EU: Nederland discrimineert

Nieuws | de redactie
14 juni 2012 | Nederland doet bij zijn SF-regels aan verkapte discriminatie. Omdat het “ongelijkheid van behandeling invoert tussen Nederlandse werknemers en de migrerende werknemers die in Nederland wonen of hun arbeid in loondienst in die lidstaat verrichten als grensarbeider.”

Het Europese Hof van Justitie heeft helder gesproken. Zo kan het niet.

3 uit 6 is ongelijke behandeling

“Het Hof benadrukt wat dat betreft dat het beginsel van gelijkebehandeling niet alleen openlijke discriminatie op grond van denationaliteit verbiedt, maar ook alle verkapte vormen vandiscriminatie die door toepassing van andereonderscheidingscriteria in feite tot hetzelfde resultaat leiden.Dit is onder meer het geval bij een maatregel die een vrij preciestijdvak van wonen voorschrijft, doordat dit hoofdzakelijk tennadele kan werken van migrerende werknemers en grensarbeiders dieonderdaan zijn van andere lidstaten, nu niet-ingezetenen meestalniet-nationale onderdanen zijn.

Het Hof is van oordeel dat het woonplaatsvereiste van “3 uit 6jaar” een ongelijkheid van behandeling invoert tussen Nederlandsewerknemers en de migrerende werknemers die in Nederland wonen ofhun arbeid in loondienst in die lidstaat verrichten alsgrensarbeider. Een dergelijke ongelijkheid vormt verboden verkaptediscriminatie, tenzij zij objectief gerechtvaardigd is.”

Koddig Nederland

Men vindt sommige verdedigingslinies van ons land eigenlijk bestkoddig, zo laat de verfijnd droge tekst van de Luxemburgse juristenblijken. ” In die context voert Nederland aan dat genoemde regelingals verdienste heeft de mobiliteit van studenten te bevorderen doorde verrijking die het studeren buiten Nederland niet alleen voor destudenten, maar ook voor de Nederlandse samenleving en dearbeidsmarkt met zich meebrengt. Nederland gaat er dus vanuit datde studenten die het voordeel van genoemde regeling hebben genoten,na de beëindiging van hun studie naar Nederland zullen terugkerenom daar te wonen en te werken.”

“Het Hof erkent dat deze factoren opgaan voor de situatie van demeerderheid van de studenten en dus dat het woonplaatsvereistegeschikt is ter bereiking van het doel, de mobiliteit van studentente bevorderen. Niettemin had Nederland op zijn minst moetenrechtvaardigen waarom het voor de 3-uit-6-eis heeft gekozen, metuitsluiting van alle andere representatieve factoren. Deze eis isnamelijk te exclusief.

Door specifieke tijdvakken van wonen op het grondgebied van debetrokken lidstaat voor te schrijven, geeft de 3-uit-6-eis voorrangaan een factor die niet noodzakelijkerwijs de enige representatieveis voor de mate waarin de betrokkene en genoemde lidstaatdaadwerkelijk met elkaar zijn verbonden. Het Hof komt dus tot deconclusie dat Nederland niet heeft bewezen dat hetwoonplaatsvereiste niet verder gaat dan noodzakelijk is om het doordie regelgeving nagestreefde doel te bereiken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK