Hoger onderwijs moet zelf herschikken
In het Kameroverleg over het rapport-Veerman en de reactie vanhet kabinet werden de eerste krijtlijnen getrokken van de routenaar een toekomstbestendiger hoger onderwijs. Soms was hetstoepkrijt wat dik en soms zwabberde het wat over de straattegels.Maar interessante contouren zijn zichtbaar geworden.
Zo worstelt iedereen met ‘wat te doen met dat rapport vanRathenau?’ Want als focus en massa niet echt werken, hoe moet jedan zorgen dat profilering en differentiatie niet eenzelfd lotondergaan? Belangrijkste punt uit het debat was in elkgeval dat de bewindslieden de herinrichting van het hogeronderwijs aanbod nu allereerst aan de sector zelf willenoverlaten.
Geen vrijblijvendheid
Maar van enige vrijblijvendheid kan geen sprake zijn. De
Die benadering zit dicht tegen die van minister Deetman aan inde jaren 80. Hij nodigde HBO en WO uit zelf de invulling ter handte nemen van de taakverdeling en schaalvergroting die hij voorzag.Het HBO pakte die kans toen met veel panache, geleid door Jan KarelGevers, de latere UvA-voorzitter. De universiteiten kwamen eronderling niet uit, onder aanvoering van toen nog de AcademischeRaad. [Medewerker juridische en bestuurlijke zaken wasdaar destijds de jonge VU-jurist Jan PeterBalkenende.] Daarop besloot de minister tot een eigen pakketvoorstellen te komen tot herschikking van faculteiten enopleidingen in het WO.
Ongetwijfeld zal daar in VSNU-kring nu nog wel eens aan teruggedacht worden. Men zal het daar niet opnieuw op willen latenaankomen, vermoedelijk. In zekere zin heeft het HBO ook nu weer hetvoortouw genomen, bijvoorbeeld door in de kunstsector na hetrapport-Dijkgraaf een
Een thema waar alle betrokkenen in het ‘Veerman-debat’ meeworstelen is de vraag of profilering -in de zin van focus en massaversterking- wel zal werken als beoogd. Het nieuwe
Dat kan niet verbazen, als men de woorden van de onderzoekerstot zich door laat dringen: “We vermoeden dat de complexiteit vanhet Nederlandse wetenschapssysteem een rol speelt. Als deoverheid bijvoorbeeld bepaalde velden extra stimuleert, terwijluniversiteiten voor andere velden kiezen, NWO haar eigenprioriteiten stelt en de FES-gelden toekenning een eigenstrategische logica heeft, dan kan dat resulteren in tegenstrijdigeinterventies met onbedoelde effecten.”
CDA stelt Veerman bij
In het debat kwamen enkele interessante lijnen naar voren vanuitverschillende partijen. Zo leek de PVV voor het eerst mee tekrijgen dat er al sprake is van bestuurlijke samenwerking en zelfsfusie binnen het hoger onderwijs, met name ook tussen wo- enhbo-instellingen. Zo’n UvA-HvA vond men daar niet kunnen en degedachte rees of de NMA niet naar zulke marktposities zou moetenkijken. Jesse Klaver van GroenLinks corrigeerde tussende bedrijven door achteloos-behendig het verkiezingsprogrammavan zijn partij: hij pleit nu tegen een sociaal leenstelsel inde masterfase.
Sander de Rouwe van het CDA bracht twee belangrijke amendementenaan op het Veerman-concept. Ten eerste opende hij de ontwikkelingvan het HO ook voor het MBO. Hij stelde voor ook de ROC’s demogelijkheid te bieden Associate degree opleidingen aan te bieden.Daarmee wordt het MBO nadrukkelijk betrokken bij de toekomstigepositionering en aanbodstructuur van het HBO, als deel van hethoger onderwijs.
Ten tweede wees het CDA het idee van de missiebekostiging van dehand. De Rouwe meent dat het vaststellen en invullen van de missievan een instelling ten principale een zaak van autonomie is. Deoverheid heeft niet de opdracht financieel te sturen op gewenstemissies, of ongewenste. Zou zijn motie terzake door de Kamerworden aangenomen, dan is een cruciaal element van hetrapport-Veerman fundamenteel gewijzigd.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd