Van Vughts drie HBO kneuzen
Met twaalf punten uit twintig zijn de NHL, Stoas en Ipabo eennieuwe groep van zorgelijk bevonden achterlopers in het HBOgeworden. Een gebrek aan ambitie en visie lijkt daarbij in deanalyses van Van Vught c.s. de gemeenschappelijke deler. Ook lijkthet er op, dat de commissie het feitelijk verdwijnen van een oftwee van deze drie in grotere HO-verbanden niet heeft willenfrustreren door nu op de valreep van hun eclipsering een afkeurendoordeel af te geven.
1] De Noordelijke Hogeschool Leeuwarden
De
De lat ligt op andere gebieden niet veel hoger. De indirectekosten van de hogeschool worden “slechts constant gehouden” en dealgemene studenttevredenheid moet stijgen met 0.1 punt.
De commissie constateert dat de NHL veel kleine opleidingen vanminder dan honderd studenten aanbiedt. Daarvoor heeft men primaireen argumentatie vanuit de macrrodoelmatigheid van het HO in hetnoordelijk Nederland: “Dit brede aanbod, inclusief de kleineopleidingen, acht de NHL essentieel om haar rol voor de regio tekunnen vervullen”.
Ondanks deze motivatie voor het in stand houden van zulk kleinaanbod blijven de plannen van de NHL in nevelen gehuld. “Welkeconcrete gevolgen een en ander voor het opleidingsaanbod van de NHLzal krijgen, bijvoorbeeld voor de kleine techniekopleidingen, wordtuit de stukken echter nog niet duidelijk.”
De “regiorol” wordt niet of nauwelijks verbonden met eencoherent portfolio waarin echt gekozen wordt. De vorming van echtezwaartepunten door het sluiten van kleinere opleidingen waar de NHLminder sterk in is wordt nagelaten. Zo zou de NHL meer kunneninzetten op Ad’s en excellentietrajecten, conform het kader van deRCHO. Van zulke Ad’s constateert de comissie echter: “er zijnnog geen concrete voornemens.” Het gezamenlijke excellentietrajectvoor de hele hogeschool blijkt weinig soelaas te bieden voor deontwikkeling van een doelgerichte route voor getalenteerdehbo’er.
Op het gebied van valorisatie is de ambitie en concreetheideveneens gering. De NHL wil “meer massa en volume” realiseren inenkele expertisegebieden. Maar de commissie stelt vast dat hetvoorstel “onvoldoende duidelijk maakt welke doelen de NHL in 2015wil realiseren”. Coulant noemt Van Vught de wel uitgewerkte delenvan de plannen uiteindelijk “merendeels ambitieus, enrealiseerbaar.”
Zo zet de NHL sterk in op het versterken van haar zeszwaartepunten voor onderzoek. Van Vught is niet overtuigd datzoiets echt gerealiseerd kan worden met “de beperkteonderzoekscapaciteit” van het pakket aan lectoraal enpraktijkgericht onderzoek, dat de hogeschool heeft opgebouwd. Eenlichtpuntje voor de NHL is dat het kan meedraaien in het Centre ofExpertise “Healthy Ageing” is toegekend aan de NoordelijkeAlliantie bestaande uit de Hanzehogeschool, Stenden, Van HallLarenstein en de NHL.
2] IPabo
De
Dit is mede veroorzaakt doordat het Ipabo-plan “slechts inbeperkte mate concrete gegevens bevat ten aanzien van de in tezetten capaciteit en middelen.” Deze in omvang kleine hogeschoolkreeg zijn voldoende niettemin toch, vooral vanwege de EducatieveAlliantie die zij is aangegaan met Windesheim en InHolland. Samenmet de VU willen zij in Amsterdam een nieuwe educatieve hogeschoolontwikkelen.
Dit gezamenlijke programma van onderwijsaanbod en onderzoek betekent in feite dat deze kleine hogeschool op termijnopgaat in deze nieuwe opzet van het HBO voor de educatieve sectoren als zelfstandige HO-instelling zal gaan verdwijnen. Het lijkt erop dat Van Vught ondanks de matige plannen dit proces niet heeftwillen frustreren, mede gelet op de zeer geode beoordeling dieInholland en Windesheim kregen.
3] Stoas
De
De RCHO stelt vast dat Stoas zich de komende jaren wil gaanspecialiseren in liefst negen expertisethema’s. Ook zijn er plannengemaakt voor twee Centres of Expertise en gaat Stoas meewerken aande vier zwaartepunten van het HAO als sector binnen het HBO alsgeheel. Gelet op het geringe aantal lectoraten enonderzoeksactiviteiten noemt Van Vught met gepast gevoel voorunderstatement deze voorstellen “minder kansrijk”.
De commissie concludeert dat “de beschikbare middelenbetrekkelijk gering zijn in relatie tot de vele ambities eninitiatieven op het gebied van onderzoek en samenwerking”. Debeoordeling van Stoas is de HBO-versie van de beoordeling die deUniversiteit van
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap