Nog veel onbekend bij studievoorschot

Nieuws | de redactie
5 juni 2014 | De opbrengst van het leenstelsel krijgen HBO en WO niet zomaar. Bussemaker wil ‘kwaliteitsafspraken’ vastleggen en “het geld moet wel naar de student toe.” De masterstudent slikt daarbij een bittere pil.

Het Kamerdebat over het nieuwe studievoorschot leverde de eerste schermutselingen op tussen de partijen en met het kabinet, na de nieuwe deal. Daar kwam ook belangrijk nieuws en nieuw inzicht uit voort. De hoofdpunten daarvan zijn de volgende aspecten.

Zware masters

De studenten met een zware master krijgen een pijnlijke verassing.  Ook de huidige student zal direct per 1 september 2015 zijn masteropleiding volledig moeten gaan lenen.  Wie komend collegejaar na zijn bachelor van voorjaar 2015 een groot wetenschappelijk project of vervolg wil gaan doen, moet al rekenen op flinke kosten en schuldopbouw. Het is daarmee feitelijk onjuist te zeggen, dat de huidige generatie HO-deelnemers niet getroffen zal worden door het leenstelsel. Deze inbreuk op het huidige bestel werd in het debat vergeleken met de langstudeerboete.


De kritiek van Bernard Wientjes, Ineke Dezentjé en anderen uit de industrie heeft weinig indruk gemaakt. ScienceGuide verneemt dat alleen Doekle Terpstra als trekker van Techniekpact hier nog succes zou kunnen boeken. Als hij daar de partners bereid in zou vinden om enkele miljoenen vrij te maken dan zou OCW onder druk van EZ niet afwijzend kunnen blijven.

Beloofde €1 miljard

De beloofde €1 miljard nieuw geld voor HBO en WO komt pas over vele jaren voluit beschikbaar. Toch wil OCW over de besteding daarvan wel al kwaliteitsafspraken maken, die er voor zorgen moeten dat het geld echt in het onderwijs en bij de studenten terecht komt. De invulling hiervan houdt men nu nog bewust vaag, omdat men lessen wil trekken uit de aanpak met de prestatieafspraken zei minister Bussemaker

Verwarring en onmin

De cijfers over de ‘gedragseffecten’ bij een leenstelsel roepen vooral verwarring en onmin op. De projecties van doorstroom MBO-HBO door het CPB, bijvoorbeeld, zijn nu nog maar weinig waard. De rapportages daarover zijn – net als die van het SCP en CHEPS – gebaseerd op het regeerakkoord en de toen voorziene SF-ingrepen. Het studievoorschot is veel complexer met een extreem uitgesmeerde terugbetaling en inkomensbegrenzing, waardoor de effecten veel minder voorspelbaar lijken. GroenLinks gaf daarom aan, dat “je nooit precies weet hoe de maatregelen zullen doorwerken in het gedrag en de studiekeuze.” Bussemaker zei zelfs dat zij zich maar liever houdt aan de achterhaalde CPB voorspellingen, want “we kunnen nu alleen maar macro effecten inschatten. Ik baseer mij op het CPB, want meer of betere gegevens weten we niet.”

Bijstandtrekkers verplichten

OCW is zich niet bewust geweest van het feit, dat gemeenten bijstandtrekkers verplichten tot studeren en doorstuderen, zodat zij hun kosten bij de sociale zekerheid kunnen drukken. Mensen in de bijstand worden zo verplicht schulden te maken. Bussemaker gaat SZW en BZK hier op aanspreken en komt in haar wetsvoorstel met definitieve regels.

Voor de MBO’ers en veel HBO-studenten mikken VVD, PVDA, D66 en GL op een positief effect van een reeks specifieke onderdelen van het studievoorschot. Deze moeten de leenangst de kop indrukken dit betreft:

-verhoging aanvullende beurs, als blijvende gift

-terugbetaling pas vanaf minimumloon niveau met een maximum van 4% van het inkomen

-terugbetaling over maximaal 35 jaar gespreid

-voortzetting van de OV-kaart en invoering voor alle MBO’ers.

GroenLinks onderstreepte het inkomenspolitieke effect hiervan als een gewenste en nadrukkelijk nivellering. “De hogere inkomens moeten meer betalen en de lagere inkomens behouden de aanvullende beurs en de OV-kaart als een gift”

Publiek imago

Bussemaker is bezorgd over het publiek imago van het studievoorschot. Zij sprak veel over ‘angstbeelden’ die weggenomen moeten worden. “Het is nooit leuk als een geliefd deel van je studiefinanciering verdwijnt,” zei ze begripvol over het studentenprotest. Haar verwijt aan SP en CDA dat zij mensen bang maken “met wel hele grote cijfers” die niet konden kloppen trok ze niet in. Met GroenLinks bevestigde de minister dat heel goede communicatie en feitenkennis nu nodig blijken te zijn.

Beter benutten

Het ‘beter benutten’ dat de OV-kaart goedkoper moet maken, is nog zeer onhelder. “De taskforce verkent mogelijkheden voor betere afstemming tussen vervoer en onderwijsaanbod,” legde Bussemaker uit. Dat belangrijke HBO-voormannen niet mee willen werken, bracht haar tot de bezwering dat er vooral maatwerk zou moeten komen in de spreiding van mogelijke versoepelingen in het OV-gebruik. “Het zal echt niet alleen ‘geen enkele studenten mag in de spits’ betekenen.” Per regio zou men zelfs willen bekijken waar de OV-drukte op welke manier het beste aangepakt zou kunnen worden.

Het wetsvoorstel van OCW wordt aan het eind van het zomerreces verwacht, pas kort voor Prinsjesdag dus. De behandeling daarvan mag dan weinig tijd verliezen om te voorkomen dat de Eerste Kamer het in de lente in 2015 niet meer kan behandelen. De SP meldde al dat men in het najaar eerst indringende hoorzittingen en contraexpertises zal willen organiseren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK