Lectoren en hbo moeten minder provinciaals zijn

Nieuws | de redactie
15 januari 2010 | De internationale dimensie van het hbo-onderzoek krijgt nog weinig aandacht en is "volgens sommigen zelfs in tegenspraak met de focus op de lokale beroepspraktijk", schrijft Hans de Wit, lector internationalisering aan de HvA. Geen geldig excuus, vindt hij.

‘Waar op de universiteiten onderzoek per definitie alsinternationaal wordt getypeerd, lijkt het of bij de hogescholen welhet omgekeerde beeld bestaat. Lectoren stellen dat voor zover zijinternationaal actief zijn dit meer gerelateerd is aan hun andereactiviteiten en persoonlijke expertise en contacten dan aan hetlectoraat. Internationale expertise en contacten lijken geenessentieel onderdeel van het selectieproces te zijn en onderzoekals onderdeel van internationaliseringsbeleid staat nog in dekinderschoenen.

Dit in tegenstelling tot de universities of appliedsciences in bijvoorbeeld Scandinavië, waar veel meeraandacht bestaat voor internationaal onderzoek. Diverse hogescholenmerken in contacten met potentiële strategische partners inbijvoorbeeld Zweden en Noorwegen dat men daar tamelijkteleurgesteld is in de onderzoekskwaliteit en -samenwerking van deNederlandse HBO-instellingen.

De start van Raak Internationaal kan gezien worden als eenstimulans om meer internationaal gericht onderzoek te stimuleren,tegelijkertijd is het een indicatie dat zonder deze speciale focushet blijkbaar niet mogelijk is dat van de grond te krijgen. DeHBO-raad erkent het probleem en is in het kader van het ‘EuropeanNetwork for Universities of Applied Sciences’ (UASNET) met ditonderwerp bezig via het zogenaamde EDUPROF project (“Educating thenew European Professional in the Knowledge Society”). Daarin werktmen samen met tien Europese partner HBO-koepels aan eenEuropese dimensie op het gebied van praktijkgerichtonderzoek.

De HAN is een voorbeeld van een instelling waarinternationalisering van het onderzoek in het nieuwe strategischbeleidsplan internationalisering een belangrijke plaats krijgt. HetAdviesbureau Subsidies krijgt ruimte om meer ondersteuning tebieden aan internationale subsidieaanvragen. 

Doelstellingen daarvan zijn: elke lector en kenniskring streefternaar in 2013 tenminste in één onderzoek samenwerken metbuitenlandse collega’s; in 2012 heeft elke faculteit tenminste éénbuitenlandse gastonderzoeker binnengehaald die eensubstantiële bijdrage levert aan het onderwijs en onderzoek van defaculteit; de deelname van docenten/promovendi aan internationalecongressen wordt gestimuleerd; gestimuleerd wordt de deelname ininternationale digitale gemeenschappen ter bevordering vanonderzoek en onderwijs; en bevorderd wordt dat zowel buitenlandseals Nederlandse studenten participeren inonderzoeksprogramma’s.

Wat beperkt de aandacht voor meer internationaleonderzoeksamenwerking binnen het HBO? Uit gesprekken met lectoren,onder andere tijdens de recente bijeenkomst van het landelijkelectorenplatform in oktober in Utrecht, komt het volgende beeldnaar voren. 

Om te beginnen zou de nadruk zozeer op samenwerking met hetlokale beroepenveld liggen, dat er geen ruimte en tijd zou zijnvoor internationale samenwerking. Bovendien zou veel onderzoek nueenmaal geen internationale dimensie kunnen hebben.Onderzoekssamenwerking lijkt nog onvoldoende ingebed in deinternationale samenwerking van hogescholen, waardoor een netwerkvan contacten ontbreekt om daartoe te komen.

Bovendien missen de HBO-instellingen nog een helder beeld wie hunstrategische buitenlandse partners zijn. Lectorenworden vooral afgerekend op hun samenwerking methet beroepenveld en niet op internationale samenwerking.Toegang tot Europese subsidies voor onderzoek is voor het HBOlastiger dan voor de universiteiten, mede ook omdat er eeninfrastructuur voor ondersteuning van dergelijke aanvragenontbreekt.

Al deze constateringen zijn op zich juist, maar mogen geen excuuszijn om niet meer te werken aan internationaleonderzoekssamenwerking. Waar het beroepenveld steeds meerinternationaal en intercultureel wordt – ook bij delerarenopleidingen en verpleegkunde die veelal als voorbeeldenworden aangehaald als het gaat om het sterke lokale karakter vanpraktijkgericht onderzoek – ligt internationale vergelijking ensamenwerking voor de hand.

En juist door die internationale vergelijking en samenwerking kande kwaliteit van het onderzoek toenemen, zoals ze bijvoorbeeld inScandinavië allang hebben begrepen. Met andere woorden, lokaal eninternationaal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, ook inonderzoek. Lectoren hebben een taak onderzoek in te bedden in hetonderwijs. Internationalisering is bedoeld om een internationaledimensie in het onderwijs te realiseren. Deze twee ambities moetenhand in hand gaan als basis voor meer onderwijskwaliteit.’

Hans de Wit, Lector Internationalisering, domein Economie enManagement, HvA     


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK