Immigratie, recht en EU

Nieuws | de redactie
30 augustus 2010 | Nederland kan zich rond immigratie alleen aan zijn verplichtingen onttrekken door het lidmaatschap van de EU op te zeggen. Een afwijkend beleid beloven aan de kiezer is dus politieke onzin. Dat blijkt uit de oratie van prof. Rodrigues in Leiden.

Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1december 2009 zijn ook de bepalingen van het Grondrechten Handvestvan de Europese Unie (EU) voor Nederland bindend geworden. Demensenrechten zijn zo onderdeel geworden van het Unierecht enNederland kan zich hierbij alleen aan zijn verplichtingenonttrekken door het lidmaatschap van de EU op tezeggen. Aldus prof.mr. Peter Rodrigues op vrijdag 3september in zijn oratie aan de Universiteit Leiden.

Niet voldoende op de hoogte

Als Nederland een restrictief vreemdelingenbeleid wil voeren, ishet daarbij gehouden aan de normen van de mensenrechtenverdragen enhet recht van de Europese Unie; Nederland kan de grenzen van hetvreemdelingenrecht niet meer autonoom vaststellen. Partijen die inhun programma’s restrictieve immigratieregels voorstellen, wekkende indruk onvoldoende op de hoogte te zijn van de (bindende)Europese en andere internationale rechtsregels waaraan Nederlandzich heeft te houden.

Rodrigues wijst aarbij bovendien op twijfels ten aanzienvan de noodzaak van een restrictief vreemdelingenbeleid: doorde vergrijzing is vanaf ongeveer 2020 een instroom van 100.000immigranten per jaar nodig. Niet alleen in de vorm vankenniswerkers maar ook mensen om praktisch werk te doen.

Dalende trend

Daarbij speelt nog een andere demografische ontwikkeling een rol.In de periode 2000-2007 was sprake van een dalende trend watbetreft de immigratie van niet-westerse nationaliteiten, ook Turkseen Marokkaanse. 

Hoewel dit patroon vanwege de economische omstandigheden ende restrictieve tendens van de afgelopen jaren wellicht tijdelijkis, is per saldo het totale migratiesaldo zelfs negatief. Ervertrekken meer mensen uit Nederland dan er binnen komen, eenfenomeen dat ok in Duitsland merkbaar is geworden.

Burgerschapsexamen en formalisme

Rodrigues gaat in zijn oratie ook in het burgerschapsexamen -gekoppeld aan het vereiste van het aanvragen van een machtiging totvoorlopig verblijf (mvv) – en de vrijstelling die voor een aantallanden geldt: Australië, Canada, Japan, Monaco, Nieuw-Zeeland,Vaticaanstad, de VS, Zuid-Korea en Zwitserland.

Het Internationaal verdrag inzake de uitbanning vanrassendiscriminatie (IVUR) van de Verenigde Naties verbiedt nietalleen rassendiscriminatie, maar ook onderscheid op basis vannationaliteit, tenzij hier een rechtvaardigingsgrond voorbestaat. Het Committee on the Elimination of Racial Discriminationdat toeziet op de naleving van de IVUR, heeft Nederland hierover opde vingers getikt.

Rodrigues acht het van belang dat, wanneer het komt tot eenindividuele juridische procedure, ook altijd het individuele belangmeeweegt, zodat excessief formalisme wordt vermeden. Bijhet nemen van beslissingen op het terrein van het immigratierechtdient niet alleen naar de formele criteria te worden gekeken, maarook naar de materiële omstandigheden van de personen die hetaangaat.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK