Opleidingsaccreditaties zijn geen last, maar een lust 

Nieuws | de redactie
26 maart 2024 | Opleidingsaccreditaties zijn over het algemeen inspirerend, zegt de Onderwijsinspectie. Wel kunnen er in het huidige accreditatiestelsel zaken verbeterd worden. Zo zorgt de verruiming van het begrip ‘opleiding’ ervoor dat niet helder is wat precies geaccrediteerd wordt door de NVAO.
Beeld: Wilhelm Gunkel

De minister heeft de Onderwijsinspectie onderzoek laten doen naar het accreditatiestelsel in Nederland, vooruitlopend op een overgang naar instellingsaccreditatie. Daarbij worden hogescholen en universiteiten, in tegenstelling tot nu, zelf verantwoordelijk worden voor de accreditatie van hun opleidingen. Overigens is nog onzeker of instellingsaccreditatie er echt gaat komen; met een nieuwe samenstelling in de Tweede Kamer is het verzet tegen dit systeem van accreditatie gegroeid.  

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Het Inspectieonderzoek concludeert dat het accreditatiestelsel over het algemeen goed functioneert, met name in de onafhankelijkheid, deskundigheid, betrouwbaarheid en validiteit van opleidingsbeoordelingen. Het rapport beschrijft ook hoe de werkwijze van opleidingsbeoordelingen een stimulerende werking kan hebben en daarmee kan bijdragen aan de verbetering en ontwikkeling van opleidingen. “De stimulerende werking krijgt voornamelijk vorm tijdens de voorbereidingsfase van de opleidingen en in de gesprekken met vakgenoten (peers) tijdens het beoordelingsproces”, schrijft de Inspectie.  

Een kans voor zelfreflectie 

Volgens de toezichthouder wordt periodieke terugkeer van de accreditatie door opleidingen gezien als een kans om tijd vrij te maken voor zelfreflectie. “De lasten worden over het algemeen als proportioneel en functioneel ervaren. Veel gespreksdeelnemers zien het bezoek niet als last, maar als inspirerend.” 

Er zijn ook verbeterpunten, bijvoorbeeld rondom de financiering van de visitatiebureaus. Die worden nu betaald door de instellingen zelf, en dat geeft een verkeerde financiële prikkel, aldus de inspectie. 

Ook wordt er een ‘toezichtsgat’ geïdentificeerd omdat opleidingen slechts eens per zes jaar worden beoordeeld. In de tussenliggende periode kunnen significante veranderingen optreden zonder te worden beoordeeld door accreditatie-instanties. Gezien de soms snelle veranderingen binnen opleidingen brengt dat risico’s met zich mee. 

Geen mogelijkheden voor tussentijds ingrijpen 

Als de Inspectie signalen ontvangt over de kwaliteit van een opleiding, kan zij hier niet direct op acteren als er geen wetten of regels worden overtreden. De NVAO, die verantwoordelijk is voor de accreditatie, is dan weer gebonden aan de zesjaarlijkse cyclus en heeft dus ook beperkte mogelijkheden om tussentijds in te grijpen. 

Het Inspectierapport bevat daarom aanbevelingen om dit toezichtsgat te dichten. Zo wordt de minister aangeraden om met de NVAO en inspectie in gesprek en zodanige maatregelen te treffen dat de NVAO of de Inspectie actie kan ondernemen als er tussen twee accreditaties ernstige signalen zijn over kwaliteitsgebreken bij een bestaande opleiding. 

Wat is nu precies een opleiding? 

Kijk ook nog eens goed naar de definitie van een opleiding, zegt de Inspectie. Instellingen hanteren namelijk steeds vaker een heel ruim begrip van een ‘opleiding’, met verschillende afstudeerrichtingen, varianten en locaties. Bij breed geformuleerde opleidingen komen onmogelijk alle aspecten onder de aandacht van het beoordelingspanel, stelt de Inspectie. De toezichthouder dringt daarom bij de minister aan op een heldere definitie van een opleiding.  

Ook zouden er meer maatschappelijke thema’s terug moeten komen tijdens de accreditaties, vindt de Inspectie. De huidige werkwijze rond het beoordelen en rapporteren over opleidingskwaliteit leidt ertoe dat onderwerpen die in het maatschappelijk debat erg relevant worden gevonden voor opleidingskwaliteit, vaak niet of nauwelijks in rapportages zijn terug te vinden. Dat is ook het geval bij onderwerpen uit het maatschappelijk debat die onderdeel zijn van de basiskwaliteit. Dat doet mogelijk afbreuk aan het vertrouwen van de samenleving in accreditaties, redeneert de toezichthouder. Specifieke voorbeelden worden niet genoemd. De aanbeveling aan de minister is om te kijken hoe deze maatschappelijke debatten in de opleidingsaccreditaties kunnen worden opgenomen. 

Kwaliteitseisen moeten overeind blijven  

Bij instellingsaccreditatie moeten de kwaliteitseisen uit het inspectiebeoordelingskader overeind blijven, ongeacht de precieze vorm van het nieuwe systeem, vindt de Inspectie. Nu is nog onduidelijk hoe de opleidingsbeoordelingen en de Toets Instellingsaccreditatie eruit zullen zien. “Ieder systeem moet de onafhankelijkheid, deskundigheid, betrouwbaarheid en validiteit, stimulerende werking, ervaren lasten, dekking en transparantie borgen”, zo zegt de Inspectie. 

De toezichthouder acht het ook van cruciaal belang dat een onafhankelijke entiteit zoals de NVAO de normen voor onafhankelijkheid en deskundigheid duidelijk definieert en toepast binnen alle evaluatieprocessen. Alle leden en de secretaris van visitatiepanels dienen aan deze onafhankelijkheidseisen te voldoen om belangenconflicten te vermijden en een onpartijdige beoordeling te waarborgen. Daarnaast moet de NVAO de samenstelling van deze panels vooraf goedkeuren om zo de interpretatie en naleving van de gestelde eisen te controleren en potentiële conflicten of misverstanden te voorkomen.  

Voor NSC is het essentieel dat opleidingsaccreditaties behouden blijven 

Het blijft echter de vraag of instellingsaccreditatie er echt zal komen. Bij een recent Kamerdebat over onderwijskwaliteit bleek nog dat veel partijen niet willen afstappen van opleidingsaccreditaties, maar juist scherper toezicht willen op de onderwijskwaliteit – met name in het hbo. Nieuw Sociaal Contract heeft recent ook al aangeven absoluut niet af te willen van opleidingsaccreditaties. “Voor NSC is het essentieel dat opleidingsaccreditaties behouden blijven en dat de evaluatie van de kwaliteit van opleidingen niet enkel aan de instellingen zelf wordt overgelaten”, zei de partij toen.  

Daarmee lijkt een Kamermeerderheid voor instellingsaccreditatie onhaalbaar, want ook de PVV en GroenLinks-PvdA zijn nooit voorstander geweest van het afschaffen van opleidingsaccreditaties.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK