‘Groeifonds blijkt een verdeelfonds voor ambtenaren’ 

Nieuws | door Frans van Heest
28 februari 2024 | In de Eerste Kamer blijft chagrijn bestaan over het Groeifonds. De governance is niet goed geregeld, er gaat onnodig veel geld naar consultants en het betreft voornamelijk projecten die zijn ingediend door ministeries, luidt de kritiek. Het voorstel van de minister om als Senaat zelf met de adviescommissie in gesprek te gaan wordt weggewuifd.   
Debat in de Eerste Kamer over het Groeifonds

Vlak voor het voorjaarsreces bleek dat de PVV en BBB in de Tweede Kamer voorlopig geen nieuwe projecten vanuit het Groeifonds gefinancierd willen zien – in ieder geval zo lang er geen nieuw kabinet is. Minister Adriaansens van EZK hoopte de kou uit de lucht te halen door een nieuwe aanvraagronde in ieder geval uit te stellen tot de zomer.  

Ook in de Eerste Kamer bestaat echter nog altijd onmin over het Groeifonds, zo bleek uit een gesprek tussen minister Adriaansens en de senatoren. In december ging de Eerste Kamer al in debat met de minister over het Groeifonds, maar dat was voor veel partijen onbevredigend. Daarom werd de minister voor het openstellen van een nieuwe ronde naar de Senaat komen om tekst en uitleg te geven.   

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het Groeifonds, dat in 2019 werd opgericht met een budget van twintig miljard euro, heeft als doelstelling het duurzaam verdienvermogen van Nederland te versterken. Tot nu toe is al twaalf miljard euro toegewezen aan een brede waaier van projecten, onder meer voor de verduurzaming van schoolgebouwen, initiatieven voor een Leven Lang Ontwikkelen en de opstartkosten voor de Einsteintelescoop in Limburg. 

Groeivermogen van onze economie 

GroenLinks-PvdA is niet principieel tegen investeringen in kennis; integendeel, zo zei senator Fred Crone. “Ik ben om te beginnen niet voor enige bezuiniging op het geld dat we uittrekken voor innovatie. Het gaat mij erom: wie beslist nu wat?” 

Volgens Crone zijn er in het verleden veel uitgaven vanuit het Groeifonds gedaan die eigenlijk op de rekening van ministeries zelf hadden moeten komen. Hij haalde daartoe voorbeelden aan van investeringen in schoolgebouwen en infrastructuur. “Wat heeft innovatie in schoolgebouw te maken met het groeivermogen van onze economie? Wat heeft de aanleg van spoorlijn tussen Zeeuws-Vlaanderen en Gent voor de bereikbaarheid van een haven te maken met ons economisch groeivermogen? Natuurlijk heel veel, maar het zijn normale projecten die ieder ministerie behoort te doen.” 

Als schoolgebouwen verbeterd moeten worden, dan moet dat in een regeerakkoord worden geregeld en dan krijgt ministerie van OCW 919 miljoen euro omdat te regelen, schetste Crone de volgens hem gebruikelijke gang van zaken. “Het lijkt nu een fonds te zijn geworden waarbij ieder ministerie zijn deel moest hebben en OCW dus ook. Dat vergroot niet de uitstraling van het Groeifonds. Dat kunnen we niet afdoen met het verhaal: ‘China en Amerika investeren ook veel in innovatie, dus daarom moeten we het ook doen.’ Natuurlijk moeten we dat ook doen, maar het gaat om de manier waarop we dat doen.” 

Dat is nooit de bedoeling geweest 

Van de achttien bekostigde projecten komen er zestien vanuit departementen van het Rijk, en slechts twee vanuit het bedrijfsleven, zei Crone bezorgd. “Dat bevestigt mijn vrees dat het bedrijfsleven nauwelijks aan de orde komt. Dat staat ook in de evaluatie. Het is nu een verdeelfonds van de ambtenaren geworden, die allemaal hun deel voor het eigen departement willen hebben. Dat is dus nooit de bedoeling geweest.” 

Momenteel worden vooral consultants beter van het Groeifonds, betoogde Crone. “De governance van het fonds staat de goede bedoelingen in de weg. Ik hoor ook van veel ondernemers dat zestig procent van de indiening van een aanvraag naar consultants gaat, die zeggen: ‘ik help je aan een goed project, want dan kun je subsidie krijgen.’ Dit klinkt al ernstig genoeg.” 

Wat is de beoogde impact? 

De BBB-fractie wilde vooral weten wat precies het verdienvermogen is van de twaalf miljard euro die tot nu toe is toegekend aan projecten. “Het zou toch mogelijk moeten zijn om ons daar iets van gevoel voor te geven. Wat is die beoogde impact van die twaalf miljard? Als we over vijf jaar gaan evalueren en we hebben die twintig miljard al uitgegeven, dan vindt onze fractie dat een beetje laat. Kunnen we nu al niet een beeld krijgen van de verwachte impact?”, zo vroeg Bart Kroon van de BBB. “Als we dat niet kunnen, hoe kan er dan sprake zijn van beheerst uitgeven van geld?” 

Minister Adriaansens zei in haar beantwoording dat zowel de adviescommissie als de verschillende ministeries die deelnemen in de projecten jaarlijks rapporteren over de voortgang. Het CPB zou de plannen aanvankelijk doorrekenen op het verdienvermogen, maar dat bleek feitelijk niet mogelijk.  

De Rabobank kan dat volgens de minister wel, maar de VVD-bewindsvrouw staat niet in voor details van die doorrekening. “Wat ik zelf mooi vond, is dat Rabobank er ook een onderzoek over heeft gepubliceerd – ik heb dat zelf niet geverifieerd dus ik verwijs graag naar hen – dat met iedere euro uitgegeven aan het groeifonds er 5,60 euro wordt verdiend in 2040. Dat rapport zouden we dan even nader moeten bekijken, maar ik dacht: ‘wauw, dat is best wel interessant gekwantificeerd’.” 

Die poging wil ik best wagen 

Na wat aandringen zei de minister toe dat ze wel per project voorbeelden kon geven over de impact. “Dat zit op harde en zachte criteria, die poging wil ik best wagen.” 

Op de vragen van GroenLinks-PvdA zei de minister dat infrastructuurprojecten in 2022 al uit het fonds zijn gehaald en soortgelijke aanvragen nu dus niet meer gefinancierd kunnen worden. Daarnaast stelde ze de Eerste Kamer voor om dan maar zelf in gesprek te gaan met de adviescommissie onder voorzitterschap van UM-bestuursvoorzitter Rianne Letschert.   

“Dat moeten we zeker niet doen, want dan gaat zo’n commissie interveniëren tussen de minister en ons. Wij moeten hen niet betrekken in de discussie over criteria, daar gaan wij over. Zij zijn uitvoerders, met alle respect. Ze zouden dat ook zelf niet moeten willen”, stelde Crone van GroenLinks-PvdA. Ook de BBB voelt hier niet veel voor, zei Kroon “Ik stel uw uitnodiging op prijs om met de commissie te spreken, maar ik vind dat niet de rol van de Eerste Kamer. Dus ik neem die uitnodiging niet aan.” 

Departementen hebben wel erg veel invloed 

De minister moest verder met Crone erkennen dat departementen nu wel erg veel invloed hebben op het fonds. Dat bedrijven zo weinig aanvragen doen, komt omdat het toch te ingewikkeld blijkt te zijn om een aanvraag te doen, zo zei de minister. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland gaat bedrijven bij de volgende ronde helpen bij het indienen van een aanvraag, zegde ze toe. 

Senatoren van D66 en de CU waren vooral bezorgd voor het afhaken van potentiële aanvragers nu uitstelt dreigt. Tot nu toe hebben tweehonderd deelnemers voor zestig projecten zich gemeld voor de nieuwe ronde die deze zomer gaat lopen. De Eerste Kamer vreest echter dat dit nog steeds vooral departementale aanvragen zijn. GroenLinks-PvdA-senator Crone zei na afloop van het debat dat hij in het veld hoort dat er nog steeds een heel sterke departementale invloed is op de projecten. Hij wil in een nadere brief van de minister weten of de criteria worden veranderd alvorens zijn fractie instemt met een vervolg van het Groeifonds. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK