder dan landen als Duitsland, Frankrijk, Italië en Engeland.Maar we hebben jaarlijks wél vijfentwintig promovendi op het gebiedvan kernfusie, op een totaal van tweehonderdvijftig in heel Europa.Je ziet onze promovendi overal in Europa terug in fusielaboratoriaen bij projecten.”

Studenten moeten dankzij FuseNet makkelijk hun weg kunnenvinden. Daarom wordt de in aanbouw zijnde FuseNet-website eengebruikersvriendelijke en overzichtelijke portal over kernfusie.Heel Europa kan er straks terecht met vragen als: wat kun jeallemaal op dit gebied studeren, waar gebeurt wat, waar kun jestage lopen, etcetera.

Leer- en onderwijsplek

Maar daar blijft het niet bij, benadrukt Lopes Cardozo. Ookwordt op het TU/e-terrein een praktisch plasmalab gebouwd, waarstudenten allerlei experimenten kunnen doen. “Het wordt een echteleer- en onderwijsplek”, aldus Lopes Cardozo. “Het is expliciet debedoeling dat ook studenten van andere, ook buitenlandse,universiteiten er gratis of tegen geringe kosten gebruik van maken.Zo profiteren ze van FuseNet, die de ontwikkeling van het PlasmaLab mede financiert. Zo kun je het geld van verschillende kanten opeen effectieve manier besteden, kennis en ervaring opbouwen enuitwisselen en tegelijk de TU/e onder de aandacht brengen vanbuitenlandse masterstudenten.”

“De Association moet ook het academisch geweten van de Europesefusieopleidingen worden, bijvoorbeeld door een certificaat uit tedelen of door een canon samen te stellen, met basisstof die allestudenten op een bepaald niveau gehad moeten hebben en die overalaan bod komt.

Dat is nog geen Europese master, maar je zet er wel eenkwaliteitsstempel op. Zo stimuleer je ook andere universiteiten enkomt het onderwijs op een hoger peil. We gaan ook summerschoolsorganiseren en activiteiten voor middelbare scholieren en studentensubsidiëren.”

Onlangs is bij FOM ook een lesmodule kernfusie ontwikkeld voor hetbètavak Natuur, Leven en Technologie. Hiermee worden scholen in deregio benaderd om leerlingen enthousiast te maken voor techniek inhet algemeen en fusieonderzoek in het bijzonder, ook met de ambitiede instroom te verhogen.

Binnen de groep is de aandacht voor onderwijs en onderzoekevenredig verdeeld en moeten studenten zoveel mogelijk bij hetonderzoek worden betrokken, beklemtoont Lopes Cardozo. “Kernfusieis een heel breed, interdisciplinair onderzoeksveld. Het brengttheoretische fysici samen met wetenschappers die experimenteren metgeavanceerde meetapparatuur, hooggekwalificeerde ingenieurs die defusiereactor ontwerpen en bouwen en zich bezighouden metgrensverleggende control systems. Ik vind het belangrijk datstudenten zoveel mogelijk praktisch experimenten doen, direct incombinatie met de theorie.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK