Verdiend vertrouwen is een risico
In opdracht van minister Bussemaker heeft CHEPS een vergelijkend onderzoek gedaan naar de verschillende accreditatiestelsels in enkele Europese landen. Dit naar aanleiding van de motie Rog om onderzoek te doen in de omliggende landen hoe de regeldruk ten aanzien van accreditaties verlicht kan worden. In dit onderzoek heeft CHEPS vier verschillende systemen bekeken in vijf landen.
De voorliggende studie rapporteert over externe kwaliteitszorg in vier verschillende hoger onderwijssystemen in Vlaanderen, Duitsland, Oostenrijk, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Er is onderzocht hoe in die systemen de administratieve lasten worden ervaren en wat er wordt gedaan om die te beperken. Het rapport resulteert uit een rondgang door literatuur en beleidsdocumenten, aangevuld met interviews met lokale experts.
Instellingsaudits zijn de trend
De belangrijkste beleidssuggesties die uit deze studie voortkomen, zijn dat de instellingsaudits de trend lijken te zijn, onder verschillende namen bijvoorbeeld systeemaccreditatie in Duitsland en met verschillende consequenties voor externe evaluatie op opleidingsniveau: verlichting, vermindering of afschaffing daarvan zoals in Noorwegen en Oostenrijk. In het Verenigd Koninkrijk is dit reeds de praktijk.
Er zijn in alle onderzochte systemen ontwikkelingen naar zelf accrediterende status voor sommige categorieën van hoger onderwijsinstellingen. Dat wil zeggen: de instelling is zelf verantwoordelijk voor het spectrum en de kwaliteit van haar opleidingsaanbod, zonder voorafgaande externe kwaliteitstoets en zonder voorafgaande doelmatigheidstoets door de overheid van opleidingen.
Meer aandacht voor risicogevallen
Kwaliteitszorgstelsels met een instellingsaudit/-accreditatie hebben verschillende keuzes gemaakt betreffende in welke mate opleidingsaccreditatie achteraf nog nodig is.
Benaderingen waarbij risico de basis is worden vaak overwogen, maar blijken moeilijk uitvoerbaar. Risico-gebaseerde benaderingen beogen goede instellingen of opleidingen vertrouwen te geven en slechts licht te monitoren, terwijl de kwaliteitsagentuur meer aandacht schenkt aan risico-gevallen.
Risico wordt tot nu toe steeds geoperationaliseerd als verdiend vertrouwen. Verdiend vertrouwen is gebaseerd op prestaties van instellingen in de kwaliteitszorg in het verleden. Het risico van kwaliteitsfalen in het onderwijs in de toekomst is tot nu toe niet gebruikt als criterium voor ‘zware’ dan wel ‘lichte’ externe kwaliteitsbeoordeling.
Meer zichtbaar maken
Mogelijke ‘quick wins’ voor het Nederlandse kwaliteitszorgstelsel naast de in reeds 2014 ingevoerde zouden bijvoorbeeld kunnen komen uit: de cyclus van de externe kwaliteitszorg. Zes jaar lijkt internationaal een standaardlengte, maar er zijn langere cycli te vinden bijvoorbeeld acht jaar.
Er zou daarom wellicht gepoogd kunnen worden de baten van het externe kwaliteitszorgstelsel meer zichtbaar te maken. Daardoor zouden de ervaren lasten, in het bijzonder voor interne stakeholders, in perspectief te plaatsen zijn.
De bevindingen uit deze studie geven ook aan dat sommige opties waarschijnlijk geen mogelijkheden voor ‘quick wins’ opleveren. Vergeleken met andere landen lijken Nederlandse kaders in de kwaliteitszorg sterk centraal gedefinieerd te zijn. Of loslaten van collectieve definities tot veel lastenverlichting zou leiden, is niet bekend.
Het rapport van CHEPS leest u hier
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen