Het gaat om de stap na nano

Nieuws | de redactie
18 januari 2016 | Op nanoschaal kan onderhand bijna alles gemaakt worden. Ook dragers om medicijnen gericht naar tumoren te richten. Twan Lammers (Universiteit Aken) werkt eraan juist dat concreet toepasbaar te maken. “Het gaat er om dat je op een zo simpel mogelijke manier heel complexe problemen probeert op te lossen.”

Lammers, onderzoeker bij de Nanomedicine and Theranostics Group in Aken is één van de sprekers op de Nederlandse editie van Nano World Cancer Day van STW en NanoNextNL op 2 februari. Hij is gespecialiseerd in de ontwikkeling van nanogeneesmiddelen in de strijd tegen kanker.

Er kan heel veel met nano

“Klassieke antikanker middelen zijn erg giftig,” legt Lammers uit. “Deze geneesmiddelen gaan tussen je DNA zitten en zorgen ervoor dat zich sneller delende cellen worden uitgeroeid.” Chemotherapie werkt bijvoorbeeld op deze wijze, het nadeel is dat álle sneller delende cellen worden aangepakt. “De haarcellen ook, daarom valt je haar bijvoorbeeld ook uit. Maar ook de cellen in de binnenkant van je darmwand zijn kwetsbaar.”

Idealiter zou je willen dat een medicijn precies daar in het lichaam aan de slag gaat waar effect ervan gewenst is. Nanomaterialen bieden daarbij kansen. Zo wordt in de geneeskunde gewerkt met liposomen – minuscule vetdeeltjes – die als dragers van een medicijn in de bloedbaan worden gebracht en het medicijn zo bijvoorbeeld bij een tumor kunnen brengen.

Omdat de nanotechnologie de afgelopen jaren een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt, is ook de ontwikkeling van deze dragers explosief gestegen. “Er kan echt heel veel worden gemaakt op nanoschaal en dat gebeurt ook.” Het gaat volgens Lammers echter om de stap die daarna gezet wordt. Vanuit die ontwikkelingen moet het komen tot een volwaardig bruikbaar nanogeneesmiddel.

De stap naar een volwaardig geneesmiddel

En dat is waar het schuurt, want waar het ontwikkelen van deze liposomen of medicijndragers op nanoschaal volop gebeurt in academische kringen, moet de vervolgstap toch echt elders gezet worden. Lammers werkt daarom nauw samen met twee bedrijven – Enceladus en CristalTherapeutics – die zich bezig houden met de stap naar een volwaardig geneesmiddel.

“Als je een werkzaam middel hebt, moet je dat gecontroleerd upscalen en op zoek naar funding voor een klinische trial. Eigenlijk richt je je dan op de vraag: hoe krijg ik dit middel zo efficiënt mogelijk in mijn patiënt. “ Het zijn vragen die niet rijmen met de wetenschappelijke praktijk, waar je toch al snel jaarlijks vele papers moet produceren. “Dan is het interessanter weer met iets nieuws te komen.”

Tegelijkertijd een hoogleraarschap bestieren én een bedrijf dat zich bezighoudt met deze ontwikkelingen runnen is bijna onbegonnen werk, vandaar dat hij de samenwerking heeft gezocht. “Het probleem is dat er een lange weg te gaan is voor je met een medicijn patiënten in mag. Grote farmaceuten zullen niet snel investeren en dus moet je op zoek naar durfkapitaal.”

Naar China of India

In Limburg is de NV Industriebank LIOF een partij die vaak dit soort investeringen doet. “Ook bij STW kun je via een valorisatiegrant geld krijgen om deze stap te zetten. Ook zie je dat men zich wendt tot China en India waar men sneller in Pharma stapt, terwijl in de Verenigde Staten en Europa pas na een succesvolle eerste fase deze stap wordt gezet.”

Lammers heeft gezien hoe het academisch klimaat in Nederland is veranderd en dat niet ten gunste van mensen die hun producten of ontdekkingen willen doorontwikkelen. “Het is ontzettend competitief geworden. Als ik kijk naar twaalf of vijftien jaar geleden – toen ik afstudeerde – was er toen veel meer eerste geldstroom. Nu ben je zelfs met een Vidi-beurs van NWO niet meer verzekerd van een vaste plek op de universiteit.”

Alternatieven zijn er wel. In Europa bijvoorbeeld. “Bovenop de reguliere ERC Grants, heb je nog de Proof of Concept Grant,” vertelt Lammers. “Je krijgt dan €150.000 per jaar om je vinding te proberen te commercialiseren. Samen met Bart Metselaar van Enceladus zijn we daar nu mee bezig.”

Industrieel leren denken

Dat betekent komen tot een werkbaar medicijn, maar ook het kijken naar wat de markt ervoor is. “Het gaat er om dat je op een zo simpel mogelijke manier, hele complexe problemen probeert op te lossen. Ik denk dat door die Proof of Concept Grant wetenschappers wel echt gestimuleerd worden om industrieel te denken.”

Lammers hoopt dat het in de nabije toekomst komt tot middelen waarbij ernstige immuunziekten, kanker en bijvoorbeeld de ziekte van Crohn goed en gericht behandeld kunnen worden. Dat de hype rond nanotechnologie op dit moment groot is, is daarbij een gegeven. “Politiek wordt er nog wel eens gesteld dat je niet te kritisch mag zijn op nano. Ik denk ook dat het heel zinvol kan zijn als je er echt ziektes mee kunt oplossen. We moeten alleen niet doen alsof het iets compleet nieuws is. We hebben het al veel langer over liposomen.”

Kijkend naar Gartners Hype Cycle denkt Lammers dat het onderzoek in de geneeskunde inmiddels al uit de ‘through of disillusionment’ aan het klimmen is en bezig is met doorontwikkelen. “We zijn klinisch stukje bij beetje vooruit aan het komen, maar we houden de politiek nog even op de piek van die hype cycle. Waar men het bijvoorbeeld nog over nano shuttles heeft.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK