‘Lagerejaars- en lageropgeleide studenten zijn vaker digibeet’
Sinds de coronacrisis heeft de digitalisering van het hoger onderwijs een grote vlucht genomen. De gevolgen van online onderwijs zijn evenwel niet altijd onverminderd positief, is eerder al gebleken. Behalve op het welzijn van student en staf kan digitalisering een invloed hebben op de gelijkheid in kansen tussen individuen, omdat niet iedereen even ICT-geletterd is. Deze kansengelijkheid staat ook reeds langer onder druk in het hoger onderwijs, concludeerde de Onderwijsinspectie onlangs.
De HAN heeft daarom twee geaffilieerde instituten een zelfscan digitale geletterdheid laten opstellen en uitvoeren in november 2022. Deze zelfscan bestond uit drie modules, die over een totaal van vijf competentiegebieden twaalf competenties omvatten. Van alle 36340 aangeschreven HAN-studenten startten 2079 de zelfscan en voltooiden enkel 875 deze. Hoewel de resultaten representatief worden geacht, lukt het hierdoor niet deze uit te splitsen per opleiding.
Internetveiligheid blinde vlek
Uit alle resultaten blijkt dat ICT-vaardigheden bij studenten niet overal in gelijke mate aanwezig zijn. Zo scoorden zij op het competentiegebied Communicatie en samenwerking gemiddeld 77 procent, tegenover 63 procent op het competentiegebied Veiligheid. Met computers zijn studenten dus eerder tekstueel vaardig dan risicobewust. Ook op het niveau van de individuele competenties waren er grote verschillen: ‘Delen met behulp van digitale technologie’ scoorde 90 procent, terwijl ‘Beveiligen van apparaten’ bleef steken op 55 procent.
Per toetsitem zijn er eveneens opvallende bevindingen. Op het competentiegebied van Veiligheid scoort het onderdeel ‘Verdachte bestanden herkennen’ 0 procent in alle cohorten; ‘Een veilig/sterk wachtwoord kiezen’ kent enkel 5 procent succes onder de ouderejaars. Ook het onderscheiden van gesponsorde online content is problematisch, evenals het anders opslaan van bestanden (beide 4 procent bij de eerstejaars). In laatstgenoemde gevallen scoren ouderejaars een hogere onvoldoende (27 procent en 43 procent respectievelijk).
Studenten vertrouwd met software Big Tech
Meer succes hebben studenten met vertrouwde software zoals Word, Excel en PowerPoint (scores tussen 54 en 83 procent) of de beeldbewerkings- en videoconferentiefuncties (beide 90+ procent). ‘Digitale hulpmiddelen gebruiken voor samenwerkingsprocessen’ scoorde 80+ procent, even hoog als ‘Desinformatie rapporteren om verspreiding ervan te voorkomen’. Op het competentiegebied van Communicatie en samenwerking vertoonden de studenten dan ook geruststellende resultaten.
Nadere bestudering toont echter aanvullende gronden van onderscheid tussen de diverse studenten. Behalve studiejaar speelt ook vooropleiding een significante rol in de aanwezige ICT-vaardigheden. Vwo’ers hebben daardoor een duidelijk hoger digitaal aanvangsniveau, dat niet geheel gelijktrekt. Instromers vanuit het mbo scoren consistent het laagst. Daarnaast behoorden hogere scores toe aan studenten die de moeite namen om de toelichtingen bij de vragen te lezen. De onderzoekers verwachten daardoor dat reeds digitaal geletterden eerder de zelfscan invullen dan digibeten, die minder gemotiveerd zijn en sneller afhaken.
Startende student vaker digibeet
Door de verschillende resultaten op basis van studiejaar, vooropleiding en voorkennis concluderen de onderzoekers dan ook dat “er niet vanuit gegaan mag worden dat studenten bij binnenkomst op de HAN over alle ICT-competenties beschikken die nodig zijn voor hun studie”. Voor de digibeten is “expliciete aandacht voor deze vaardigheden in het onderwijsprogramma” wenselijk, ook omdat het lijkt dat ouderejaars scholing op gebieden als tekstverwerking, presentatiesoftware en spreadsheets kan baten. Door deze stimulering moet worden “voorkomen dat deze competenties hen belemmeren in hun studie”.
Ten slotte hebben de onderzoekers nog een aantal aanbevelingen voor de onderwijsinstellingen zelf. Behalve het verhogen van de respons en het integreren van de zelfscan suggereren zij om aandacht voor digitale geletterdheid in het curriculum te inventariseren. Hiervoor zijn de aandachtsgebieden internet, veiligheid en datavisualisatie vooral van belang. Deze inventarisatie dient tevens rekening te houden met competenties die voor de opleiding specifiek zijn. Op deze manier kan het onderwijs toekomstbestendig blijven in een veranderende buitenwereld.
Meest Gelezen
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Extra geld voor bètafaculteiten is daar nooit terechtgekomen
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering