Europese academies uiten zorgen over nepnieuws en polarisatie

Analyse | door Tim Cardol
22 februari 2019 | In de Europese academies klinken zorgen over media en politiek die het vertrouwen in de wetenschap ondermijnen. “De afgelopen jaren zijn we getuige geweest van breed uitgemeten aanvallen op de wetenschap door (met name rechtse) politici en commentatoren.”

Een discussiepaper van ALLEA, een verband van Europese academies waar ook de KNAW deel van uitmaakt, bespreekt het veranderende landschap van media en communicatie. Wat zijn daarvan de effecten op het vertrouwen in de wetenschap als instituut? Daarover klinken Europabreed grote zorgen.

In 2017 schreven José van Dijck en Wim van Saarloos van de KNAW al een waarschuwing in NRC voor het eroderende vertrouwen in de wetenschap. “Koester de cultuur die feiten onderscheidt en respecteert”, stelden de toenmalig president en vicepresident van de Akademie over het gevaar van nepnieuws en georkestreerde aanvallen op de integriteit van wetenschappers.

Als het specifiek wordt is het vertrouwen weg

Hoewel het Rathenau Instituut vorig jaar constateerde dat desinformatie De term desinformatie betreft foutieve informatie die ‘moedwillig’ verspreid wordt, door individuen, media of overheden. Deze term moet niet verward worden met misinformatie: foutieve informatie die zonder slechte bedoeling wordt verspreid. vooralsnog in Nederland geen grote negatieve impact heeft gehad, zijn de zorgen in de academische wereld groot. Die zorgen zitten hem niet zozeer in het gebrek aan vertrouwen in de wetenschap als instituut. Peilingen wereldwijd laten zien dat het vertrouwen blijvend hoog is. Het gaat om hoe er in de maatschappij gekeken wordt naar de uitkomsten van wetenschap.

Het rapport Trust in science and changing landscapes of communication

En dus gaat de blik naar de media. “Kennis over en perceptie van wetenschap worden grotendeels gevormd door journalistieke media,” valt in het paper te lezen. “Als deze informatie de bestaande kennis, waarden, politieke ideologieën en identiteiten van mensen bereikt, kan deze informatie het vertrouwen in wetenschappers en wetenschappelijke instituties juist versterken of doen afnemen.”

Veranderend journalistiek landschap

Net als wetenschap staat of valt de media als instituut bij publiek vertrouwen. “Beide instituten steunen op een systeem van institutionele checks and balances – georganiseerde controle die cruciaal is voor het verkrijgen en behouden van maatschappelijk vertrouwen.” Maar wat gebeurt er als het journalistieke landschap grondig aan het veranderen is?

Volgens de auteurs van het ALLEA-paper zorgen technologische ontwikkelingen ervoor dat er op steeds grotere schaal “ongecheckte feiten, roddels en propaganda” verspreid worden. “Deze transformatie wordt niet enkel door technologische veranderingen gedreven. Het is een complexe relatie tussen socio-technologische en politiek-economische veranderingen met betrekking tot media, wetenschap en publieke opinie.”

Geen zicht meer op de bron

Een belangrijk gevolg van deze ontwikkelingen wordt in het paper ‘context collapse’ genoemd. “In een online omgeving waar alles content is, kan de waarachtigheid van tekst, beeld of geluid vaak niet langer direct worden opgemaakt uit de context.” In het geval van wetenschappelijk nieuws, betekent dit dat vaak niet goed meer achterhaald kan worden hoe betrouwbaar de bron is.

De schrijvers van het paper betrekken hier ook de discussie rond open access bij. “Hoe kan een predatory journal worden onderscheiden van een kwalitatief hoogwaardig tijdschrift. Hoe kan het publiek de waarde van wetenschappelijke claims beoordelen als de primaire literatuur gecontroleerd wordt door commerciële uitgevers en alleen beschikbaar is in dure bibliotheken en achter betaalmuren?” ALLEA stelt derhalve wetenschappelijke communicatie effectieve ‘gate-keepers’ nodig heeft om fraude te voorkomen en hoge standaarden te garanderen.

Een ander punt van zorg dat wordt aangestipt, is de vorming van zogeheten echokamers waarbinnen mensen vooral bevestigd worden in hun eigen gelijk. “Vertrouwen is niet langer geworteld in media-instituten, maar in verbonden gemeenschappen en gedreven door platforms. Als gevolg daarvan worden gebruikers die al neigen naar scepsis ten aanzien van de wetenschap, vooral blootgesteld aan content die deze scepsis bevestigd of zelfs versterkt.”

Nepnieuws en politieke polarisatie

Waarschuwden Van Saarloos en Van Dijck al voor de ontwrichtende rol van nepnieuws, daar stipt ook ALLEA ook de zorgen over dit fenomeen nog eens aan. “Actoren die twijfel proberen te zaaien, kunnen bewust gebruik maken van technieken om valse percepties van wetenschap over te brengen,” schrijven de auteurs van het paper, daarbij ook refererend aan de Russische inmenging in online debatten over onder meer vaccineren.

Maar niet alleen indirect wordt het publieke debat beïnvloed. Het toenemende gepolariseerde politieke klimaat waarin Trump – onlangs nog bij The New York Times – de media openlijk aanvalt en ook in landen als Hongarije onafhankelijke instituten onder druk worden gezet, hebben hun weerslag op het vertrouwen. De wereldwijde March for Science in 2017 liet de zorgen bij wetenschappers al zien.

Het bestaan van een universiteit is geen gegeven

Volgens het paper heeft er een verschuiving plaatsgevonden van institutionele systemen van vertrouwen naar een technisch-industrieel systeem van vertrouwen. Die verschuiving representeert een “totaal nieuw spel van onderhandeling en machtsstrijd over de normen en waarden die zullen domineren in het nieuwe mediasysteem.”

Pleidooi voor open science  

Het landschap voor zowel media als wetenschap ziet er derhalve niet rooskleurig uit. “In een digitale samenleving, worden instituties eenvoudig omzeild door online platforms, kennis vervangen door zoekmachines en informatie gelijkgesteld aan data. Het onderliggende proces en de daaruit voortvloeiende mechanismen tarten de integriteit, transparantie, autonomie en verantwoordelijkheid van zowel wetenschappers als journalisten.”

Het antwoord op die uitdaging ligt volgens ALLEA in nog meer openheid en zichtbaarheid. “Wetenschappelijk bewijs, de betekenis daarvan en de beperkingen moeten worden uitgesproken en gedefinieerd in iedere specifieke context. Onderzoekers wordt expliciet verzocht de bronnen en oorsprong van hun data te tonen, maar ook duidelijkheid te bieden over hun methoden en interpretaties.”

Als we niet oppassen valt het fundament onder de moderne beschaving weg

Een pleidooi voor volledige openheid dus, maar volledige transparantie is niet in zichzelf een garantie voor vertrouwen. “Studenten op scholen en universiteiten moeten leren via bestaande en nieuwe manieren om te beoordelen of expertise betrouwbaar is of niet. De missie om vertrouwen in expertise versterken moet op alle schoolniveaus nagestreefd worden en moet prioriteit krijgen op de agenda van universiteiten, wetenschappelijke raden en academies.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK