Scoringsdrang in Tweede Kamer bedreigt de rechtsstaat

Nieuws | door Janneke Adema
23 februari 2022 | De digitalisering van de samenleving beperkt het functioneren van de Nederlandse rechtsstaat. Politici gaan mee in de dynamiek van Twitter en laten ondertussen zien dat ze op het gebied van wetgeving weinig hebben geleerd van de Toeslagenaffaire. Dat stelt Kees Verhoeven, oud-Kamerlid voor D66, tijdens de Privacyrede 2022, georganiseerd door SURF en SETUP.
Foto: Sebastiaan ter Burg

De Nederlandse rechtsstaat staat onder druk door de digitalisering. Niet alleen door buitenlandse partijen of grote techbedrijven, ook doordat de digitale samenleving het functioneren van de Tweede Kamer beperkt. “Desinformatie uit Rusland wordt aan de lopende band naar ons toegebracht met als doel onze democratie te ontwrichten”, schetst Verhoeven tijdens de bijeenkomst in Tivoli Vredenburg. “Maar er is een andere dreiging, dichter bij huis.” 

Minder aandacht voor steeds complexere uitvoering 

“Politici zijn zich de afgelopen decennia anders gaan gedragen,” verklaart Verhoeven. “Er is sprake van scoringsdrang; politici maken filmpjes in de plenaire zaal en zetten die op Twitter om punten te scoren.” Het oud-Kamerlid wijst erop dat er ieder jaar vijfduizend moties worden ingediend, vooral zodat Kamerleden kunnen zeggen dat ze het hebben gedaan. 

“De digitale technologie is een stoorzender en politici worden steeds oppervlakkiger. Ik heb in de Tweede Kamer gezien dat die onophoudelijke notificaties in je blijven zitten. Je bent de hele tijd bezig daarnaar te kijken, waardoor je niet meer op een rustige manier nadenkt.” Volgens Verhoeven zorgt die scoringsdrang en die informatiestroom voor een haastgevoel bij Kamerleden, waardoor ze moe en onrustig worden. “Als je moe bent maak je geen goede beslissingen,” waarschuwt hij. 

Bij inschrijving ga je akkoord met onze privacy-voorwaarden. Deze voorwaarden zijn hier te lezen.

Tegelijkertijd wordt de uitvoering van de wet steeds ingewikkelder. Technologieën zoals databestanden, algoritmes en gezichtsherkenningscamera’s worden steeds vaker toegepast. “De steeds complexere uitvoering wordt steeds slechter gecontroleerd. Daardoor worden allemaal wets- en beleidsvoorstellen aangenomen die slecht zijn voor onze privacy.” 

Een nieuwe Toeslagenaffaire 

Om zijn punt kracht bij te zetten verwijst Verhoeven naar de toeslagenaffaire. “De wetgeving die de affaire mogelijk maakte stamt uit 2013 en 2014 en is destijds unaniem door de maker aangenomen. Vervolgens werden ouders die een klein foutje maakten op een zwarte lijst gezet en moesten ze tienduizenden euro’s terugbetalen. Dat laat zien dat de rechtsstaat niet helemaal goed gefunctioneerd heeft.” 

Toch heeft de regering er volgens Verhoeven weinig van geleerd. “In 2020 is de Wet Gegevensverwerking Samenwerkingsverbanden, de WGS, aangenomen. Dankzij deze wet mogen honderden overheidsinstanties – zoals gemeenten, de belastingdienst en het UWV – hun databestanden uitwisselen, verwerken en nieuwe analyses van mensen maken.” Dit zou volgens experts een potentiële nieuwe toeslagenaffaire kunnen zijn.  

“Zo zijn er meerdere voorbeelden waarbij de Kamer niet oplet of gedachteloos meegaat in de beweging om meer mensen te controleren en in de gaten te houden”, stelt Verhoeven. “Overheden denken vaak, ‘laten we al die data maar verzamelen, dan hebben we het ten minste liggen. Dan kunnen we er altijd nog een keer in gaan grasduinen’.” Hij waarschuwt dat ook anonieme data van groepen invloed heeft op hoe de samenleving wordt vormgegeven. “Privacy is ook een collectief goed.” 

De grondbeginselen van de rechtsstaat 

Volgens Verhoeven moeten we daarom de grondbeginselen van de rechtsstaat in de gaten houden. Ten eerste moeten we het legaliteitsbeginsel – alles wat de overheid doet, moet op de wet gebaseerd zijn – in de gaten houden. Dat betekent dat de overheid de data die ze voor het ene doel heeft verzameld niet zomaar voor het andere doel mag gebruiken en dat er niet zo veel mogelijk, maar juist zo weinig mogelijk data verzameld moet worden.  

Daarnaast vraagt hij aandacht voor het gelijkheidsprincipe. Volgens de D66’er is het een mythe dat technologie neutraal is. “Technologie is vooringenomen door de dataset die om een bepaalde reden is verzameld of door het algoritme dat op een bepaalde manier is samengesteld”, zegt hij. Tot slot is de presumptie van onschuld belangrijk. “We moeten ervan uitgaan dat mensen onschuldig zijn, in plaats van ze te controleren alsof ze schuldig zijn.” 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK