NHL Stenden wint zaak om btw-regelgeving

Gelijk van NHL Stenden Hogeschool kan ook de rest van het hoger onderwijs geld opleveren

Nieuws | door Tim Cardol
14 maart 2018 | Strikte handhaving van de btw-regelgeving kostte NHL Stenden de afgelopen jaren veel geld. Na een zaak tegen de Belastingdienst krijgt de hogeschool dat geld nu terug. “Als je de btw-regels heel strikt toepast, dan blijven er minder publieke middelen beschikbaar voor onderwijs,” legt onderwijsjurist Martijn Nolen (Universiteit Utrecht) uit.

Vorige week werd NHL Stenden door de Hoge Raad in het gelijk gesteld in een zaak over te veel afgedragen btw. Door nieuwe regelgeving werd NHL Stenden vanaf 2012 gevraagd om extra btw af te dragen. NHL Stenden was het daar niet mee eens en tekende bezwaar aan. Daarop werd een proefproces gestart in datzelfde jaar.

Btw-regelgeving is voor het Nederlandse onderwijs een complexe zaak. Op het moment dat je onderwijs aanbiedt dat met publieke middelen is bekostigd, ben je vrijgesteld van btw-heffing. Over de uitgaven die een hogeschool of universiteit wordt de belasting wel geheven. Normale bedrijven kunnen kosten gemaakt voor pennen, computers, tot schoonmaakpersoneel fiscaal aftrekken. Een onderwijsinstelling kan dat niet en dat kost hen veel geld.

Helderheid gezocht bij de belastingdienst

Jan van Iersel, bestuurslid van NHL Stenden is blij dat er met de uitspraak van de Hoge Raad duidelijkheid is gekomen voor alle partijen. “Dit is een gezamenlijk proces geweest dat we met de Belastingdienst in zijn gegaan. We hebben als hogeschool veel kennis en kunde in huis en zijn daarom ook in gesprek gegaan met de Belastingdienst om helderheid te krijgen.”

Door de uitspraak van de Hoge Raad wordt de situatie zoals die voor 2012 gehanteerd wordt, weer van kracht. “Dat betekent dat we dus geen extra btw hoeven te betalen”, vertelt Van Iersel. De hogeschool krijgt bovendien het de afgelopen jaren te veel betaalde geld terug.

Volgens onderwijsjurist Martijn Nolen is de btw-kwestie een geval van vestzak-broekzak. “Als je de btw-regelgeving heel strak hanteert als overheid dan betekent dat voor instellingen dat er minder geld beschikbaar blijft voor het primaire onderwijsproces. Je zou dus kunnen zeggen dat je dan eigenlijk de Rijksbijdrage voor het onderwijs zou moeten verhogen.”

Meer samenwerking, meer geldstromen

De situatie in het hoger onderwijs op het gebied van btw-afdracht is de laatste jaren complexer geworden. Nolen: “Er zijn in het onderwijs steeds meer vormen van samenwerking gekomen, tussen onderwijsinstellingen, maar ook met derde partijen. Dat vragen we met elkaar ook van de onderwijssector, maar het betekent ook dat er een breder activiteitenpakket is en er meer onderlinge geldstromen ontstaan.”

Wat de situatie rond de zaak van NHL Stenden laat zien is dat er twee wegen zijn om dit te organiseren. Je kunt heel strikt de btw-regels handhaven, of je kunt iets pragmatischer te werk gaan. “Het is denk ik ook niet de bedoeling om hier tot het gaatje te gaan, want het geld moet ten goede komen aan het onderwijs”, zegt Nolen.

Wat de uitspraak van de Hoge Raad gaat betekenen voor het hele hoger onderwijs in termen van geld is volgens Jan van Iersel “moeilijk te zeggen”. De Telegraaf, die het eerste bericht bracht, stelt niettemin dat het weleens om vele miljoenen zal kunnen gaan. “Deze onduidelijkheid speelt in de sector al jaren”, zegt btw-specialist Paul Geurten tegen de krant.  “Iedereen weet van elkaar dat deze procedure speelt en wachtte op de uitspraak om te kijken of zij ook op de wagen kunnen springen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK