Hoe normaal is nominaal?
“Volgens het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is het eindrapport te snel gepubliceerd. Een universiteit zou als wetenschappelijk instituut moeten beseffen dat aan een analyse op basis van één jaar nauwelijks conclusies vallen te verbinden.
Een problematisch cohort
Voor gedegen onderzoek naar effecten van de maatregelen moet er naar een langere periode worden gekeken (bijvoorbeeld ook naar behaalde bachelor rendementen) en meer cohorten onderzocht worden dan alleen het 2011-2012 cohort dat in deze pilotfase is onderzocht.
Gebeurt dat niet dan is er veel voorzichtigheid geboden bij de aannames en conclusies die aan dit onderzoek mogen worden verbonden. Bovendien is het cohort 2011-2012 een problematisch cohort, omdat zij in een vergelijkende analyse een “outlier” kunnen zijn vanwege het vooruitzicht op de langstudeerboete.
De rendementen die zijn gemeten laten een relatief kleine rendementswinst zien. De winst die geboekt is, is voornamelijk op studenten die voorheen een voorlopig positief studieadvies kregen. Zij behaalden voorheen tussen de 40 en 59 studiepunten. Die winst zou het resultaat kunnen zijn van de compensatiemogelijkheid van cijfers. Dus de vraag rijst: is er wel daadwerkelijk succes geboekt met de pilot?
Luie student wordt niet gestimuleerd
De hoeveelheid compensatiemogelijkheden baart het ISO grote zorgen. Het is gezien de cijfers mogelijk om 6 onvoldoendes te compenseren, en dit is in onze ogen te ver doorgeschoten. Compenseren is onderwijskundig gezien een goed middel. Het is bekend dat belonen, activeren, stimuleren en optrekken aan leeftijdsgenoten positieve effecten heeft op onderwijsprestaties.
Dit moet zich niet laten vertalen in het aanwakkeren van “luie studenten”. Deze worden namelijk op deze wijze niet gestimuleerd om hard door te werken om overal of het merendeel een voldoende te halen omdat er te veel gecompenseerd kan worden.
Er mist een aantal essentiële verklaringen en verhoudingen in het eindrapport. Het geeft in de eerste plaats veel statistieken weer, maar daar mist een aantal verklaringen. Zo is enkel vooraf de tevredenheid en de visie op de maatregelen gemeten en niet tussentijds en achteraf.
Ook mist de – in onze ogen – essentiële verhouding tussen de twee maatregelen die in deze pilotfase zijn genomen; nominaal is normaal en compensatoir toetsen. Kwalitatief onderzoek naar uitval ontbreekt en ook zijn de mensen die aanspraak maakte op de hardheidsclausule verdubbeld, waar eveneens een verklaring voor ontbreekt.
De eindconclusie die moet worden getrokken is dat het rapport dient te worden herzien met verklaringen en onderbouwingen. Dit onderzoek zal pas moeten plaatsvinden als er over meerdere jaren een beeld zichtbaar wordt van de daadwerkelijke effecten. Tot die tijd zal dit rapport met terughoudendheid moeten worden gelezen en kunnen er, wat ons betreft, geen definitieve conclusies aan worden verbonden.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap