Docent cruciaal voor de toekomst

Nieuws | de redactie
4 april 2013 | De kwaliteit van leraren moet omhoog, stellen Thom de Graaf en Karl Dittrich. Een Kwaliteitsagenda Leraren moet daartoe stappen gaan zetten. “Cruciaal voor een kwaliteitsimpuls bij de lerarenopleidingen is dat die eisen kunnen stellen aan de kennis en motivatie van instromende studenten.”

Onderwijs is van levensbelang voor Nederland. Het creëert welvaart en stimuleert mensen het beste uit zichzelf te halen. In het regeerakkoord spreekt de regering de ambitie uit dat het Nederlandse onderwijs tot het beste ter wereld moet behoren. De belangrijkste voorwaarde hiervoor is dat leraren en schoolleiders van hoge kwaliteit zijn.

Meer professionele ruimte

De afgelopen jaren is meermalen vastgesteld dat het onderwijs beter kan en moet, recent nog door de Onderwijsraad. Er zijn te veel onbevoegde en onderbevoegde leraren, de opleidingsgraad van de docenten moet omhoog en er moeten meer academici voor de klas komen te staan. Daarbij concludeerde een commissie onder leiding van Alexander Rinnooy Kan al in 2007 onder andere dat leraren meer moeten worden beloond naar functioneren en specialisaties, en dat de “professionele ruimte” voor de leraren moet worden vergroot

Wij onderschrijven die conclusies van harte. De afgelopen jaren zijn veel initiatieven genomen om de kwaliteit en de positie van de leraren te verbeteren. Nieuwe opleidingen werden gestart, zoals de educatieve minoren, de academische Pabo’s en tal van specialistische masters. De door de overheid ingestelde lerarenbeurzen zijn populair. Bovendien zijn belangrijke stappen gezet om de kwaliteit van de lerarenopleidingen te verhogen, met name in de hogescholen.

Eind 2012 waren al voor alle 61 1e– en 2e graads lerarenopleidingen van hogescholen en voor Pabo´s zogeheten kennisbases beschreven. Die geven weer wat iedere beginnende leraar aan kennis en kunde tenminste in huis dient te hebben. Deze bases vormen het kader voor de ontwikkeling van landelijke kennistoetsen, die de komende twee studiejaren voor Nederlands en rekenen/wiskunde al worden ingevoerd. Daarnaast ontwikkelen de Pabo’s een landelijke toetssystematiek voor nog eens vier vakken.

Meer onderzoek naar onderwijspraktijk

De opdracht rond de kennisbases en toetsen, genaamd ‘10voordeleraar’, vergt veel van de sector. We zijn er echter nog niet! Daarom stellen hogescholen en universiteiten gezamenlijk een Kwaliteitsagenda Leraren op waarin zij onder andere verder willen investeren in educatieve minors, (academische) pabo’s en specialistische masters.

Ook willen we – in overleg met het PO, het VO en het (V)MBO – meer onderzoek doen naar de praktijk van het onderwijs, zodat verbeteringen en vernieuwingen empirisch  worden onderbouwd, en beleid effectiever wordt. Cruciaal voor een kwaliteitsimpuls bij de lerarenopleidingen is dat die eisen kunnen stellen aan de kennis en motivatie van instromende studenten. Aanscherping van de examenregels in het voorbereidend onderwijs juichen wij toe. Wij betreuren het dat de invoering van deze eisen door het kabinet is opgeschort, dat raakt direct de kwaliteit. 

Maar het gaat niet alleen om de lerarenopleidingen, het gaat ook om de zittende leraren. De hogescholen en universiteiten zullen daarom een aanbod ontwikkelen waarbij ze, samen met scholen en docenten, zorgen voor bijscholing en betere begeleiding van schoolleiders en (startende) leraren. Zo moeten de uitblinkers van de huidige generatie docenten de volgende generatie opleiden. Dat is belangrijk om de hoge uitval onder beginnende leraren te bestrijden.

WO en HBO hebben kennis in huis

Schoolleiders moeten via bijscholing in staat worden gesteld van scholen ‘lerende organisaties’ te maken. Ook voor zittende leraren behoort bijscholing een onlosmakelijk onderdeel te zijn van de professie. Voor beide groepen moet de bijscholing een verplichtend karakter krijgen.

De universiteiten en hogescholen kunnen en willen hier een substantiële bijdrage aan leveren. Zij hebben hiervoor de benodigde expertise in huis. De recent ontwikkelde landelijke kennistoetsen Nederlands en rekenen/wiskunde zijn bijvoorbeeld geschikte instrumenten om de vakinhoudelijke kennis van zittende leraren in het primair onderwijs te toetsen. En vervolgens kan daar een bijscholing op volgen.

Het vernieuwingsproces van de lerarenopleidingen kost tijd en vergt  veel energie van de lerarenopleidingen en hun docenten. De verdergaande kwaliteitsimpuls zal echter intensief moeten zijn. Hogescholen en universiteiten willen prestaties leveren en ondersteunend zijn in de kwaliteitsambities zonder onnodige regelzucht of omvangrijke centrale projecten. Als de sector de ruimte krijgt om zijn hoge ambities waar te maken, bereiken we sneller het doel waar het om gaat: onderwijs van topniveau.

Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen (HBO-raad), en Karl Dittrich, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU)

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK