Verongelijkt Nederland
Kritiek en aanbevelingen van VN-mensenrechtencomités worden vaak genegeerd of ter zijde gelegd door regeringen van landen die mensenrechten juist hoog in het vaandel hebben, laat het promotieonderzoek van Krommendijk zien. Hij keek daarbij met name naar de invloed van zulke aanbevelingen in Nieuw Zeeland, Finland en ons eigen land.
Geen kritiek op euthanasie, alstublieft
Uit het onderzoek blijkt dat Nederlandse en Nieuw Zeelandse politici en beleidsambtenaren verontwaardigd en defensief reageren op aanbevelingen van de VN-comités. Zij zijn ervan overtuigd dat er in hun land nog maar weinig te verbeteren is wat betreft mensenrechten. Nederland legt vooral aanbevelingen en kritiek ten aanzien van het vreemdelingenbeleid naast zich neer. Nederland sluit zich ook gemakkelijk af voor kritiek op het euthanasiebeleid, bestrijding van racisme of voor een aanbeveling om mensenrechten in de kerndoelen voor het onderwijscurriculum op te nemen.
In Finland daarentegen is een opener houding en is men meer bereid de mensenrechtensituatie verder te verbeteren. In Finland worden de aanbevelingen van de VN serieuzer bekeken en zij krijgen daardoor ook meer navolging.
Krommendijks conclusies zijn gebaseerd op uitgebreid bronnenonderzoek en 175 interviews met ambtenaren, politici en vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties in de drie landen. De tien VN-mensenrechtencomités brengen elke vier tot zes jaar een rapport uit met aanbevelingen voor verbetering van de mensenrechten. Dit doen zij op basis van informatie aangeleverd door regeringen en onafhankelijke mensenrechtenorganisaties en instituten, zoals UNICEF of het College voor de Rechten van de Mens.
Vrouwen in de SGP
Het is overigens niet zo, dat internationale kritiek en aanbevelingen nooit enig effect sorteren. In enkele gevallen zijn er – vaak na jaren – wel maatregelen genomen. In Nederland heeft de SGP het bijvoorbeeld vrouwen mogelijk gemaakt om zich verkiesbaar te stellen. Kritiek van het VN-Vrouwenrechtencomité speelde een niet onbelangrijke rol in het lange politieke en juridische proces dat vooraf ging aan deze wijziging.
Andere voorbeelden uit Nederland zijn de instelling van een Kinderombudsman in 2011 en het verbod op de corrigerende tik. Beide zijn mede het resultaat van herhaalde aanbevelingen van het VN-Kinderrechtencomité aan de Nederlandse regering.
Veel aandacht voor kinderrechten
Van de zes mensenrechtencomités is VN-Kinderrechtencomité in alle drie de landen veruit het succesvolst geweest. Dit komt door de maatschappelijke aandacht voor kinderrechten en de talloze organisaties die actief zijn op dit terrein en politieke druk uitoefenen op de regering om iets met de situatie van kinderen te verbeteren. De recente ophef rondom het kinderpardon illustreert dit.
Het Maastrichtse onderzoek laat zien dat internationale aanbevelingen effect kunnen hebben wanneer maatschappelijke organisaties, het parlement, de media of rechtszaken druk uitoefenen om verandering te bewerkstelligen. Internationale aanbevelingen kunnen hierbij fungeren als een belangrijke steunpilaar.